LoPerc
wffiejor
Keepen een
kunst
Wig
Ajax Life nummer 16 21 maart 2002
I
TWEE LINKER
Het middaguur zorgt dat er veel spaatjes
blauw en kopjes koffie op de tafel komen,
waar 's avonds de wijn rijkelijk vloeit tijdens
de gesprekken tussen Bob en zijn speciale
gast. Het weerhoudt de beren er niet van hila
rische anekdotes naar boven te halen. Zoals
die keer voor een oefenwedstrijd in Turkije.
Fenerbahce, spelend in Istanbul, was de
tegenstander. Nog voor het vertrek had Piet
Schrijvers even niet goed opgelet: „Als Ajax in
zo'n land vriendschappelijk speelt, is het hele
stadion altijd uitverkocht. Een mooie sfeer.
Hans Galjé was in die tijd onze reservekeeper.
Voor het vertrek zette materiaalman Sjakie
Wolfs altijd onze schoenen klaar. De bovénste
- ik had toen nog van die hoge kisten - waren
altijd van mij. Ik had haast, dus - zonder te kij
ken - knalde ik die schoenen gewoon in mijn
tas. Tijdens een tussenstop in Düsseldorf
kwam trainer Kurt Under naar me toe. 'Wat
vind je ervan als ik Hans een keer laat spelen?
Dat is goed voor zijn ontwikkeling.' Ik ant
woordde: 'Normaal vind ik dat hartstikke
leuk, maar niet in deze wedstrijd. Dit is de
'crème de la crème'; er zit 40.000 man op de
tribunes die voor 100.000 lawaai maken. Ik
sta mijn plaats niet af.' Pak ik, bij het omkle
den voor de wedstrijd, op m'n gemak mijn
schoenen. Eerst de linker, dan de ander. Wat
blijkt? Dat was ook een linkerschoen! Ik kon
direct niks meer doen. Ik had bij Ajax de
grootste maat, dus van iemand anders een
schoen lenen was onmogelijk. Maar naast mij
zat Frankie Rijkaard, die had maar één maatje
kleiner.'Geef mij die schoen met die schroef -
noppen van jou en houd je bek dicht,' fluis
terde ik hem toe. Ik trok ze aan maar kon er
echt niet op lopen; had helemaal opgekrulde
tenen. Er zat niks anders op, ik moest even
een praatje maken met Kurt Under. 'Sorry
tTainer dat ik zo egostisch was, maar eigenlijk
Bob Haarms legt het Piet Schrijvers oog éér\ keer uit.
heeft u gelijk. Laat Hans maar spelen. Ik blijf
toch wel eerste keeper. Dit is voor hem een
goede vuurdoop.' Gelukkig ging Linder er op
in.
Tijdens de wedstrijd zat ik de hele tijd te den
ken.'Hans moet niet geblesseerd raken, Hans
moet niet geblesseerd raken!' Plotseling zag
ik Aad de Mos, die toen nog assistent was, kij
ken.'Wat voor schoenen heb jij eigenlijk aan?'
vroeg hij. 'Sjaak heeft de verkeerde meegege
ven, Aad, maar hou het alsjeblieft voor je.' En
dat deed-ie."
BLIND RIJDEN
De chauffeur van de spelersbus was ook altijd
een mooi object voor de Amsterdamse voet
balhumor. Op tijd teTug komen voor Sport in
Beeld (nu Studio Sport) was destijds heilig.
Zélfs na een uitwedstrijd in bijvoorbeeld
Maastricht. Schrijvers: „Onze chauffeur, die
heette toevallig ook Bob, mocht van ons wel
wat harder rijden. Want we moesten wel op
tijd zijn voor de sport op de TV. 'Nou, jongens,
dat wordt toch echt wel half acht. Ik red het
niet,' zei Bob. Dan maakten wij voor hem een
extra potje; alle spelers gooiden daar wat
geld in. Mooi dat we om zeven uur toch in
Amsterdam waren!"
Bob Haarms weet nog dat een dergelijke rit
nooit echt vloeiend verliep: „Rond Eindhoven
lag toen nog een weg met wel dertien stop
lichten. Dan gingen we chauffeur Bob
opnaaien: 'Dat red je nooit! Dat red je nooit!'
riepen we iedere keer als ie op zo'n stoplicht
afreed. En daar ging-ie, hoor, plankgas... Hij
wist dat eventuele boetes toch door de jon
gens zouden worden betaald. Dat was echt
een feest."
Piets gedachten gaan terug naar een trai
ningskamp in Drenthe: „Ik heb een 'groot' rij
bewijs, dus ik mag zelf ook op een bus rijden.
De chauffeur, dit keer niet Bob maar Jantje,
voetbalde bij een amateurcluppie en wilde
wel eens met ons elftal meetrainen. Cor
Brom, op dat moment de trainer, hadden we
onder druk gezet om dat ook goed te vinden.
Op een gegeven moment zei Krol tegen de
chauffeur: 'Je mag meetrainen, maar daar
moet wel wat tegenover staan. Je moet Piet
ook eens een keer laten rijden met die bus.'
Goed, hij traint en ik Tijd terug. Jantje zat ach
terin, het zweet op z'n rug. Ruud Krol begon
hem te stangen: 'Zeg Jan, kan jij ook blind rij
den?' Natuurlijk zei Jantje nee.'Maar Piet wel,
zei Ruud en zette prompt een emmer op m'n
hoofd. Hij deed het natuurlijk op zo'n manier
dat ik er nog wel onderdoor kon kijken. Maar
Jantje deed het bijna in z'n broek."
De herinneringen aan vroeger doen Bob bijna
van zijn stoel vallen van het lachen. „We
waren wel een beetje baldadig", stelt Haarms
ten overvloede vast, nadat iedereen weer is
bijgekomen van het lachen!
1
Bob ontmoet Piet deel 2
'De Beer van de Meer' ontmoet 'de Heer van de Meer', doelman Piet Schrijvers en
assistent-trainer Bob Haarms, twee mannen uit een stuk. In bar-restaurant La Perche
d'Or halen ze tijdens een uitgebreide lunch herinneringen op aan hun gezamenlijke
Ajax-tijd. In deze Ajax Life het tweede deel van het gesprek, in nummer 15 stond het
eerste deel.
11 mei 1980: Bob feliciteert Piet met het behaalde kampioenschap in de Kuip tegen Excelsior.
Op 24 april 2002 wordt het boek Keepen is
een kunst gepresenteerd. Een paar dagen
later kunnen liefhebbers van het keepers
vak en voetbal in het algemeen, mooie
anekdotes lezen oveT de indrukwekkende
carrière van 'de Beer van de Meer'.
Samen met journalist Yoeri van den Busken
vertelt Piet Schrijvers over de ontwikkelin
gen van het vak, het stoppen van straf
schoppen en de door hem ontwikkelde cur
sus voor jonge doelmannen. „Ik hield van
eenvoud, een simpele manier van keepen.
Staan waar je moet staan en niet drie keer
door rollen na een redding. Een keeper moet
alleen maar de bal tegenhouden en dat is al
moeilijk genoeg", aldus Schrijvers.
Keepen is een kunst is uitgegeven door
j Bzztöh ISBN 90-5501-952-6
s
Door Erol Erdogan
Bob Haarms heeft als assistent-trainer de
meeste prijzen gewonnen. Wereldwijd kan
niemand tippen aan de erelijst van de 'Heer
van de Meer'. Maar wat 'de Beer' gepresteerd
heeft is ook niet mis. Piet Schrijvers heeft als
Ajax-keepeT (tussen 1974 en 1983) een record
aantal duels onder de lat op zijn naam staan:
356. Gecombineerd met zijn jaren bij DWS, FC
Twente en PEC Zwolle keepte hij 576 competi
tiewedstrijden in de Eredivisie. Ervaring te
over, zou je zeggen, maar toch heeft Ajax, na
zijn actieve loopbaan, nooit de rode loper uit
gelegd voor Schrijvers. En dat terwijl Piet zelf
graag in Amsterdam aan de slag had gewild,
als keepeTstrainer bijvoorbeeld. Er waren wel
regelmatig contacten, maar tot een concrete
aanbieding van Amsterdamse kant kwam het
nooit. Piet Schrijvers vindt dat jammer, maar
praat liever door over de dingen die hij met
Bob bij Ajax beleefde. Neem zijn laatste wed
strijd voor de Amsterdammers, thuis tegen
Fortuna Sittard. „Uiteindelijk werd dat 6-5,
maar dankzij wat fouten van mij, stonden we
in een poep en een scheet eerst met 4-0 ach-
teT," haalt Schrijvers zich voor de geest.
„Johan Cruijff en ik namen beiden afscheid.
Voor de wedstrijd kwam er, vanaf de kant van
de F-side, allemaal publiek het veld op. Met
bloemen in de hand. Een paar fans liepen op
Johan af, maar de rest rende naar mij toe. Ik
dacht dat ze voor Johan kwamen. Stond ik
daar in één keer met al die bloemen... Ik
schoot helemaal vol. De eerste twee ballen
van Fortuna vlogen er zo maar in. Ik was niet
echt scherp meer."
DINEETJE
In 1977 was het ook feest, toen Ajax voor de
eerste keer na de gouden periode weer kam
pioen was geworden. Schrijvers: „We kregen
een dineetje aangeboden in het Hilton, maar
moesten zelf de tijd tussen de laatste wed
strijd en het etentje overbruggen. We hadden
honger als een paard." Tilly weet nog dat de
hele ploeg langskwam in Café Bobby Haarms
in de Utrechtsestraat. „We hebben ze bij ons
boven uitgenodigd. Mijn ijskast stond altijd
vol. Pannen met ballen gehakt, alles hebben
ze opgegeten." Schrijvers: „Wat later, alsof we
op het balkon van het Leidseplein stonden,
hingen we uit de ramen boven de Utrecht
sestraat." Bob ziet het nog voor zich: „Boven
hadden we van die grote schuiframen. Daar
stond het hele elftal naar beneden te kijken.
Trams bleven stilstaan. Het stond helemaal
zwart van de mensen. De supporters hadden
gehoord dat de Ajax-spelers zich bij mij in het
café hadden verzameld!"