De perfecte voorzet van Mister Ajax r Bob ontmoet Sjaak Swart Ajax Life nummer 18 17 mei 2003 DdflaindpteiR 14, rofc H8 Amsterdam*,'M c®o- €15 46 29 AMSTERDAM - Niemand speelde meer wedstrijden in Ajax i dan Sjaak Swart. Liefst 603 maal verdedigde hij de Amsterdamse eer. Die unieke prestatie leverde hem een Koninklijke onderscheiding op. Daarnaast werd hij uitgeroepen tot bondsridder van de KNVB en is Swart Ereburger van de stad Amsterdam. Maar bovenal gaat Sjaak Swart door het leven als 'Mister Ajax'. Een eretitel die hem iedere dag weer met gepaste trots vervuld. Door Arnout Verzijl Sjaak Swart en Bob Haarms, ruim 45 jaar nadat ze samen in één elftal speelden. Strak in het pak, de haren keurig gekamd, rug gerecht en zijn schouders fier vooruit. Als altijd goed gesoigneerd, betreedt Sjaak Swart het etablissement van Bob Haarms. Het is alsof de tand des tijds zich niet heeft vergre pen aan de 64-jarige Ajacied. De begroeting met Bob is hartelijk en warm. Niet verwon derlijk want de levensloop van de twee man nen heeft zich langs dezelfde rood/wit gekleurde rivier ontwikkeld. Ajax is de gemeenschappelijke oever die beiden al meer dan vijftig jaar aan elkaar bindt. Bekers, win nen, doelpunten, Michels en Amsterdamse humor vormen de delta waarin hun gelukza lige Ajax-bestaan uitmondt. HARINGKAR Toen Sjaak Swart in 1950 lid van Ajax mocht worden, had hij kort ervoor zijn moeder verlo ren. Om het grote verlies in huize Swart op te vangen, sloten zijn opa en oma zich bij het gehavende gezin aan. Opa Swart was een graag geziene gast. OveTal waar hij in Amsterdam met zijn haringkar kwam, begroetten de mensen hem met een gulle lach. Sjaak: „Mijn opa had een haringstal op de Dappermarkt. Als hij 's avonds thuis kwam, was ik nog aan het voetballen op straat. Ik moest dan de kar wegbrengen en daar had ik natuurlijk altijd de pest over in. Mijn opa bezocht iedere wedstrijd van Ajax. Hij nam altijd een fluitje mee en als hij om klokslag twee uur het stadion binnen kwam, blies hij er op. Terwijl iedereen omkeek riep hij 'we kunnen beginnen, ik ben er'. Dan sto ven de mensen opzij zodat hij een goede zit plaats in het midden van de tribune kreeg. Eens, Ajax speelde tegen Willem II, floot hij vlak voor tijd op het moment dat we met één goal voorstonden. De spelers dachten dat de scheidsrechter voor het einde had gefloten en stopten. Na een halve minuut discussiëren werd er definitief afgeblazen en hadden we gewonnen. Mooi was dat." Op een dag werd een piepjonge Swart in de rust van een duel met de Ai tegen DWS uit de kleedkamer geplukt en moest zich bij Ajax 1 melden. Die dag bleef hij nog op de reserve bank, maar een week later, op 16 september 1956, debuteerde hij: „Dat was voor de beker tegen Stormvogels, een wedstrijd die we met 3-2 wonnen. Bij de tegenpartij speelden Cees en Henk Groot voor het eerst mee." Sjaak Swart, die bekend staat om zijn precieze voorzetten en arsenaal aan passeerbewegin gen, begon bij Ajax als rechtsbinnen: „In die tijd speelde Bob achter me. Voor mij was dat goed, want hij gaf me af en toe flink op mijn lazer. Ik was vooral een technische voetballer. Hardheid leer je vanzelf, als je maar genoeg tijds rechtsbuiten. Hij kwam bij een training ongelukkig ten val en dat was het einde van zijn carrière. Dat had mij ook kunnen overko men. Ik heb eigenlijk nooit zware blessures gehad, dat is mijn geluk geweest. Volgens mij heeft dat met goede verzorging te maken. Ik ging altijd naar de pedicure en Kreeg min stens twee maal per week een massage. Ik deed er alles aan om spierverrekkingen te voorkomen. Ook heb ik nooit gerookt. Het leuke is dat mijn vrouw en ik jarenlang een sigarenzaak hebben gehad. Daar gaf ik de mensen keurig advies/moetje die nemen als dat doorhadden, keerden we vlak voor de aftrap terug de kleedkamer in. Onder luid boegeroep kwamen we veel te laat het veld weeT op, maar wel met speciale noppen onder onze schoenen. Binnen een kwartier stonden we met 0-3 voor! Ik speelde rechts binnen, Piet van der Kuyl stond op rechts. In al die jaren bij Ajax heb ik op vrijwel alle posi ties gespeeld; behalve die van keeper dan. We gingen destijds met de trein naar het Oost blok. Er reisden zes supporters mee, jongens van de familie Hoopman. Eentje was zijn broek kwijtgeraakt en zat op de terugweg in zo'n lange onderbroek in de coupé." Een andere beroemde Europa Cup-wedstrijd uit de Ajax-historie is de ontmoeting met Fenerbahce in 1968. „Het had zo hard gere gend, dat niemand langer dan een paar seconden stil kon staan op het veld. Want anders zakte je weg. Het duel werd op de woensdag afgelast en - volgens de reglemen ten - 24 uur uitgesteld. Omdat het de hele nacht bleef regenen, nam Michels ons mee naar een oefenveldje op 30 kilometer buiten Istanbul voor een fikse training, die eigenlijk bedoeld was als voorbereiding op de belang rijke competitiewedstrijd bij DWS, de zondag erop. Na afloop van de training zaten we een boterhammetje te eten toen voorzitter Jaap van Praag plotseling kwam zeggen dat het duel alsnog doorging. Ik werd als rechtsback opgesteld omdat ik met mijn harde schot de ballen ver weg kon schieten. Ongelooflijk, maar we wonnen met 0-2. Vanwege het noodweer moesten we vervolgens nog de hele nacht op het vliegveld doorbrengen. Pas op vrijdag kwamen we, dodelijk vermoeid, op Schiphol aan, maar twee dagen later wonnen we toch bij DWS. Het werd 0-1 en ik maakte in de laatste minuut - koppend uit een hoek schop - de winnende goal; dat vergeet ik ook nooit meer." Omdat hij onder meer acht landstitels, zes bekers, een Wereldcup, drie Europa Cups en 463 competitiewedstrijden achter zijn naam had, vond Ajax het een goed idee Sjaak Swart i Ma. ttm ¥T. u.oo tot ir.0-0 uur Zondag vanaf 16.00 uur ^mÈÊk:w&k je een lekkere sigaar wilt'." Swart heeft zijn vrouw Andrea op een bijzon dere manier leren kennen: „In 1960 speelden we een beslissingsduel met Feyenoord om het landskampioenschap. We wonnen met 5- 1. Elftalgenoot Co Prins had een vriendin van zijn eigen vriendin meegenomen onder het mom van 'kom maar mee, want die Swart is nog vrijgezel'. Na afloop was het groot feest. Om tien uur zei ze 'ik ga maar eens'. 'Hele maal niet, jij blijft nog even' antwoordde ik. En dat is nog steeds zo." VOORZET De voorzet van Sjaak Swart was over de hele wereld vermaard. „Ik heb daar twee jaar lang, onder trainer Buckingham, na afloop van de trainingen veel en hard aan gewerkt. Vanaf de middenlijn opkomen, man passeren aan de rechterkant en voorgeven. Iedere dag weer. Daar krijg je vanzelf een goede voorzet van. Tegenwoordig zie je voetballers nauwe lijks meer op een specialiteit oefenen. Dat is jammer, omdat je er wel degelijk beter van wordt. Mijn voorzetten waren hard en strak; een spits hoefde er alleen maar tegenaan te lopen." Swart was van de partij toen Ajax in novem ber 1957 voor het eerst een Europa Cupwed strijd speelde, uit tegen Wismut Aue uit Oost- Duitsland. Omdat hij geen vrij kon krijgen, miste Bob Haarms de Europese primeur, die door Ajax met 1-3 werd gewonnen. Swart: „Het veld was door vorst keihard geworden. een afscheidsduel aan te bieden. Op 8 augus tus 1973, enkele maanden nadat hij gestopt was, nam een kolkend en tot de nok toe gevuld Olympisch Stadion op gepaste wijze afscheid van 'Mister Ajax'. Tottenham Hots pur werkte perfect mee aan het Amster damse voetbalfeest. Onder aanvoering van een excellerende Johan Cruijff won Ajax met 4-1. Daarna weTd er in het Hilton Hotel tot in de vroege uurtjes feest gevierd. Swart: „Speci aal voor dat duel ben ik een maand in voor bereiding gegaan. Drie dagen voor de aftrap verrekte ik een spiertje. Ik kreeg wel een injec tie van de dokter, maar al bij mijn eerste actie voelde ik 'pang' iets knappen in mijn been. Daarna kon ik alleen maar balletjes afgeven. Jammer, want ik was getergd om al die men sen nog één keer de oude Sjaak Swart te laten zien. Het aansluitende feest was grandioos. Willy Alberti was er, Tante Leen natuurlijk en nog veel meer Amsterdamse artiesten. Ik kwam Wim Sonneveld 's ochtends voor de wedstrijd tegen, die verzorgde later bij het feest nog een gratis optreden. Enkele weken later overleed hij." BOSWANDELING In de nostalgische sfeer in La Perche d'Or rij gen de anekdotes zich aaneen. Zoals die ene keer dat vijf spelers, onder wie Swart, Cruijff en Keizer, verdwaalden tijdens een boswan deling. Ze waren achterop geraakt en kozen het verkeerde pad. Door stom toeval arri veerde het groepje enkele minuten eerder dan de rest bij het hotel. Michels deed alsof zijn neus bloedde, 's Avonds, bij het eten, bromde hij ineens 'en die vijf die de weg niet konden vinden, morgenochtend om 8 uur dezelfde route'. De speciale relatie tussen Cruijff en Michels wordt besproken. Hoe streng en rechtvaardig Michels ook was, af en toe kneep hij een oogje dicht als Johan het rustig aan deed op de trai ning. Vooral omdat de sterspeler van Ajax altijd twee dagen nodig had te herstellen van een wedstrijd. In tegenstelling tot Johan Neeskens, die in ieder duel de aanjager was maar op maandagochtend toch weeT zo fris als een hoentje op het trainingsveld stond. Of die ene keer dat bijna de hele selectie een ver plichte wandeling van Michels doorbracht in het ruim van een vrachtwagen. Volgens Sjaak was het één van de weinige keren dat Michels niet doorhad dat zijn spelers probeerden te sjoemelen. Want een andere keer had hij min der geluk.Terwijl de selectie 's middags op de kamer moest rusten, verzamelde de kaart club zich bij Swart. Toen iedereen zich weer moest melden voor een maaltijd en de deur van de kamer voorzichtig open ging, bleek Michels op een stoel voor de deur te zitten. Uiteraard deelde hij nors forse boetes uit aan de spelers die hadden gedacht hem een kunstje te kunnen flikken. „Het mooie aan Sjaak is", zegt Bob plotseling, „dat hij totaal niet tegen zijn verlies kon. Nog steeds niet, trouwens." Mister Ajax beaamt dat: „Ik kan er ook niet tegen als ze negatief over mijn club praten. Het is zelfs een paar keer voorgekomen dat ik heb opgebeld als televisiecommentatoren Ajax probeerden 'te zoeken'. Maar Ajax staat voor aanvallend voetbal; dat moet toch beschermd worden? Dat gebeurt helaas lang niet altijd en dat is jammer, want Ajax is een begrip in de hele wereld. Daarom is het goed dat momenteel al die oud-spelers weer bij de club betrokken worden. Daar kunnen de jonge jongens alleen maar van leren. Johan Cruijff die op de achtergrond zijn tips geeft, dat is alleen toch maar mooi. Ook voor de supporters, die her kennen zich daar in." schoppen krijgt. Wim Starreveld speelde des- Alleen de bovenlaag was spekglad. Toen we Swart knijpt naar binnen tijdens de Europa Cup kwartfinale op 8 maart 1967 tegen Dukla Praag.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2003 | | pagina 5