Bi] het afscheid van Vasco Bob Haarms: 'Vasco was een groot voorbeeld' I 21 MAART 2002 NUMMER 16 AJAX LIFE AMSTERDAM - Maandag 4 maart overleed op 62-jarige leeftijd Velibor Vasovic, voormalig aanvoerder van Ajax. Vasovic werd op 3 oktober 1939 geboren en speelde op 26 december 1966 zijn eerste duel voor Ajax. Zijn laatste wedstrijd voor Ajax was voor de Joegosla vische international op 6 juni 1971. In totaal kwam hij in 143 competitiewedstrij den uit voor Ajax en scoorde daarin dertien keer. In de 26 bekerwedstrijden voor Ajax bleef hij zonder doelpunten, maar in de 29 Europa-Cupwedstrijden scoorde hij vijf maal. In zijn 204 officiële wedstrijden in Ajax-shirt kwam hij dus in totaal tot 18 treffers. Vasovic had één grote wens: het winnen van de Europa Cup. Die kwam in 1971 uit. Ajax won toen de Europa Cup I door het Griekse Panathinaikos op Wembley, met 2-0 te verslaan. Ajax Life brengt op deze pagina's een ode aan één van de steunpilaren van de gouden jaren zeventig. We spraken met Bob Haarms, die bij de begrafenis aan wezig was, Ruud Krol en Ove Kindvall, medespeler èn tegenstander van de Joe goslaaf. Piet Keizer, die jarenlang met Vasovic een kamer deelde, verhaalt in zijn eigen woorden over Vasco. Door Erol Erdogan en Arnout Verzijl Oer-Ajacied Bob Haarms bewees als afgevaardigde van de club Velibor Vasovic zijn laatste eer. Op stel en sprong vertrok bij naar Belgrado, de geboortegrond van Vasco om de plech tigheid bij te wonen. Familie en vrienden waren ontroerd én trots dat Ajax er was: Bob Haarms: „ledereen liep achter de kist en voorop één man, een vroegere medespeler van Vasco. Met in zijn handen het rood witte bloemstuk van Ajax." Voordat Bob vertelt over de plechtigheid, denkt hij terug aan het jaar 1966 waarin Vasco over kwam van Partizan Belgrado. Een Joegoslaaf in een Amsterdams elftal, dat was iets bijzon ders in die dagen: „Vasco werd meteen in de armen gesloten. Na een paar trainin gen en wedstrijden wisten we al dat we er een heel goeie bij hadden. Hij was een Partizaan, een echte verdediger. Michels vergeleek hem wel eens met een kat; schouders naar voren en dan op zijn prooi af sprinten. Dan nam hij een speler de bal af. Zo geweldig." Net zoals Blind voor Van Gaal, was Vasovic voor Michels een verlengstuk in het veld. Een captain. Maar dat was hij ook in de kleedka mer, een gentleman met karakter. Vasco was al heel snel de Nederlandse taal machtig. Heel belangrijk. Als Michels iets wilde wijzigen tijdens de wedstrijd, was een half woord genoeg. Om dat te kunnen, moet je een speler zijn met karakter en discipline, iemand die iets kan afdwingen. Als medespelers naar zijn gezicht keken, stonden ze al in vuur en vlam. Hij liep al drie dagen voor de gewonnen finale op Wembley met een strak en geconcentreerd hoofd rond en dat had een positieve invloed op de rest van de groep. Vasco was een groot voor beeld." Voordat Vasovic in 1971 terugkeerde naar zijn geboorteland, ging Bob toevallig als trainer met de Ai naar een toernooi in Lublijana. Daarbij bewees hij de aanvoerder een vrienden dienst. Haarms: „Hij kwam voor ons vertrek naar me toe met de vraag of ik iets voor hem kon meenemen uit Nederland. Thuis had Velibor wat apparatuur staan, een grammofoon- platenspeler, wat boxen en andere elektronische spullen. Dat wilde hij allemaal naar Bel grado vervoerd zien. Vasco had gezien dat we ons materiaal en kleding in van die grote manden vervoerden. Of er plek was voor zijn spulletjes? Natuurlijk deed ik dat. We gingen toen nog met de trein, via Duitsland naar Joegoslavië. Maar ik wist niet dat die douane des tijds nog zo streng was! Alles werd gecontroleerd. Gelukkig hadden we veel Ajax-speldjes en vaantjes bij ons. Die douanebeambten duwden we helemaal vol met cadeautjes. We mochten door, hoefden niets open te maken. Die spulletjes zijn toen door de familie in het hotel opgehaald." Na het onverwachte nieuws over het overlijden van Vasco hoefde Bobby Haarms niet lang na te denken. Hij vloog een dag later al naar Belgrado: „Er was nog maar weinig plaats in het vliegtuig. Ik heb eerst Rinus Michels gebeld, maar hij was ziek; griep. Uiteindelijk had hij toch niet mee gekund, want er was nog maar één stoel over. Ik ben daar zo geweldig ont vangen... Als een vorst. Ik ben even kort naar het hotel geweest en even voor twee uur 's middags werd ik opgehaald. De kerkdienst was al om twaalf uur geweest, maar dat Tedde ik niet meer op tijd. Ik kwam in de huiskamer van Vasco, daar zaten alle familieleden, broers, zussen en de huilende weduwe. Ze was natuurlijk overstuur, maar ook heel blij en aangenaam verrast dat ik binnenkwam. Ik vond het eervol dat ook de Nederlandse ambas sadeur in Belgrado, de heer Klompenhouwer, zijn steun kwam geven. Om vier uur was de crematie. In het hotel was het bloemstuk nog niet afgeleverd. Opeens had ik een helder idee en ben met Vasco's kleinzoon naar een bloemenstal gegaan. Hij deed het woord. Ze maakten een fantastisch mooi bloemstuk, met prachtige rode en witte bloe men. Van die grote kelken. Met een lint met de tekst: 'Vasco, van Ajax'. De bloemen werden in ontvangst genomen en de stoet kwam in beweging, ledereen achter de kist en voorop één man, een vroegere medespeler van Vasco. Met trots in zijn handen het rood witte bloemstuk van Ajax. Dat was voor mij onbeschrijfelijk."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2002 | | pagina 8