Yakubu Abubakari Lichtend voorbeeld GHANA - AJAX - SOS - ISAAC r-.Zr V V -*« IJKPUNTEN RESULTAAT Ajax Life nummer 12 1 maart 2001 Ad Zonderland is ook best con tent met de in Ghana getoonde progressie. „We hebben een aantal ijkpunten. Welke jongens zijn inmiddels uitgenodigd voor een stage in Amsterdam? En hoeveel? Dat zijn er reeds vijf en voor een periode van twee jaar is dat alleszins redelijk. We verwachten dat twee van die vijf uiteindelijk in aanmerking zul len komen voor een contract in Amsterdam." dat heeft te maken met het potentiële talent. Maar er is een groot verschil in mentaliteit tussen Nederland en Ghana. En dat aspect is ongelofelijk be langrijk bij het opleiden voor een carrière in Europa. Een sterk karakter en een goede mentaliteit zijn net zo van be lang als het hebben van veel voetbaltalent. Tachtig procent krijgt een mens met de ge boorte mee, maar twintig procent is aangeleerd. En daar Het grote naambord wordt met vereende krachten opgehangen. Dat is een behoorlijke uit spraak. Maar Ad Zonderland en de zijnen hebben veel vertrou wen in het aanwezige Ghanese voetbaltalent: „Onze doelstel ling is dat er jaarlijks één speler moet doorstromen. Wat dat betreft zijn we een beetje eigen wijs, we proberen het nog beter te doen dan De Toekomst in Amsterdam. De mogelijkheden hier zijn dan ook wat ruimer; proberen wij invloed op uit te oefenen." Toen Ajax in 1999 aan het 'Gha nese avontuur' begon, werd een limiet van vijf jaar gesteld. In 2003 moeten de investeringen in Afrika resultaat hebben op geleverd. Tot die datum moet men geduld hebben, iets dat bij het opleiden van jonge voetbal- t «•»- - V. v 0 te--# 0 V* *4 "•'•v 7' X Vi» Iers noodzakelijk is. „Vanaf de start van dit 'Afri kaanse avontuur' zijn er dus al vijf jongens in Nederland geweest voor stageperiodes. Dat geeft hoop voor de toe komst", legt Ad Zonderland uit. „Belangrijk is dat zij bij terug komst aan de andere jongens in Ghana vertellen wat ze in Amsterdam allemaal hebben meegemaakt. Dat is weer een stimulans voor de anderen." Ook Jan Pruijn hoopt dat er genoeg tijd is om "iets moois" te laten groeien. Dat zou bij John Quansah wel eens mogelijk kunnen zijn: „Ajax - en ook zo'n jongen zelf - moet gewoon het geduld kunnen opbrengen." De selectie van Ajax 1 telt op dit moment één Ghanese speler, Yakubu Abubakari. Samen met Kwame Quansah werd hij gescout en kwam, als B-junior, naar Amster dam. De 19-jarige midden velder gaat twee keer per jaar terug naar Ghana. Één keer heeft hij daar een 'gast college' gegeven bij de zus- terclub van Ajax, Ashanti Goldfields SC. De club „Ashanti Goldfields is een behoorlijk grote club in Ghana. Twee jaar geleden hebben ze nog in de finale van de Afrika Cup gestaan en ze zijn in de Afrikaanse Champions League uitgeko men. Ik kom zelf uit de stad Tema, die veel groter is dan Ashanti. Daar heb ik in de jeugd eerst bij een klein clubje gespeeld, later in de tweede en eerste divisie." Ajax-school in Ghana „In Ghana is het allemaal anders dan in Amsterdam. In mijn geboorteland zijn ze blij met kleding, schoenen en materiaal om mee te gaan voetballen. Ze kunnen er elke dag trainen en dat is goed. Ik ben heel blij voor de Ghanese jongens die op de academie kunnen gaan trai nen. Ajax is de laatste tijd iets bekender geworden in Ghana. Dat komt vooral om dat een paar jongens op proef' in Amsterdam geweest zijn. Zij vertellen over wat zij hebben gezien en beleefd." Gastcollege „In 1999 ben ik tijdens mijn vakantie naar Obuashi ge gaan en heb met de ploeg meegetraind. Ik liet ze zien hoe een middenvelder van Ajax op 'de zes' speelt. Hoe er moet worden bewogen en waar moet worden gelopen. Ook het systeem van Ajax heb ik uitgelegd. Samen met hoofdtrainer Hans van der Pluijm (de Nederlandse trainer van Ashanti Goldfields, red.) probeerden we de Ghanese jongens bij te brengen hoe Ajax speelt." Europa „De jongens die hier op proef zijn geweest - en nog komen - moeten daarna dóórgaan; niet opgeven! Zij willen graag in Europa spelen, vooral om geld te kunnen verdienen voor de familie thuis. Voor mij gold dat ook, maar bij mij is het iets anders gegaan. Ik ben ge- scout, zeg maar ontdekt. Ik vind het jammer voor de jongens die op een gegeven moment moeten 'afvallen'. Ook zij zouden zo graag in Europa willen spelen. Dat doet mij een beetje pijn." Ajax besloot twee jaar geleden een samenwer king met een voetbalclub in Ghana aan te gaan. Het gaat om de club Ashanti Goldfields SC uit Obuashi. Omdat het vanzelfsprekend is dat een club als Ajax een oogje in het zeil wil houden, besloten onze controller Adrie Brands en ik, als financieel verantwoordelijken, naar Ghana af te reizen. Voor mij was het een reis met twee doelen. In september 1996 ben ik getrouwd met Birgitt en samen wilden wij - als huwelijksgeschenk - niet het obligate peper-en-zoutstel krijgen. Onze gasten vroegen wij daarom om een donatie zodat we - via SOS Kinderdorpen - twee kinderen konden adopteren. Het werden Thiele, een Braziliaans meisje, en Isaac een Ghanees kereltje van zes jaar oud. Door de zakelijke reis naar Ghana werd ik opeens in de gelegenheid gesteld om, na vijf jaar, Isaac eens te ontmoeten. In zijn laatste brief, van Kerst mis 2000, had Isaac geschreven dat hij van voetbal hield. Dus dat kwam goed uit. Op een zondagochtend zijn Adrie en ik, samen met Ad Zonder land, onze Ajax-man in Ghana, naar Tema afgereisd. De stad Tema ligt ten noorden van de hoofdstad Accra, op ongeveer anderhalf uur rijden. In Tema staat één van de twee dorpen van SOS en hier heeft Isaac opvang gevonden. Naast het kinder dorp in Tema is er in Ghana nog een tweede SOS-dorp waar mee Ajax nauwe banden onderhoudt. Van dit dorp zijn zelfs twee jeugdspelers in de Ajax academie terecht gekomen. Het dorp in Tema was nieuw en indrukwekkend. Met een raar gevoel (kwam dat door de malaria-medicijnen of van de span ning mijn 'zoon' eindelijk te ontmoeten?) arriveerden we aan de poort van het dorp. Hoewel de organisatie liever niet heeft dat de kinderen worden bezocht, werden we toch hartelijk ont vangen door 'de vader' van het dorp. Hij was 'vader' voor alle 151 kinderen die in Tema leven. Direct leidde hij ons naar het keurige huisje waar Isaac, samen met zijn broertjes en zusjes, woonde. En daar was hij dan, elf jaar oud en blakend van gezondheid. In Amsterdam had ik in de fanshop een Ajax-shirt gekocht met zijn naam erop. Isaac had het er moeilijk mee. De HOUSE MORNM situatie was voor Isaac even vreemd, als dat voor een 'wit man netje in Nederland' zou zijn die, in een weeshuis, plotseling zou worden geconfronteerd met drie vreemde zwarte mannen die zomaar cadeautjes en aandacht geven. Aandacht aan jou alleen... Iets wat je al zolang gemist hebt. Isaac kon dan ook geen woord uitbrengen. Zwijgend poseerde hij voor de foto en keek ons alleen maar aan. Met grote verbaasde ogen. De 'dorpsvader' slaagde er echter in Isaac gerust te stellen. Nog één keer ging hij op de foto, nu samen met zijn negen échte broertjes en zusjes. Allemaal riepen ze vlijtig "cheese". 'De vader' liet ons vervolgens de rest van het dorp zien; de les lokalen, kantine en zelfs de kleine universiteit van Tema. Het was prachtig hoe hij met al die kinderen omging. Voor mij was het een unieke kans om Isaac, eenmaal in m'n leven, te ont moeten. En te merken dat het 'onze zoon' goed gaat. Ajax heeft er in Ghana een supporter voor het leven bij. Isaac, het ga je goed. Jeroen Slop, financieel directeur Ajax

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2001 | | pagina 9