*4* u
LaPemeaOr
■A f n m
W jL
WSBSÊ%''m *418
HBi fÜS
Ajax Life nummer 14 21 FEBRUARI 2002 I
ouis van Gaal
plagiaat!" Erklinkt uitbundig gelach in het restaurant La Per-
che d'Or. Het zal niet de laatste keer zijn deze avond.
HEBBEN IS HEBBEN!
Keihard werken om Ajax aan de top te krijgen én te houden,
betekende niet dat er door de trainingsstaf nooit werd gela
chen. Integendeel. Bobs gedachten gaan terug naar de ver
schillende trainingskampen aan de Nederlandse kust: „Die
strandtrainingen op dinsdagmorgen, Louis, dat was toch
altijd een écht feest? We hebben wel eens duizend man toe
schouwers gehad rond zo'n training. We deden altijd 'Hebben
is hebben!' Gingen twee spelers vol het water in, achter de bal
aan. Allebei helemaal zeiknat. Die drie dagen in Egmond of
Callantsoog kenmerkten zich door de enorm goede sfeer. En
op maandag gingen we steevast naar de film." Louis beves
tigt dat: „Inderdaad, Bob was de man van de film." Bob: „Maar
eerst moesten we altijd langs de filmcommissie." „Inder
daad", zegt Louis van Gaal: „Bob ging altijd naar de aanvoer
der, Danny Blind. Maar die wist het op een gegeven moment
ook niet meer en tóen moesten de De Boertjes kiezen. Ik ging
in het begin nog mee, maar het waren altijd van die waarde
loze films! Ze zochten in mijn ogen altijd de verkeerde uit. Ik
zei: 'Bob, ik kan mijn tijd nuttiger besteden, wil jij dat alsje
blieft regelen?' Als de jongens naar de film waren, ging ik
videoanalyses bestuderen van de tegenstander. Tijdens de
bespreking spoelde ik gewoon - zonder afstandbediening - de
video terug, bijvoorbeeld naar 2994 op de teller. Daar stond
een belangrijk spelmoment. En die gasten mochten niet
lachen van mij, hé, Bob?" Haarms moet bekennen: „Ja, maar
sommigen vielen wel een beetje in slaap, toch?"
w
Louis van Gaal en Gerard van der Lem nemen afscheid van Ajax.
NOOIT VERGETEN
Ook in de bus werden video's getoond van de tegenstanders.
Bijvoorbeeld op weg van het hotel naar het stadion. In mei
1992 was dat nog in het Olympisch Stadion. Bob raakt ont
roerd als hij aan de betonnen kolos terugdenkt: „Dat Olym
pisch Stadion, dat was iets aparts. De gang naar het stadion
over de Amstelveense Weg. Vooral voor de UEFA Cup-finale,
de eerste Europese prijs voor
Louis van Gaal, was dat
geweldig. We kwamen met
de bus aan vanuit het trai
ningskamp. Ik zal het nooit
vergeten; 45.000 mensen
zongen: 'We are the Cham
pions'. We kónden niet meer
verliezen!" Louis van Gaal
voelde hetzelfde: „Ik heb
bijna nooit koude rillingen
over mijn lijf, maar in het
Olympisch Stadion altijd.
Dat Bengaals vuur - dat later
werd afgeschaft - was fan
tastisch. "You'll never walk alone" werd altijd gezongen,
geweldig. Dat heeft ook te maken met onze roots. Wij voelden
dat aan."
Bob: „Ook de spelers pakten dat op. Heel belangrijk. Dat uit
eindelijk die bal van Torino op de lat kwam was geweldig; dat
was de Heilige Geest, onze lieve Heer zelf."
Ajax veroverde in die jaren eerst Nederland, vervolgens
Europa en tenslotte de wereld. Er was euforie in de hoofdstad.
Bijvoorbeeld na het winnen van de Champions League in
Wenen. Amsterdam stond massaal achter Ajax, zag ook Bob
Haarms: „Weetje nog dat we over het Museumplein vlogen?
Zaten we met z'n allen in de cockpit. Op de grond stonden
honderdduizenden mensen. We werden helemaal gek, daar
boven in de lucht. Die piloot gaf toen ook nog even een tikkie
met de vleugel, even zwaaien. Prachtig, grandioos."
Louis: „Voor mij was het mooiste moment, dat zal altijd zo
blijven, de rondvaartboot. Die mooie tocht dooT de grachten."
Bob fungeerde ook toen als voorbeeldig assistent: „Ja, wij
zaten in de tweede boot, waar prins Bernhard jr. op meevoer.
Gerard zat - samen met Frans Hoek - aan de linkerkant; wij
aan de rechterkant. Ik moest jou steeds redden van de dood!
'Louis, zak nou even naar beneden, daar komt weer zo'n brug
getje aan! Zo overleef je het niet'." Van Gaal ziet in gedachten
weer de mensenmassa's staan: „Er stonden meer dan een
miljoen mensen, hoor. En het prachtigste vond ik die oude
vrouwtjes die uit de ramen hingen te roepen en te schreeu
wen. Voor mij het mooiste moment uit mijn carrière: oude en
jonge mensen, ze waren er écht allemaal. Er was ooit eerder
zo'n uniek moment met het Nederlands elftal in 1988, maar
dit was er ook één."
IRRITATIETRAINING
Scherpte en discipline, het zijn twee kernwoorden in de aan
pak van het driemanschap Van Gaal, Van der Lem en Haarms.
Louis van Gaal onderstreept het belang met een anekdote
over de nog jonge Edgar Davids: „Bob, dat weet je vast nog
wel. De irritatietraining!" Natuurlijk weet Bob dat nog: „Tij
dens een hersteltraining liep Davids er de kantjes vanaf. Na
een halfuur zei Louis: 'Stop er maar mee. Ik ga Bob niet door
jou voor gek laten zetten!' Wat later zaten we in de coachka-
mer. Met Louis erbij en Edgar. 'Als jij niet doet wat Bob wil,
mag je van mij vertrekken', zei Louis toen." Louis gaat verder:
„Davids was eigenlijk al weg bij de club. Niemand wilde hem
meer, de meesten hadden het helemaal met hem gehad. Het
was in Edgars eerste jaar bij het eerste elftal. In Ajax 2 kreeg
hij altijd rode kaarten; had altijd een grote mond. Ik zei tegen
Bob: 'Je moet hem zo trainen, dat hij van voren niet meer
weet dat hij van achteren nog leeft. Dat noemen we dan irri
tatietraining. Irriteer hem zo dat Edgar ondanks dat hij kapot
is, wéét dat hij zich moet beheersen'. Bob deed dat, een week
lang. In dat seizoen nog stelde ik Davids op tijdens een Euro
pese wedstrijd. Speelde dat zelfde ventje Bryan Roy uit het
team."
Bob: „Davids, dat was een hele aparte. In het begin was hij
nog wel eens lastig, maar we vonden het uiteindelijk heel fijn
dat we hem in het team hadden."
HET AFSCHEID
In 1997 nam Louis van Gaal afscheid van Ajax: „Bij Ajax had ik
alles gewonnen wat er maar te winnen viel. Ik wilde in het
buitenland ook bewijzen dat ik het kon." Bob Haarms had
achter de schermen, in het geheim, een prachtig cadeau
gemaakt voor zijn hoofdtrainer. Geridderd worden in de Orde
van Oranje Nassau, dat is prachtig. Maar er was ook nog een
ander cadeau. Louis begint er zelf over: „Dat boek, dat heb jij
laten maken, hé Bob?" Louis van Gaal kreeg het boek van
voorzitter Michael van Praag op de middenstip, na de laatste
wedstrijd van Ajax onder de trainer-coach, tegen Vitesse. Bob
Haarms: „De mensen hebben het uiteindelijk alleen maar
kunnen zien tijdens de uitreiking op de middenstip. Maar het
is wel een apart iets; een verzameling van jarenlange tacti
sche besprekingen op 'flip-overs'; vier of vijf per wedstrijd.
Die hing ik dan later ook nog op in de kleedkamer, zodat de
jongens nog even konden kijken hoe het ook weer zat. In De
Meer, op die houten planken, heb ik ze allemaal bewaard.
Maar ik kon Louis, bij zijn afscheid, moeilijk zo'n pak papier
cadeau doen. Ze zaten eT allemaal bij, alle grote wedstrijden:
PSV, FeyenooTd, Juventus, AC Milan... Ik heb die vellen toen
door onze fotograaf Van de Vuurst laten verkleinen. Een deel
maar, want anders paste het niet."
Louis „Het mooie is dat iedere voetballer - op een apart velle
tje - zijn eigen ervaring bij een bepaalde wedstrijd heeft
opgeschreven. Met een actiefoto erbij. Ik heb het boek nog.
Het is een uniek exemplaar. Straks, als ik weer naaT mijn huis
in Sitges bij Barcelona ga, wil ik alles nog eens rustig bekij
ken."
Bob: „Dan kan je nog even terugkijken hoe je dat ook alweer
hebt gedaan."
Van Gaai en Haarms maken met de Europa Cup I een ereronde
door de Meer.