Het aura van Cruijff als een komeet zo snel. Ik wilde ook stoppen, maar van Johan móest ik door. Dat was goed voor mijn mentale weerbaarheid, zei hij." FABELACHTIG Bryan Roy kwam op 12-jarige leeftijd bij Ajax terecht en debuteerde al vijfjaar later in Ajax 1. En zoals het zo vaak ging bij Ajax, ook hij scoorde bij zijn debuut. Op fabelachtige wijze, vanuit een onmogelijke hoek, knalde hij de bal over de doelman van FC Twente in de verre kruising. Een nieuw talent was opge staan en het Ajax-publiek in De Meer stond op de banken. Het Ajax van eindjaren tachtig stond echter onder een slecht gesternte en was niet zo succesvol als in de decennia ervoor en erna. Zo was er bijvoorbeeld in Nederland de suprematie van PSV. Roy: „Die waren zo sterk. Vanenburg, Kieft, Lerby, Gerets, Romario, daar konden wij als jonge groep niet tegenop. Wij speelden vaak wel het betere voetbal, maar door onze onerva renheid verspeelden wij teveel punten. Ik heb vaak tegen Erik Gerets gespeeld. Een wed strijd op zich, iedere keer weer. Hij was geen vervelende tegenstander voor me. Bij de eer ste bal die ik aanraakte, kreeg ik 'een beuk' van hem. Dat wist ik van tevoren. En ja hoor, dan vloog ik met bal en al door de lucht. Pas daarna kon het duel écht beginnen. Pas veel later hoorde ik, ik meen van Wim Kieft, dat Gerets altijd vreselijk zenuwachtig was als hij tegen mij moest spelen." De tegenslag kwam niet alleen uit Eindho ven, maar ook vanuit de eigen stad. Op 28 september 1989 gooide een idioot tijdens een UEFA Cup-wedstrijd vanuit de F-side een ijze ren staaf op bet veld. Doelman Wohlfart van Austria Wien werd vol in de rug getroffen. Ajax verloor reglementair en werd voor een jaar uitgesloten van Europa Cup-voetbal. Roy: „Het staafincident was voor ons een drama. We waren toen nog zo jong en oner varen. Mijn hele generatie is een hoop erva ring misgelopen door die uitschakeling en de daarop volgende uitsluiting. We werden dat seizoen wél kampioen, maar mochten niet deelnemen aan de Europa Cup voor Lands kampioenen." Bob: „Ik kijk nog wel eens videobanden terug en dan zie ik telkens weer Jan Wouters die - met die staaf in z'n handen - probeert te doen alsof er niet zo veel aan de hand is, terwijl hij het projectiel over de zijlijn gooit." UEFA CUP Een jaar later, in 1991, mocht Ajax weeT mee doen in Europees verband al moest de club nog wel de eerste drie thuiswedstrijden in de UEFA Cup op minimaal honderd kilometer buiten Amsterdam afwerken. Standplaats werd Düsseldorf. Bob: „De volgorde weet ik nog exact. Eerst tegen Örebro uit Zweden, vervolgens tegen die Oost-Duitsers van Rot Weiss Erfurt en in de derde ronde het Spaanse Osasuna. Pas daarna mochten we eindelijk weer thuis spelen. In het Olympisch Stadion was AA Gent de tegenstander. We wonnen en daarna was Genoa in de halve finale onze tegenstander." Roy: „Van die wed strijden kan ik me nog alles herinneren. De indrukwekkende entourage, het mooie sta dion met de tribunes dicbt op het veld en dat prachtig trainingscomplex. Het lijkt wel of ik alles in een roes heb meegemaakt. Het ging ook allemaal zo snel. We kwamen al binnen een minuut op een 1-0 voorsprong door een goal van Pettersson. Aron Winter speelde toen super, Dennis ook... eigenlijk iedereen. Misschien is dat wel mijn beste wedstrijd in ruim vijf jaar Ajax geweest." Ajax won in Genua met 2-3 en speelde thuis - in een regel rechte thriller - met 1-1 gelijk. In de finale was Torino de laatste tegenstander. Ajax moest eerst uit. Bob: „Wim Jonk opende de score met een wereldgoal. Wim kon zo gemeen schieten, met een curve aan de bal. Prachtige goal van 25 meter." Uiteindelijk werd het 2-2, waardoor de beslissing moest vallen in bet Olympisch Stadion." BLUFGOZERS Bob: „We zaten als voorbereiding op die UEFA Cup-finale in Wassenaar, in een hotel in de duinen vlakbij het strand. Op de heenweg naar het stadion werden we geweldig toege juicht. Toen we het veld opgingen - om even sfeer te proeven - zat het hele stadion al vol. We kónden gewoon niet meer verliezen." Ondanks het feit dat Torino in de slotfase nog op de lat schoot, bleef het 0-0 en veroverde Ajax, voor het eerst in de historie, de UEFA Cup! Bryan Roy: „Aron, Dennis, Richard en al die anderen. We speelden al zes jaar samen. We hadden een elftal vol humor en het saamho righeidsgevoel was groot; dat maakte de ploeg zeer homogeen. We waren zo goed; daarom wonnen we die UEFA Cup. Met een gezonde arrogantie gingen we de wedstrij den in. We beseften toen nog niet wat we gepresteerd hadden; waren Amsterdamse blufgozers die van iedereen wilden winnen. Pas nu besef ik hoe goed we tóen waren." Ajax Lirt nummer 3 29 augustus 2002 I Bob ontmoet Bryan Roy Door Arnout VeTzijl „Als ik aan Ajax denk, dan schieten me vooTal beelden van stadion De Meer in gedachten. Naar de training lopen; jeugdspelers om het stadion heen. Dan omkleden... Klak klak, het klikken van de noppen op de grond. Dan bij het weglopen door het hek naar het tweede elftal kijken. Of auto's van het eerste zien wegrijden; 'kijk kijk, daar gaat Vanenburg'." Bryan Roy draagt moeiteloos voor uit al die opgeslagen jeugdbelevenissen. De voorma lige linkerspits èn Bob Haarms hebben al zeker twee uur herinneringen opgehaald in restaurant La Perche d'Or voordat ze zijn aan gekomen bij de essentie: 'Wat is nü het echte Ajax-gevoel?' Bob wijst en zegt: „Daar...Tussen die vier licht masten. Dat was wat we altijd zeiden tegen die jonge gasten. 'Daar moet je lateT wezen'." Roy: Ja, tussen die vier lichtmasten, dat zei den ze ook altijd tegen mij. Daar deden we het allemaal voor. Het Ajax-gevoel, dat is niet in woorden uit te drukken. Het is een gevoel dat moet worden ondergaan." Bob: „Ik heb eigenlijk twee opvoeders gehad: thuis en Ajax. Als ik de weg overstak - naar Ajax - ging dat proces gewoon door; de leiders en de trai ners van Ajax leerden me wat wel mocht. En wat niet." Roy: „Ik denk ook aan Johan Cruijff. Toen ik de jeugdelftallen doorliep, was hij Technisch Directeur. Ik heb al die tijd met hem te maken gehad. Ook als hij niet present was, voelde je zijn aanwezigheid bij De Meer. Zijn aura zweefde er voortdurend rond. Vanaf de Ci moest hij altijd Richard Witschge en mij heb ben. Kregen we - ten overstaan van onze medespelertjes - de wind van voren. In zijn ogen deden wij het nooit goed, hij had alleen maar kritiek. Maar dankzij hem ben ik wél doorgebroken. Johan Cruijff heeft mij uitein delijk de kans gegeven in het eerste." Bob: „Bryan heeft goed naar Johan geluisterd. En dan blijkt hoe ver iemand kan komen. We praten hier wel over Cruijff hè?" Roy: „Hij was een soort beschermheer. Voor mij èn voor Ajax. In mijn onderbewustzijn heb ik altijd geweten dat het moment van mijn debuut zou komen. De mensen bij Ajax hadden geloof in mij. Dat nou is mijn Ajax-gevoel. Ajax is Cas Harms, Herman Bohrmann, Dirk de Groot, Arie van Eijden, noem maar op." DOORZETTEN Bob: „Het leuke is, Bryan is op zijn 12de gescout door ons. Dat betekent dus dat hij goed kon voetballen, want anders komt een speler niet eens bij Ajax terecht. Maar vanaf dat moment moet er geknokt worden. Ik heb er honderden meegemaakt die fantastisch konden voetballen, maar die de laatste stap naar het A-elftal nooit hebben kunnen Ajax - Genoa, halve finale UEFA Cup. Roy: „Misschien is dat wel wijn beste wedstrijd in ruim vijfjaar Ajax geweest." AMSTERDAM - Als geen ander werd Bryan Roy (32 jaar) gehard door de Amsterdamse school. Hij maakte deel uit van een unieke generatie Ajacieden, die diverse diepte punten moest overwinnen voordat er geoogst kon worden. Met als hoofdprijs de UEFA Cup in 1992. Roy „Toen leek het allemaal zo normaal. Nu pas besef ik hoe goed we toen eigenlijk waren." maken. Een speler moet een geweldige drang bebben om te slagen én een goede mentali teit. Bryan heeft bewezen dat hij die had, want anders had hij het niet gered bij Ajax." Roy: „Ik geloofde in mezelf. Vanaf m'n veer tiende jaar heb ik zelfvertrouwen opge bouwd. Hard trainen en doorzetten. Ik zat in die tijd nog op school, kwam om half vier thuis, nam snel een broodje en ging direct door naar de training. Ik ging altijd samen met Richard Witschge, waren we vaak al twee uur van tevoren aanwezig. Lekker rondlopen, tafelvoetballen. De Meer was ons tweede thuis. Pas 's avonds begon ik aan mijn huis werk. ledeTe dag ging het zo. Ik heb het gehaald, zowel bij Ajax als mijn diploma. Dennis Bergkamp en Danny Muller zijn jon gens die hun school niet hebben afgemaakt. Dennis beeft nog wel lang op bet Atheneum gezeten, maar op het laatst ging zijn carrière

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2002 | | pagina 5