HÜHCIED
Nourdin Boukhari
Ajax Life nummer 3 29 augustus 2002
lÉ
1
Een jongen van de straat
AMSTERDAM - Lange tijd zag het er naar uit dat Victor Sikora deze zomer de enige
belangrijke aankoop zou worden. Groot was dan ook de verrassing, toen de Amster
dammers nog geen dag na het aantrekken van Sikora ook de 22-jarige Nourdin
Boukhari contracteerden. Een portret van een Rotterdamse straatvoetballer van
Marokkaanse afkomst. „Ik moet bezig zijn met de bal, anders red ik het niet.
Door Daan Schippers
Met een stralende lach op het gezicht komt
Nourdin Boukhari de persruimte van de
ArenA binnen. Met recht, want de Marok
kaanse international - het haar strak achter
over gekamd - heeft alle reden om vrolijk te
zijn. Vlak voor het begin van het nieuwe sei
zoen maakte hij de overstap van het zojuist
gedegradeerde Sparta naar Ajax. Net toen
Boukhari zich had verzoend met het voorne
men zich volledig te concentreren op een sei
zoen met Sparta in de Gouden Gids Divisie,
bracht zijn manager hem op de hoogte van de
belangstelling uit Amsterdam. „Ik wist dat
Ajax al een tijdje achter me aan zat, maar uit
eindelijk werd het vrij onverwachts con
creet."
De 22-jarige Boukhari vertelt het met het zelf
bewustzijn van iemand, die al jaren bij een
topclub speelt. Alsof het nooit anders is
geweest, dolt hij met Maxwell en enkele vrou
welijke medewerkers van Ajax. „Ik meng me
wordt een probleem; thuis was ik altijd een
luie donder. Ik heb bijvoorbeeld geen idee hoe
ik moet koken."
MOTTO
In een voetbalgek gezin van acht kinderen -
zes jongens en twee meisjes - was dat voor
Boukhari ook niet noodzakelijk. Net als zijn
broers kon hij zich volledig richten op voetbal.
„Het talent zit vooral bij de jongsten, maar
ook mijn oudere broer Samir (26) kon goed
voetballen. Op z'n vijftiende kon hij naar PSV,
maar mijn vader vond het te vroeg om hem
uit huis te laten gaan. Hij is bij Neptunus
gebleven.
Ik speelde altijd samen met mijn één jaar jon
gere broertje Mourad. Hij voetbalt niet graag
op het veld, liever in de zaal en op straat. Ik
ben de enige die betaald voetbal speelt en
heb daarom een voorbeeldfunctie. Ik maak
ook altijd even een praatje met jongetjes die
me aanspreken; dat vond ik vroeger zelf ook
altijd leuk."
altijd makkelijk tussen andere mensen, ben
niet iemand die stil in een hoekje gaat zitten.
Ik kende nog geen Ajacieden persoonlijk,
alleen Aron (Winter, red.), die vorig seizoen
ook bij Sparta speelde. Ik wordt door iedereen
goed opgevangen. Aan alles kan ik merken
dat het er bij Ajax professioneler aan toe gaat
dan bij Sparta."
Na driejaar degradatievoetbal bij de Kasteel-
dub was Boukhari toe aan een stap hogerop.
Het deert de aanvaller niet dat hij daarvoor
moest vertrekken uit de stad, waar hij werd
geboren en de eerste 22 jaar van zijn leven
heeft doorgebracht. „Als een club als Ajax
komt, zeg je geen nee. De meeste van mijn
vrienden pakken het goed op en ook mijn
familie was erg blij voor me. In Rotterdam zijn
er op straat soms mensen die me vreemd
aanstaren, maar daar heb ik schijt aan. Ik loop
gewoon door, want voor je het weet krijg je op
je donder. Ik ga in ieder geval wél verhuizen,
naar Diemen of Ouderkerk aan de Amstel.
Dat lijkt me logisch met die wedstrijden
tegen Feyenoord straks in het vooruitzicht."
Die verhuizing betekent dat Boukhari - voor
het eerst in z'n leven - op eigen benen moet
gaan staan. Een eerdere poging om zijn
ouderlijk huis te verlaten, strandde. „Ik zou
vorig jaar een appartement van een advocaat
overnemen. Maar die zat in het buitenland en
liet lange tijd niets van zich horen.Toen heb ik
gezegd 'laat maar zitten' en ben ik bij m'n
ouders blijven wonen. Maar nu móet ik wel
het huis uit. Ik heb er de leeftijd voor en de
discipline heb ik óók. Alleen het huishouden
1
Op de diverse pleintjes van de Rotterdamse
wijk Bospolder Tussendijk legde Nourdin
Boukhari de basis voor zijn latere profcar-
rière. „Jongens uit andere wijken kwamen
naar het Bospolderplein om tegen elkaar te
spelen. Mijn broertje en ik zetten dan de lij
nen uit en het sterkste team bleef staan. Het
mooiste was om iemand te poorten en
daarna te scoren;dat was zó vernederend. Wij
bleven redelijk vaak tot het einde staan. Ik
was altijd op die pleintjes te vinden, móest
bezig zijn met de bal, want anders Ted ik het
niet. Dat is mijn motto. Zonder voetbal kan ik
niet leven."
Boukhari was niet direct overtuigd van het
nut zich bij een club aan te melden. Wanneer
het maar kon - voor en na schooltijd en in de
pauze - trapte hij tegen een bal. „Na school
tijd aten mijn broertje en ik altijd razendsnel,
omdat we gierig waren om weer te kunnen
spelen. Ik had nooit een club in m'n hoofd
waarvoor ik graag zou willen spelen, maar
uiteindelijk ben ik bij Neptunus begonnen en
later bij HOV terecht gekomen. Sparta toonde
al vroeg interesse, maar de overstap liet lang
op zich wachten. Pas toen ik op m'n zeven
tiende met het eerste elftal van HOV
kampioen werd, vertelde m'n trainer dat er
verschillende betaalde clubs belangstelling
hadden."
Feyenoord, Sparta, FC Utrecht, DoTdrecht'go
en diverse Hoofdklassers wilden de destijds
18-jarige Boukhari hebben. Feyenoord vond
hem uiteindelijk te licht en Mark Wotte dacht
dat de concurrentie bij FC Utrecht meer kwa
liteit had. „Ik was verrast over al die belang
stelling. Een gesprek met Sparta voelde
meteen goed aan. Ik vond het prima om bij
een kleinere club te beginnen. Feyenoord had
me na één slechte wedstrijd misschien direct
bij Excelsior gestald. Ik debuteerde voor
Sparta tegen SC Heerenveen en maakte
meteen een doelpunt. M'n échte doorbraak
kwam een week later, toen ik tegen Feye
noord de winnende treffer maakte. Daarna
ging het pas echt snel."
TOESLAAN
Drie seizoenen dmeg Boukhari het klassieke
rood-wit gestreepte shirt van Sparta, een
periode waarin hij zowel linksbuiten als ach
ter de spitsen speelde. „Daarom lette ik altijd
erg op Jari (Litmanen, red.), hij speelde op
mijn positie en ik vond hem een erg goede
voetballer. Qua voetbal interesseerde de
speelwijze van Ajax me altijd; hoe ze de bal
het hele veld rond lieten gaan, het twee keer
raken en het hoge tempo. Ik zal hard gaan
knokken voor een basisplaats, hoewel ik
gehaald ben voor de toekomst en te gaan
concurreren met de andere jongens. Maar als
ik beter wil worden, moet ik natuurlijk toch
voetballen."
Wie Boukhari tijdens zijn Sparta-tijd een
beetje in de gaten heeft gehouden, herinnert
zich de truc waarmee hij PSV-er Johann Vogel
afgelopen november voor schut zette. „Soms
komen die bewegingen eruit, vooral als ik lek
ker in de wedstrijd zit. Straatvoetbal blijft in
m'n kop zitten, hoewel de keren dat ik tegen
woordig nog op straat speel, steeds minder
worden. Te weinig tijd en de trainingen bij
Ajax zijn zwaar; ik heb m'n rust dus hard
nodig. Maar als ik op het veld in een klein
hoekje wordt gedrongen, dan zal ik zeker toe
slaan. Maar ik speel nu bij Ajax en als ik in een
één-tegen-één-situatie sta, kan ik de bal net
zo makkelijk even vasthouden."
In zijn eerste weken in Amsterdamse dienst
werd Boukhari nog niet bij de eerste selectie
betrokken. Onder meer als gevolg van een
hamstringblessure waarmee hij bij Sparta al
een tijdje kampte. „De medische staf van Ajax
zei dat, als ik er langer mee zou zijn doorgelo
pen, ik er langdurig uit zou zijn geweest. Ze
hebben een extra programma voor me opge
steld waarmee ik aan de slag ben gegaan en
inmiddels ben ik weer fit. Helaas heb ik mooie
wedstrijden tegen Celtic, Norwich City, Man
chester United en FC Barcelona gemist. Ik had
graag willen laten zien, waarvoor ik gehaald
ben."
I
8
1
1
I