Vriendschap en historie in een vliegmachine
La Penfe fcr
Bob ontmoet Theo de Groot
Ajax Life nummer 15 29 maart 2003
4
Theo de Groot en Bob Haarms gaan terug in de tijd.
AMSTERDAM - Als het verwezenlijken
van jongensdromen een Olympische
sport was, zou Theo de Groot een
geduchte medaillekandidaat zijn. De
70-jarige voorzitter van Lucky Ajax en
vader van de bekende De Telegraaf-jour-
nalist Jaap de Groot, combineerde in de
jaren vijftig voetballen bij Ajax met zijn
opleiding tot gevechtspiloot. Een tegen
woordig ondenkbare combinatie.
betaald voetbal was, genoot zijn maatschap
pelijke carrière voorrang: „Ik combineerde de
officiersopleiding van de Koninklijke Lucht
macht met voetballen bij Ajax.Tijd om te trai
nen kreeg ik niet. Op zaterdagmiddag begon
mijn weekendverlof. Dat eindigde een dag
later om 20.00 uur. Na afloop van een wed
strijd reed de spelersbus van Ajax eerst langs
de kazerne om mij af te zetten en pas daarna
terug naar Amsterdam."
trekkingskracht van
Ajax niet weerstaan.
De beroemdste heT-
steltrainer aller tij
den sloot zich een
jaar later bij de club
aan. In de herfst van
1950, De Groot was
eigenlijk nog junior,
debuteerde bij in
het eerste elftal. De
uitwedstrijd tegen
NEC ging met 2-1
verloren. Een week
daarop versloeg
Ajax Vitesse in eigen
huis met 2-1. Theo de
Groot maakte kop
pend zijn eerste
treffer voor Ajax.
Lachend: „Eigenlijk
is het traditie dat
een Ajax-talent bij
zijn eerste wedstrijd
direct scoort. Dat
lukte me net niet.
Ook toen al, begin
1 jaren vijftig, hadden
I we een piepjong elf
tal. Meer dan de
helft van de jongens
was niet ouder dan twintig jaar. In 1952
behaalden we met die talentvolle groep zelfs
het districtskampioenschap. Ik speelde in een
elftal met internationals als Rinus Michels en
Joop van Stoffelen. Die sprak je niet met hun
voornaam aan. Ook niet in het veld. Als Van
Stoffelen eens een verkeerde bal speelde,
kwam het niet in me op daar iets van te zeg
gen." In zijn vier jaar durende Ajax-tijd, kwam
de technisch begaafde De Groot voornamelijk
buiten stond in het achtste. We hebben een
jaar gekend waarin alle teams kampioen
werden, zo sterk was Ajax toen. Jack Reynolds
trainde alle elftallen, van het eerste tot het
achtste. Voetballen was bij hem heel simpel.
Afspelen en vrijlopen, daar draaide alles om.
Reynolds was een aimabel mens en een
goede trainer. Ik heb nooit enige instructie
van hem gehad. We speelden altijd in het
zelfde systeem en iedereen wist, wat hij
moest doen. Een voor- of nabespreking was er
niet. Het was de elftalcommissie die het elftal
opstelde, dat deed Reynolds niet zelf. Die had
slechts een adviserende stem. Rinus Michels
heeft er jaren later voor gezorgd dat de trai
ner zélf de opstelling bepaalde."
KOSTUUM
Ook Bob kan zich Reynolds nog goed herinne
ren. Vooral het feit dat de trainer niet van
hoge ballen hield, heeft indruk gemaakt. Bob
zet een Engels accent op en imiteert Reynolds
'Hej koekenbakker, jij zit nie bai de KLM'. Bob
lacht. „Dat zei hij als je een te hoge pass gaf.
Voor een bal op kniehoogte legde hij de trai
ning al stil. Op doel schieten, ook zoiets. De bal
mocht er wel naast, maar nooit over de goal.
Daar kon hij zich vreselijk over opwinden.
OveT Theo de Groot weet Bob ook nog een
fraaie anekdote: „Theo was een hele goede
piloot, een hele goede voetballer maaT ook
een beetje ijdel. We speelden eens thuis, ik
weet niet meer tegen wie. Een kwartier voor
tijd werd Theo gewisseld. Toen al het publiek
na afloop het stadion verliet en richting Mid
denweg liep, stond Theo daar al. Hij had zich
omgekleed en liep in vol kostuum tegen
draads het publiek tegemoet. Even laten zien
wie hij was. Prachtig. De mensen begroetten
hem met ontzag."
In 1954 kwam er een einde aan de voetbalcar
rière van De Groot bij Ajax. Voor zijn opleiding
moest hij twee jaar naar Canada. Bij terug
keer ging het bijna fout: „In 1957 botste ik, op
ruim 5.000 meter hoogte, tegen een ander
vliegtuig. Bijna mijn hele vleugel lag er af. Het
toestel helde scherp naar rechts over. Ik wist
dat ik zou neerstorten. Voor me lag Nijmegen.
Daar wilde ik mijn toestel niet laten neerko
men, dus trok ik de stuurknuppel nog sterker
naar rechts. In die tijd was het niet eenvoudig
de schietstoel te hanteren. Eerst moest ik het
dak eraf schieten met een knop, toen mijn
armleuningen optrekken en dan pas de
schietstoel gebruiken. Ik tolde door de lucht
en moest eerst de stoel van me afwerpen
voordat ik mijn parachute kon opentrekken.
Officieel moest ik daar drie seconden mee
wachten, maar ik sprong op nauwelijks een
kilometer hoogte en had maar weinig
geduld. Omdat ik vergeten was mijn helm
vast te maken, schoot mijn hoofd achterover
met een flink gat in mijn kop als gevolg. Bang
was ik geen moment; ik voelde pas angst toen
ik aan mijn parachute bungelend naar bene
den keek. Daar zag ik water en hoogspan
ningskabels. Gelukkig ben ik - laverend en wel
- goed terecht gekomen. Mijn kist landde zon
der iemand te raken in een boomgaard."
LUCKY AJAX
Tegenwoordig is Theo de Groot alweer bijna
acht jaar voorzitter van Lucky Ajax: „Als ik aan
Ajax denk, denk ik vooral aan vriendschap en
historie. Vriendschap voor het leven. Lucky
Ajax is een unieke club. Je moet honderd pun
ten hebben om lid te mogen worden. Per
gespeeld seizoen krijg je tien punten en per
gespeelde wedstrijd één punt. We hebben nu
ruim tachtig leden, met spelers als Blind, Van
Basten, Koeman, Bosman en Rijkaard.
Komende zomer gaan we weer flink wat wed
strijden spelen, de verzoeken stromen bin
nen. Ik denk dat we met dit elftal, nog zomaar
mee kunnen draaien in de Eerste Divisie!" „De
geschiedenis van Ajax is een andere bin
dende factor. Die is gestart aan het begin van
de vorige eeuw en niet slechts twintig of veer
tig jaar geleden. Dat schept een hechte band.
Toen ik jong was, keek ik met ontzag op tegen
de spelers die in het eerste speelden. Het is
prachtig te constateren dat binnen het hui
dige Ajax zoveel oud-spelers een functie ver
tolken. Je moet een Ajax-hart en een Ajax-ver-
leden hebben om bij deze club te willen wer
ken en te kunnen slagen."
Door Arnout VeTzijl
Als Theo de Groot aanschuift bij Bob aan tafel,
openbaart hij zich als een kwieke jongeman.
De tand des tijds lijkt op hem nauwelijks vat
te hebben gekregen. Amper anderhalf jaar
geleden nog stapte De Groot onverdroten in
een Fokker S11. Het toestel waar hij al zijn hele
leven verliefd op is. Een aantal vliegtuigen
kliefde op de 21ste mei 2001 in formatie door
de lucht boven Lelystad en haalde enkele
acrobatische toeren uit. In één van de andere
Fokkers bevond zich Bob Haarms. Het duo
kent elkaar al langer dan vijftig jaar en Theo
vond het tijd worden dat zijn vriend 'het
echte vliegwerk' eens aan den lijve onder
vond. Nu, in de warmte van La PeTche d'Or,
kunnen beiden er smakelijk om lachen. Ver
halen over vliegtuigen en Ajax scheren over
tafel. Welke volwassen kerel droomde er vroe
ger nou niet van bij Ajax te voetballen of een
vliegtuig te besturen? Theo de Groot deed
beide. Hij speelde tussen 1950 en 1954 30
wedstrijden in de Amsterdamse hoofdmacht
en scoorde daarin 21 maal. Omdat er in de
jaren na de Tweede Wereldoorlog nog geen
OeifSandptein h» *062 HR Amsterdam,TA 020 -615 46 29
Ma. ifm vr. u.co tot 22.0o uur
Zondag vanaf t&oo uur
RECHTSBINNEN
Theo de Gmot werd in 1946 lid van Ajax. In die
tijd was de Amsterdamse voetbalwereld ver
deeld in vier kampen: DWS (Spaardammer-
buurt), De Volewijckers (noord), Blauw Wit
(zuid) en Ajax. De Groot: „Ik speelde met De
Volewijckers eens tegen Ajax en direct na dat
duel stapte toenmalig bestuurslid Arie de Wit
op me af met de mededeling dat Ajax me
wilde hebben. In die tijd was het al zo dat Ajax
dé club was, ondanks het feit dat De Volewij-
kers in 1944 nog landskampioen werd." Ook
Bob Haarms kon destijds de immense aan-
SMBI
Theo de Groot heeft zojuist een vlammende kopbal afgevuurd op het doel van Vitesse. Even later slaat
de bal tegen de touwen en heeft de rechtsbenige aanvaller zijn eerste goal voor Ajax gemaakt. Op 29
oktober 1950 versloeg Ajax de Arnhemmers met 2-1.
als rechtsbinnen in het veld. Alleen bij absen
tie van Michels, schoof hij door naar de posi
tie van midvoor.
ELFTALCOMMISSIE
Beide coryfeeën van weleer pakken pen en
papier om uit te leggen hoe er in de grijze
jaren na de oorlog over voetbal werd gedacht.
Theo doet het destijds befaamde 'WM-sys-
teem' uit de doeken: „We speelden met vijf
mensen voorin die een 'W' vormden. Achterin
stond de stopper/spil centraal, geflankeerd
door twee backs met daar tussenin twee half-
spelers in de vorm van een 'M'. Ik speelde
rechtsbinnen; een aanvallend ingesteld type
van wie verwacht werd dat hij doelpunten
maakte. Ik rende me suf van strafschopge
bied tot strafschopgebied. Bij een voorzet van
rechts moest de rechtsbinnen altijd bij de eer
ste paal opduiken. Het verschil met de rechts
buiten was, dat die helemaal geen verdedi
gend werk hoefde te verrichten en alleen
maar aan de zijlijn moest blijven staan. De
rechtshalf daarentegen ging het strafschop
gebied niet in. Dat was meer een verdedi
gende pion die passes moest geven aan de
voorhoede. Tegenwoordig is het voetbal
compacter, in onze tijd kwam de back nooit
over de middenlijn en draafde de stopperspil
alleen maar achter de midvoor van de tegen
partij aan." Op 28 september 1952, in de wed
strijd tegen Herades, speelde rechtsbinnen
Theo de Groot voor het eerst samen met een
andere rechtshalf. Bob Haarms debuteerde
op die dag in Ajax 1. Het elftal werd in die tijd
getraind door Robert Thomson. De voorgan
ger van de Brit, diens landgenoot Jack Rey
nolds, heeft echter meer indruk gemaakt op
Bob en Theo. Reynolds verbleef, met tussen
pozen, van 1915 tot november 1950 bij Ajax.
Theo: „Ajax had destijds acht elftallen. Ieder
een kende elkaar, ik wist exact wie er links-