M
LaPeroe dor
La Perche d'Or
Ajax Life nummer 14 8 maart 2003
BOB ONTMOET JOHN VAN 'T SCHIP
Idool en clubliefde
AMSTERDAM - John van't Schip was acht jaar oud toen hij in april 1972 voor het eerst voet op Nederlandse bodem zette. Een
maand later volgde hij met grote ogen de finale van de Europa Cup voor Landskampioenen tussen Ajax en Internazionale. Vol
bewondering zag hij Ajax excelleren en Johan Cruijff uitblinken. „Vanaf dat moment was Ajax mijn club en Cruijff mijn idool."
Door Arnout Verzijl
De eerste jaren van zijn leven kende Van 't
Schip Ajax alleen maar uit verhalen van bij
het haardvuur. Zijn ouders kozen op jonge
leeftijd voor een avonturiersbestaan in het
Noorden van Canada. „Jarenlang heeft mijn
vader telefoonverbindingen aangelegd in de
provincie British Colombia, vlakbij Alaska.
Zeven maanden per jaar was het daar ijzig
koud. Op een gegeven moment hield mijn
moeder het niet meer uit. Ze wilde terug naar
Nederland en düs vertrokken we. In Canada
voetbalde ik al, maar ijshockey was daar de
absolute nummer één sport. Eenmaal in
Nederland wilde ik zo snel mogelijk op een
club. Dat werd NEC uit Amstelveen.Toen ik 10
jaar was, ging een jongetje uit mijn elftal
naar Ajax. Was ook mijn vurige wens, maar
m'n ouders verboden het. Mijn vader wilde in
principe weinig met voetbal te maken heb
ben, omdat zijn broer tijdens een wedstrijd
eens een been had gebroken. Twee jaar later
mocht het gelukkig wel. Na twee proeftrai-
ningen kreeg ik tot mijn grote vreugde te
horen dat ik kon blijven."
JOHAN CRUIJFF
Een groeiachterstand was er de oorzaak van
dat de eerste schreden van John van 't Schip
op weg naar een glorieus profbestaan moei
zaam verliepen. „Ik kwam, samen met onder
meer Wim Kieft, in de Ci terecht. Wim was
toen al net zo lang als nu, terwijl ik nog klein
en iel was. Aanvankelijk speelde ik op het
middenveld. Pas in de Bi ben ik naar de rech
terflank verhuisd. Één van mijn eerste wed
strijden in de Bi was tegen DWS. Daar speel
den Ruud Cullit en Frank Rijkaard op het mid
denveld. Ik werd door hen helemaal overlo
pen en daarom verplaatste trainer Dick de
Groot me in de rust naar de rechtsbuitenplek.
Toen ik eindelijk begon te groeien, stond ik al
bekend als 'die rechtsbuiten'. Via de Ai en het
tweede elftal kwam ik uiteindelijk in het eer
ste terecht. Mijn debuut viel samen met de
comeback van Johan Cruijff. Dat was op 6
december 1981, die beroemde thuiswedstrijd
tegen Haarlem. In de aanloop naar dat duel
was de spanning om te snijden. De kranten
stonden vol van zijn rentree bij Ajax. Ik heb
Johan die dag op de voet gevolgd: voor, tij
dens en na de wedstrijd. Voor de wedstrijd
ging-ie nog naar het toilet met z'n krantje;
bleek een ritueel te zijn. Johan speelde op zijn
oude Puma voetbalschoenen. Die had hij
helemaal zwart gemaakt omdat hij in die tijd
bezig was met zijn eigen sportmerk. Met zijn
afgezakte sokkies betrad hij het veld om Piet
Schrijvers in te schieten... Nou ja, Cruijff
schoot alles raak. Dat was lekker voor Piet
zeg." Johan Cruijff bekroonde zijn rentree met
een weergaloos doelpunt. Halverwege de eer
ste helft versloeg hij Haarlem-doelman
Edward Metgod met een magistrale lob. Diep
in de tweede helft mocht Van 't Schip debute
ren: „Ik kwam erin voor Ling. Het eerste wat
Johan deed, en dat is zo typerend voor hem,
was mij aanspelen. Hij riep 'erop af, je staat
één tegen één. Pak 'm.' Dat deed ik. Luc Nijholt
was mijn tegenstander en ik omspeelde hem,
waarna hij mij onderuit haalde. Dat was mijn
eerste actie in Ajax 1."
MIDDENVELD
Van 't Schip werd ooit door Cruijff bestem
peld als de ideale spelverdeler. Dat drukt een
nadrukkelijk stempel op de huidige trainer
van Jong Ajax, die toch op de rechtsbuitenpo
sitie vastgepind bleef. Ik was op dat moment
de beste rechtsbuiten. Dennis Bergkamp
heeft het op die plek geprobeerd, maar dat
lag hem niet echt. Dennis begon zich net te
ontwikkelen tot een echte 'nummer 10'. Toen
Jan Wouters eens aan zijn knie werd gehol
pen, heb ik een aantal maal op het midden
veld gestaan, onder meer in de Europa Cup
wedstrijd tegen Hamburger SV. Dat liep
prima, maar toen Jan weer fit was, moest ik
toch weer naar voren. Ik heb best eens met
mijn vuist op tafel geslagen, maar de trainer
zei dan, dat het teambelang altijd boven het
individueel belang moest prevaleren. Daar
heb ik me uiteindelijk maar bij neer gelegd.
Pas op vrij late leeftijd heb ik het niet meer
geaccepteerd. Dat was in 1992, onder Louis
van Gaal. Het ging vooral om de manier
waarop hij me wilde gebruiken. Ik mocht
alleen maar diep aan de zijkant blijven staan
en daardoor weTd ik nauwelijks in hét spel
betrokken. Kreeg ik eindelijk de bal, dan had
ik weinig ruimte richting achterlijn en direct
twee tegenstanders tegenover me. Onder
Cruijff en Beenhakker vormde ik met Danny
Blind en Aron Winter een ideale driehoek. Zij
kwamen op, ik liet me zakken. Die wisselwer
king verliep perfect en daaT putte ik veel vol
doening uit. Dat akkefietje met Van Gaal liep
zo uit de hand, dat ik twee maanden lang niet
werd opgesteld. Tot mijn geluk draaide Ajax
in die periode niet lekker. Ik kwam terug en
speelde goed in de UEFA Cup-duels tegen AA
Gent, Genoa en ToTino. Het hele elftal draaide
toen super en uiteindelijk wonnen we, ten
koste van Torino, zelfs de UEFA Cup.
BROODJE KRAB
Vijfjaar eerder had John van 't Schip met Ajax
ook al een Europa Cup, ditmaal die voor
Bekerwinnaars, gewonnen. Onder leiding van
Johan Cruijff: „Johan introduceerde het zoge
naamde leerproces. Hij bewaakte als het ware
de ontwikkeling van een hele jonge ploeg. We
speelden fris en leuk voetbal. Voor ons gevoel
werden we steeds beter en hij leerde ons in
het veld na te denken. Cruijff maakte ons
bewust van het feit dat we met een vak bezig
waren; dat deed-ie op een leuke manier. Het
was een beste periode, die we afsloten door in
Athene Lokomotive Leipzig in de finale met
1-0 te verslaan. In diezelfde periode heeft
Johan Bob Haarms weer teruggehaald bij
Ajax." Bob: „Dat klopt. Ik was een jaar traineT
van Aalsmeer geweest en twee jaar van Volen-
dam.Toen belde Johan met de vraag of ik soms
terug wilde komen bij Ajax. 'Ik ben er al' ant
woordde ik en sprong een gat in de lucht.
Johan begreep het belang van het betrekken
van échte Ajacieden bij de club." John: „Johan
bemoeide zich werkelijk overal mee. Niet uit
eigenbelang, maar uit liefde voor Ajax. Tijdens
de voorbereiding op het seizoen ig84/'85
weTd ik geveld door een hernia. Plots lag ik op
de grond met verlammingsverschijnselen.
Omdat ik maar nét 20 was, heeft het vrij lang
geduurd voordat ik me liet opereren. Johan
nam me overal mee naar toe om te onderzoe
ken wat de mogelijkheden waren. Uiteindelijk
ben ik in november geopereerd in Groningen.
Op de dag van de ingreep haalde hij vroeg in
de ochtend mijn moeder op en is hij naar Gro
ningen gereden om erbij te zijn. Met 'zo'n
kapje' voor zijn mond stond hij erbij. Enkele
dagen later bracht hij een broodje krab voor
me mee. Johan ten voeten uit."
GEVOEL
In de zomer van 1992 koos Van 't Schip voor
een buitenlands avontuur. Bij Genoa: „In mijn
eerste jaaT deed ik daaT zoveel nieuwe
indrukken op, dat ik Ajax alleen nog maar op
een verre afstand volgde. Pas een seizoen
later kreeg ik dat gevoel weer terug. Ajax won
vervolgens de Champions League; liep ik trots
rond op de training bij Genoa. Vooral als Ajax
een Italiaanse tegenstander had verslagen,
was ik op m'n best in de kleedkamer. Dat zal
altijd wel zo blijven, het Ajax-gevoel uitdra
gen in eigen en andere omgeving. Het is
gewoon uniek wat Ajax de laatste 30 jaar in
Europa heeft gepresteerd. We moeten er met
zijn allen voor zorgen, dat we die cultuur blij
ven bewaken en uitdragen."
Delflandplein 14,1062 HR Amsterdam
Tel: 020 - 615 46 29
Ma. t/m vr. 12.00 tot 22.00 uur
Zondag vanaf 16.00 uut