Anecdotes en een fluitende bal La Percbe aOr Bob ontmoet Cerrie Mühren r Ajax Life nummer 13 15 februari 2003 AMSTERDAM - Cerrie Mühren was één van de steunpilaren van het gouden Ajax van de jaren zeventig. Gezegend met een fluwele trap alsmede een surplus aan techniek, droeg hij een belangrijke steen bij aan de drie opeenvolgende zeges in het toernooi om de Europa Cup voor Landskampioenen. Aan tafel bij Bob Haarms toont de Volen- damse Ajacied zich een bijzonder mens. Zeer goedlachs, uitermate vriendelijk en oprecht bescheiden. Een typische uitspraak van Mühren, waarin hij zichzelf te kort doet: „Ik heb heerlijke jaren gehad, daar links op het middenveld. Johan Cruijff stond naast me en Piet Keizer voor me. Da's lekker voetballen, hoor." Doot Arnout VeTzijl Bob en Cerrie kennen elkaar al bijna 35 jaar. Het tweetal onderhoudt een intensief con tact, gestoeld op wederzijds respect en ver trouwen. Ajax Life zit met deze mannen van onbegrensde clubliefde aan tafel, daags nadat de elftallen van oud Ajacieden en oud Volendamspelers tegen elkaar gevoetbald hebben. Bob, die er vroeger om bekend stond de spelers van Ajax scherp te krijgen door bewust oneerlijk te fluiten tijdens de trai ning, is zijn streken blijkbaar niet verleerd. Hij heeft, volgens Cerrie, Ajax in Volendam laten gelijkspelen en dat zit de middenvelder, die met zijn dorpsgenoten meespeelde, niet lek ker: „Laat ik direct van wal steken. Hier aan tafel zit iemand die doorgaat voor eerlijk. Nou, wat ik afgelopen dinsdag heb mee maakt? We hadden afgesproken dat drie cor ners een strafschop zou opleveren. Wat denk je dat Bob doet? Die telt alle corners bij Ajax op! Bob: „Het was eigenlijk al tijd en achter me werd druk met armen gezwaaid dat we van het veld moesten." Cerrie: „Gaf hij Ajax in de laatste seconde een strafschop, waardoor we gelijkspeelde." Bob: „Gelukkig schoot Frenkie Rijkaard 'm eT in!" VERKEERD VERBONDEN Er wordt gelachen en gedold. Beiden zijn nog steeds even fanatiek als voorheen, met als gevolg een enerverend gesprek, dat zich onmogelijk laat sturen. Gerrie Mühren ont popt zich als zeer prettig gezelschap. De ene na de andere anecdote rolt over tafel. Bob zet voor, Gerrie maakt af. Of andersom. Het gesprek komt op de tijd dat ze - samen met oud-doelman van Volendam Jaap Bloem als mede trainer Gert Kruys - twee jaar lang amateurclubs afreisden om er clinics te geven; een periode waarin de onderlinge band alleen maar sterker werd. Gerrie: „Weet je nog Bob, dat we na afloop van zo'n clinic, meestal om zo'n uur of zes, hier bij jou in het restaurant zaten? Jaap Bloem ging weg en stond vervolgens vijf minuten later weer lijk bleek op de stoep. 'Er stak onverwacht een vluchtheuvel over', stamelde hij. Wij lachen en belden z'n vrouw om haar gerust te stel len. Jaap was behoorlijk geschrokken van zijn botsing. Ik kreeg verbinding met zijn vrouw en vertelde dat we nog in La Perche d'OT zaten. 'Wat', schreeuwt Jaap opeens uit. Hij draaide zich om en riep boos 'we geven niks aan de pers door!' Had-ie me verkeerd ver staan, zo overstuur was hij." Bob is nog niet uitgelachen of het volgende verhaal komt ter tafel. Ingegeven door het woord 'bellen'. Gerrie: „Arnold, mijn broer, heeft 3,5 jaar bij Ajax gevoetbald en kwam nauwelijks aan bod, omdat ik op zijn positie speelde. Dat vond ik heel erg. Op een zondag ochtend reden we samen naar Amsterdam toen hij zei 'Gerrie ik speel vandaag links back'. 'Mooi zo, pakken die kans', zei ik. We moesten tegen FC Den Haag waar de in opkomst zijnde Tscheu la Ling rechtsbuiten stond. 'Ik zal rekening met je houden Arnold. Kom maar op zoveel je wilt, dan neem ik je positie over'. Arriveren we bij Ajax, zegt Bob tegen me 'je hebt het toch wel begrepen hè'. 'Tuurlijk zeg ik', Arnold speelt achter me, geen probleem. 'Nee', zegt Bob, 'Jij speelt linksback vandaag.' Ik begreep er in eerste instantie niks van. Later bleek hoe het misverstand ont staan was: De vrouw van Arnold heet Gerie. Bob had per ongeluk m'n broer gebeld en was in de veronderstelling dat hij mij aan de lijn had. Dat was zó sneu voor Arnold. Tijdens de wedstrijd moest ik opeens weer aan het mis verstand denken en kTeeg de slappe lach. Werd ik me toch door die Ling, die ik tot dan toe volledig in mijn zak had, ingehaald zèg. Niet veel later werd hij door Ajax aangetrok ken!" Bob: „De stemmen van Arnold en Gerrie leken zo op elkaar, dat had ik echt niet in de gaten." WERELDKAMPIOEN Gerrie Mühren raast onverminderd voort. Hij verhaalt over zijn periodes bij Volendam en Betis Sevilla, haalt herinneringen op aan Rinus Michels en Stefan Kovacs en legt haar fijn uit, met trots in z'n stem, wat Volendamse humor is. Over z'n eigen prestaties rept hij, bescheiden als Mühren is, nauwelijks. Dus grijpt Bob in: „Gerrie won iedere duurloop bij Ajax. Hij had een enorme conditie. De Bos baan is vijf kilometer lang. Alle spelers ver trokken tegelijkertijd, maar Gerrie kwam altijd als eerste aan. Sommige spelers gingen helemaal kapot, waren meer dood dan levend aan de finish. Op zo'n moment stond Gerrie alweer onder de douche in 'De Meer'. Kon ook, omdat we in die tijd nog met eigen auto's naar het Amsterdamse bos gingen. Tegen woordig zou dat een bus zijn." Gerrie: „Ik had en heb een lage pols. Momenteel bedraagt mijn hartslag 35. Eén keer - maar toen was ik al 41 jaar - ben ik eens verslagen met een duurloop. Op verzoek van een sponsor ver bleef ik toen in Spanje. Dagelijks liepen we hard, van het hotel naar een rotonde en weer terug, een kilometer of acht bij elkaar. Als we bij de rotonde aankwamen, versnelde ik stie kem, zodat niemand me kon bijhouden. Op een keer kwam er een klein, gebrekkig Engels sprekend mannetje naar me toe die vroeg of hij mee mocht lopen; een mager ventje met een trainingspak aan. Op het moment dat we de rotonde naderden, versnelde ik. ledereen moest lossen, behalve hij. Ik gaf gas bij, maar wat ik ook probeerde, ik raakte hem niet kwijt. De laatste twee kilometer liepen we in sprint naar het hotel. Hij won, liep fluitend de trap op, terwijl ik helemaal 'total loss' was. Later, héél véél later, komen mijn vrienden er eindelijk aan. Zeggen ze 'Hé, wat probeerde jij nou te doen? Die man eruit lopen? Weet je wel wie dat was? Het bleek Alberto Cova geweest te zijn, de wereldkampioen op de vijf en tien kilometer!" Dankzij Bob komt het gesprek op een abso luut hoogtepunt uit de vaderlandse voetbal geschiedenis. In het voorjaar van 1973 begon Gerrie Mühren de bal in het uitverkochte Ber- nabeu Stadion plotseling hoog te houden. Wel een keer of tien! „Op zich niet moeilijk hoor", aldus de technicus. „Ruud KtoI zou langs de linkerkant opkomen, daar moest ik even op wachten." Wat Mühren er niet bij ver telt, is het feit dat het 'wedstrijdje' waarin hij zijn kunstje vertoonde, Real Madrid-Ajax was, een wedstrijd in de halve finale van de Europa Cup voor Landskampioenen. En dus ten overstaan van miljoenen televisiekijkers. Mühren: „Later die avond deed zich nog iets grappigs voor. Ik liep met Johan Neeskens en Arnold in Madrid over straat; zagen we een groepje Spanjaarden die ook bezig waren een balletje hoog te houden. Zei Johan tegen die Spanjaarden 'dat was hij hoor, die dat deed'. Wat denk je? Die gasten moesten lachen; geloofden er niks van. Ik kTeeg een wegwerp gebaar en voort gingen ze." FLUITEN David Endt verwoordt de oogstrelende acties van de balkunstenaar mooi: „Ik heb eens met Gerrie samengespeeld, ergens in een zaal. Hij kon de bal zo mooi strelen, met effect op de juiste plek brengen. Ik hoorde de bal voorbij fluiten voordat die zijn bestemming bereikte. Een moment was ik met stomheid geslagen en kon ik slechts luisteren." Gevraagd naar het geheim van Ajax' succes sen uit begin jaren zeventig, is Mühren reso luut: „Rinus Michels. Bij één van mijn eerste wedstrijden schreeuwde hij 'Hé Mühren, je hebt geen techniek', toen ik - die het natuur lijk wél van z'n techniek moest hebben - per ongeluk een bal op een heel slecht bespeel baar veld, onder m'n voet door liet hobbelen. Michels gaf nooit complimenten als het goed was, maar liet zijn mening op een andere manier doorschemeren, zodat iedereen tóch wist wat hij bedoelde. In mijn eerste periode bij Ajax moest ik enorm wennen aan die mentaliteit; mezelf vermannen om niet weg te gaan.Toen ik voor het eerst vader werd, heb ik Michels gebeld om dat door te geven. Zei hij 'kom maar wat later'. Dus meldde ik me pas om 16.30 uur in De Meer. Moest ik prompt - apart met Bob - tóch gewoon een pittige trai ning afwerken. Tsja, het was destijds onder leiding van Rinus een harde leerschool: kei hard, maar goudeerlijk en uiterst conse quent. De basis van een goede trainer is eer lijkheid en dat heb ik in zowel Rinus als Bob altijd gehad. Behalve dan vorige week dins dag, toen hij gelijk liet komen." Cerrie Mühren haalt uit in de beroemde Europa Cupwedstrijd bij Real Madrid. Cerrie Mühren en Bob Haarms in een onderhoudend gesprek.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2003 | | pagina 5