'Winnen, alleen maar winnen.
Verliezen is vreselijk.'
LaPercwedOr
Bob ontmoet Ruud Krol
Ajax Life nummer 19 9 mei 2002
AMSTERDAM - We realiseerden ons op dat moment niet hoe goed we eigenlijk
waren. Dat besef kwam pas later, toen Europese topclubs achter onze jongens
aangingen. Ongelooflijk, drie maal op rij de Europa Cup i winnen", aldus Ruud Krol
hoofdschuddend tegen Bob Haarms. Het duo kijkt elkaar aan en kan een trotse
glimlach niet onderdrukken.
Ruud Krol: „Dat vreselijke vest, daar zat zeker negen kilo zand in. Heb ik het nog van in mijn rug."
Door Arnout Verzijl
Ruud Krol werd eindjaren zestig gescout tij
dens een door Ajax georganiseerde selectie
wedstrijd voor amateurs. Bob Haarms was
daarbij aanwezig en zag al snel dat Krol een
versterking zou kunnen betekenen: „Er viel
niets op hem aan te merken." Dus werd de
rechtsbenige verdediger aangetrokken .voor
het tweede elftal. Onder Rinus Michels debu
teerde Krol in 1968 in Ajax 1, om pas in mei
1980 een punt achter zijn Amsterdamse
periode te zetten. De huidige assistent-trai
ner verliet De Meer voor een avontuur bij
Vancouver Whitecaps, Napoli en Cannes. In
zijn bagage: liefst zes landstitels, vier KNVB
Bekers en drie Europa Cups voor Landskam
pioenen.
LEERLING KANTWEVER
Krol: „Ik had me al vroeg voorgenomen er ten
minste vijfjaar hard voor te knokken. Zou ik
op mijn 22ste de top nóg niet hebben
gehaald, dan had ik nog een mooi leven voor
me. Maar tot die tijd wilde ik er echt alles aan
doen. Gingen die jongens stappen, haakte ik
af." Bob beaamt: „Ja, Ruud wilde per se het
eerste elftal bereiken. Dat merkte je aan alles.
Zijn mentaliteit was geweldig."
Tijdens een vriendschappelijke wedstrijd
tegen Schalke'04, op 23 maart 1969, maakte
Krol als linksback zijn debuut in de basis. Het
was een positie waarop hij furore zou maken.
Bob: „Het seizoen daarop had hij al een basis
plaats, als rechtsbenige, opkomende verdedi
ger. Hij en Wim Suurbier waren twee sterk
opkomende backs, dat was een extra wapen."
Ruud: „Als ik er zes of zeven per seizoen
scoorde, was Michels tevreden." Bob grapt:
„Wat weinig." „Dat heb ik ook niet altijd
gehaald", geeft Ruud toe.
Bob: „In die periode werden de Ajax-spelers
voor het eerst full-prof; een enorme over
gang. Ineens hadden de spelers oveTdag vrij.
Keizer werkte daarvoor in de tabak, Krol was
leerling kantwever. Michels merkte dat ook.
Hebben we het schema omgegooid, overdag
trainen en 's avonds vrij. Dat betekende nóg
harder werken voor iedereen. Maar je deed
het graag. Het was voor Ajax."
Krol: „Als we zondag gespeeld hadden, volgde
maandagmorgen een hersteltraining. Dins
dag moesten we echt aan de bak. Woensdag
was vrij en donderdag volgde weer zo'n pit
tige training, opbouwend naar het duel op
zondag. De trainingsintensiteit was toen gro
ter dan tegenwoordig. Nu hebben academici
alles onderzocht. Zuurstofopname door het
bloed, gezonde voeding, noem maar op."
NOODLOT
In 1970 won Ajax de eerste Europa Cup voor
Landskampioenen. ZondeT Krol: „We hadden
net de halve finale tegen Atletico Madrid
gespeeld, toen we voor de halve finale van de
beker tegen NEC moesten. Op het terrein van
ADO in Den Haag. We beginnen en er komt
een schot op het doel van NEC; bleek dat in de
nacht voor de wedstrijd iemand stiekem de
doelpalen had doorgezaagd. Moesten we drie
kwartier naar binnen. Of je het noodlot kunt
noemen weet ik niet, maar direct na de her
vatting ging Cas Janssens er vandoor. Ik loop
achteT hem aan en ik verstap me in een kuil
tje. Niemand in de buurt. Ik hoorde niets kra
ken en ben doorgelopen. Ik moest wel, want
die gozer ging alleen op de goal af." Bob: „Ja,
die kon je niet laten lopen natuurlijk." Ruud:
„Ik heb nog een kwartier doorgespeeld maar
toen ging het niet meer. In de kleedkamer
deed clubarts Kriek mijn schoen uit, ik
speelde toen nog op van die hoge voetbal
schoenen en mijn enkel zwol direct op. 'Dat is
een fractuurtje Ruud', sprak Kriek. Ik had uit
eindelijk een winkelhaak in mijn kuitbeen."
Hoewel hij geblesseerd was, stond Michels
Krol een maand lateT wel toe om mee te gaan
naar de finale op Wembley. Bob: „Gebles
seerde spelers mochten normaal gesproken
nooit mee. Rinus wilde zo min mogelijk men
sen rond het elftal heen hebben; zelfs zijn
assistent Cor Brom mocht vaak niet mee. De
uitnodiging voor Ruud was daarom fantas
tisch, helemaal niet normaal in die tijd. 'ik
mot geen pottenkijkers'zei Michels altijd. Het
was een geste van Michels die goed uitpakte,
want die Krol maakte daar voor de wedstrijd
dat hele publiek gek."
Krol: „In de kleedkamer had ik niks te doen,
dus ging ik maar wat eerder naar buiten. Ik
stond daar hulpeloos op het veld, toen alle
mensen me begonnen toe te zingen. Gewel
dig." Bob: „Hij stond daar dus in z'n eentje
met zijn krukken naar de fans te zwaaien. Dat
was uniek."
FLESSEN
Het seizoen daarop weTd de Roemeen Stefan
Kovacs trainer van Ajax. Krol kon, als gevolg
van zijn kuitbeenbreuk, nog niet goed lopen
en dus toog Krol naar Haarms voor hulp.
Ruud: „Kovacs dacht eerst dat ik de boel aan
het flessen was, maar ik kon echt niet nor
maal lopen. Dus ben ik met Bob apart loop
training gaan doen bij de Bosbaan." Aan de
muur achter Ruud en Bob is een grote foto
zichtbaar, waarop Krol langs het wateT loopt.
Hij wordt begeleid door een fietsende Bob. „Ik
weet nog niet, hoe je aan die fiets kwam", bul
dert Krol. „Ik dacht bij het lopen: da's mooi,
Bob kan me toch niet bijhouden dus kan ik
lekker mijn eigen tempo draaien. Ik was al
begonnen toen hij me plotseling inhaalde.
Op de fiets!" Bob: „In het Amsterdamse bos
had je een restaurant waaT veel wielrenners
zaten. De baas van die tent had nog een fiets-
sie in de schuur staan, die mocht ik snel even
lenen." Krol: „Ja, ik was lekker aan het lopen,
hoor ik opeens achter me schreeuwen 'het
tempo moet omhoog!' Kwam hij aan fietsen."
Bob: „Ruud moest eT doorheen,hij kreeg geen
enkele vrije middag van me. Iedere dag hard
werken, de competitie stond immers voor de
deur." Krol: „Toen heb ik je soms wel vervloekt,
Bob. Wat moest ik afzien. Maar het kwam niet
in me op daar wat van te zeggen. Ik kreeg
geen rust, dat bepaalde Bob. Alleen hij. Ik had
niets te zeggen. Bob zocht altijd de grens en
bij mij kon hij heel ver gaan. Hij probeerde
mijn grenzen te verleggen."
VEST
Plotseling staat Bob Haarms op en verlaat
voor even La Perche d'Or. Als hij terugkomt,
heeft hij een vaal blauw vest bij zich. Het
gezicht van Krol verstrakt. Met dit flink ver
zwaarde vest trainde 'de goede beul' de
sprongkracht van 'zijn' Ajacieden... „Dat vre
selijke vest", lacht Krol vervolgens, „daaT zat
zeker negen kilo zand in. Heb ik het nog van in
mijn rug." Krol hangt het vest vervolgens nog
één keer om zijn schouders.
Bob: „De gespen snoerde ik aan. De bovenste
iets vaster dan de onderste, want die gasten
moesten nog wel kunnen ademen natuur
lijk." Krol: „Omdat het zo zwaar was, pakten
we het vest boven beet. En dan gingen we
weer naar dat bankje en daar stond Bob; Een,
twee en hup, springen maar! Reken maar dat
je niet kon pikken."
RONDGEZWORVEN
In 1979 heeft Bobby Haarms Ruud in diens
nadagen bij Ajax, een keertje in de goede
richting moeten duwen. Krol: „Ik heb ook wel
eens rondgezworven en daar met Bob woot-
den over gehad." Bob: „Ja, hij was aanvoerder
en soms was-ie er met zijn hoofd niet bij;
moest ik hem even terecht wijzen." Krol:
„Toen heb ik eens twee maanden lang niet
tegen hem gesproken. Totdat ik me reali
seerde 'ik moet terug naar die basis'. Bob: „Ja,
toen hebben we elkaaT volledig genegeerd.
Krol: „Als hij mij niet op m'n plek had gezet,
was ik wellicht definitief afgezwaaid. Maar
op dat moment realiseerde ik me dat niet. 'Hij
weer, hij moet ook altijd mij hebben', dacht ik.
Bob: „Ik deed altijd zijn aanvoerdersband over
zijn linkerarm." Krol: „Dat heb je toen twee
maanden niet gedaan. Ik wilde mijn poot stijf
houden. Maar in de avonduren ging het
steeds meer knagen. Ik hield het uiteindelijk
niet vol." Bob: „Ik negeerde je. Pas voor de
KNVB-beker-finale-replay tegen FC Twente
keken we elkaaT recht in de ogen. Ik deed die
band om je arm en... Ruud, doet het nog
steeds pijn?" Krol: „Zeker, wat een klap gaf je
me toen zeg. En weer op mijn rug. Dat was
een mooi moment. Als vrienden liepen we
naar het veld en rolden FC Twente die avond
op met 3-0 en wonnen de KNVB Beker."
BASISVOOR SUCCES
Krol: „Ik heb de basis bij Ajax geleerd en dat is
de bodem voor het succes geweest voor mijn
hele loopbaan. Daar teer ik nu nog steeds op.
Michels, Bob en al die andere trainers hebben
me gevormd. Er moest altijd hard worden
gewerkt; discipline vormt een belangrijk
onderdeel van het geheel. HaTd werken
loont."
Bob: „Bij Ajax kreeg iedereen een strenge
opvoeding; dat zal iedere speler altijd bijblij
ven." Krol: „Ik heb die mentaliteit nog steeds,
verliezen is vreselijk. Ajax heeft me dat mee
gegeven; spelen om te winnen. Alles - al was
het een potje pingpong. Bij Ajax wil iedereen
altijd winnen."
£&ss
Bob Haarms: „Ruud moest er doorheen, kreeg geen enkele vrije middag."