Amsterdam - „Engels praten, alsjeblieft." Joe Didulica kijkt mistroostig voor zich uit. De Nederlandse woordenstroom die de oren van de Ajax-doelman bereikt, is nog net iets te veel van het goede. Maar wie langzaam tegen de Australiër aanpraat, ziet de verwarring uit diens ogen verdwijnen en krijgt een antwoord in gebroken Nederlands terug. 'PRIMA, JONGEN' 'IK HEB MACARONI GE-ETEN' Amsterdam - Hans Bijvank is één van de drijvende krachten achter de schermen bij de jeugdopleiding van Ajax. Deze maand is hij voor het 25ste jaar wedstrijdse cretaris bij de Ajax-jeugd. Een goed moment om even stil te staan bij een van de mensen die al hun vrije tijd in het belang van de club steken. 'Het is mijn cluppie, zoals dat heet. Een uit de klauwen gegroeide hobby.' MIJN CLUPPIE VETTE JAREN Ajax Life nummer 12 i maart 2001 Met vallen en opstaan door de Nederlandse taal Door Monique Janse Foto's Louis van de Vuurst Didulica is een van de veertien Ajacieden die momenteel Nederlandse les krijgen van Leon Smeets. De buitenlanders van Ajax moeten namelijk zo snel mogelijk onze taal leren. En zijn verplicht twee uur per week les te volgen. De Brabander Leon Smeets begon in 1996 bij Willem II met het geven van Nederlandse les aan voetballers. In korte tijd breidde hij zijn werkzaamheden uit naar Ajax en PSV. Bij Ajax heeft Smeets veel leer lingen in zijn klas. In de Amster damse selectie zit zo'n diversi teit aan nationaliteiten en niveaus, dat het moeilijk is om iedereen dezelfde leerwijze voor te schotelen. De scholieren staan er echter niet alleen voor, zo heeft Smeets gemerkt. „Bij Ajax is er voor de spelers die Nederlands leren veel steun. Zo kwam Aron Winter, destijds aanvoerder, de spelers zelfs brengen," aldus de enthousiaste docent. Inmiddels toont aan voerder Tomas Galasek even eens zijn interesse. De Tsjech kent Smeets uit zijn periode bij Willem II en heeft zelf - door middel van gebarentaal!! - Nederlands van hem geleerd. Sinds hij Ajax-aanvoerder is, informeerde hij al meerdere keren naar de ontwikkelingen die zijn teamgenoten op taalge bied doormaken. Galasek heeft kunnen constate ren dat Smeets na de winterstop de 'leerplichtigen' heeft inge deeld in drie groepen. Bergdolmo, Chivu, Lobont en Pasanen vormen een eerste groep; Machlas, Arveladze, Wamberto, Didulica, Kanu en Ikedia zitten in de tweede groep. Drie jongens van Ajax 2, Walker, Valencia en Obodai vormen ver- Leon Smeets doceertzijn leerlingen luisteren. volgens nog een derde ploeg. Smeets: „De eerste negen weken van het seizoen heb ik gebruikt om te inventariseren. En in die periode vielen er nog eens drie weken uit door inter landverplichtingen van veel jongens." Op de vrijdagmiddag dat de redactie van Ajax Life aanschuift, krijgen Arveladze, Wamberto, Lobont, Ikedia, Pasanen en Obo dai gezamenlijk het eerste uur les. Nog voordat de heren goed en wel van start zijn gegaan, neemt Arveladze de rol van leraar op zich en overhoort Pasa nen. Met de bijna accentloze woorden "prima jongen", steekt de Georgiër zijn bewondering voor de goede antwoorden van de Fin niet onder stoelen of ban ken. Arveladze, die zich wel vaker ontpopt als komiek, is ook deze middag de animator van het gezelschap. Maar het Neder lands is zo'n lastige taal, dat de meeste spelers vanzelf moeten lachen. Neem nu de verleden tijd van drinken. Iemand die net met Nederlandse les begint, kan toch niet verzinnen dat "ik dronk" de juiste vervoeging is. Toen Pasa nen dan ook volkomen logisch "drinkte" antwoordde, barstte Ikedia in lachen uit. Dat doet de kleine Nigeriaan overigens ook als hij zelf met de taal worstelt, dus van leedvermaak was in dit geval geen sprake. Smeets: „De lessen moeten gezellig zijn, ont daan van enige vorm van span ning." Pasanen laat zich niet van de wijs brengen. Zodra hij aan de beurt is om iets te vertellen, wil hij met reuzenstappen de vader landse grammatica door. En dus is het onvermijdelijk dat hij in de valkuil van onze nationale taal valt. „Ik heb macaroni ge-eten", klinkt het dapper uit de Finse mond. De leraar corrigeert de verdediger dat het toch echt "gegeten" moet zijn. „Gelukkig vragen de meeste voetballers nooit waarom dat zo is. Leg dat maar eens uit", aldus Smeets. Nadat de theorie is doorge ploegd, moet iedereen in rap tempo een zin met een werk woord maken. Wamberto krijgt zijn mogelijkheden in het Portu gees aangegeven, omdat hij het Engels niet machtig is. Maar Smeets doet meer voor zijn pupillen. In zijn hulpboekje met voetbaltermen heeft hij, naast het gangbare Engels, ook Portu gees, Spaans, Slowaaks, Rus sisch, Noors en Deens opgeno men. „De volgende keer heb ik het voor jou in het Fins, Petri", komt de leraar zijn pupil tege- Petri Passanen en Pius Ikedia bekwamen zich in de Nederlandse taal. moet. Maar die wil daar niets van weten. Pasanen keert kort na de winter stop dan ook niet meer in deze klas terug. De Fin is, samen met Bergdolmo, Chivu en Lobont, het niveau van zijn medestu denten ontstegen. De Noor en de Roemeen vliegen in snel treinvaart door de oefeningen. De gretigheid druipt er van af. Wanneer de spelers hun eerste interview in het Nederlands geven, valt niet precies te zeg gen. Smeets: „Petri had laatst een interview met Sportweek. Dan bereid ik hem daar op voor en zeg hem dat hij kan vragen of de journalist zijn vragen in het Nederlands stelt. Gewoon, om te kijken hoe dat gaat. Het schept voldoening als ik een speler, die bij mij les krijgt, in een televisie-interview 'n Nederlands antwoord hoor geven. Dan ben ik trots. Ik neem die interviews dan op en bel ze de volgende dag om ze te vertel len wat ik er van vond. Op het voetbalveld worden korte, krachtige termen gebruikt die ze snel moeten beheersen. Van mij krijgen ze les om zich sociaal beter te kunnen handhaven in een Nederlandse groep. Daarom is het zo belangrijk." Ruim dertig jaar liefde voor de club In het dagelijks leven is Hans Bijvank leraar op de basis school Louis Bouwmeester in Amsterdam. Ook daar is Bij vank met voetbal actief, want voorafgaand aan het interview had hij een zware woensdag middag in Sporthallen Zuid: „Een schoolteam heeft in de zaal gevoetbald. Maar het ging niet zo best; één keer gelijk en één keer verloren'.' Het tekent de bevlogenheid van de jeugd- secretaris voor de voetbal sport. In de jaren dat Johan Cruijff, Piet Keizer en Sjaak Swart met Ajax 1 Europa af stroopten voor zoveel mogelijk edelmetaal, stond Hans Bij vank al in het weekeinde langs de lijn op Voorland, het voor malig jeugdcomplex van de Amsterdamse club. „Ik ben 25 jaar wedstrijdsecretaris, maar daarvoor was ik al bij Ajax te vin den. Mijn broer speelde vanaf zijn tiende jaar bij de club. Hij begon in 1966. Ik was er altijd om naar hem te kijken, zelfs bij de trainingen. In die tijd was mijn oude buurjongen, Dick Boering, secretaris van de jeugd. Ik werd door hem gevraagd als elftalleider voor de B2-pupillen. Van mijn eerste elftalletje kan ik mij vooral Jordi Cruijff nog her inneren. Die was zo jong dat hij midden in de wedstrijd op het zanderige veld met gevonden schelpjes aan het spelen was." Het begeleiden van de jongste jeugd op zaterdag werd al snel uitgebreid met wat oudere spe lers op zondag. Ook werd Hans Bijvank elftalleider van de C2- junioren. 'Ik was er eigenlijk het hele weekend mee bezig, in het seizoen 1975-1976 stopte Karei Kamlag als wedstrijdsecretaris van de pupillen. Hij ging de kan tine op Voorland beheren. Ik heb het toen overgenomen. Later volgde ik Rob Been op als algemeen jeugdsecretaris. Dat doe ik nu ongeveer achttien jaar. Eerst was ik alleen op woensdag op de club, later werd dat bijna dagelijks." Het is amper voor te stellen dat Hans Bijvank ook nog een fulltime leraar is. De enige manier is alle vrije tijd te geven aan Ajax, ook vandaag de dag nog. Bijvank: „Het is mijn cluppie, zoals dat heet. Een uit de klauwen gegroeide hobby. Ik heb ondertussen zoveel contacten opgebouwd. Bijna alle clubs in Nederland weten wie ik ben. Daarnaast heb ik op beide wedstrijddagen 'n representatieve functie. Flo- ris Thoolen opent op zaterdag ochtend, ik begin op zondag ochtend om kwart over zeven." Hans Bijvank is er niet de man i naar om de grote namen te noemen van spelers die hij als secretaris of als elftalleider onder zijn hoede heeft gehad. Wim Kieft, Dennis Bergkamp, Brian Roy, Michael Reiziger, de gebroeders De Boer, Patrick Kluivert, Edgar Davids; hij noemt ze niet. Wel is Bijvank, die ook lid is van de ledenraad en lid van Verdienste, trots dat hij een gouden periode uit de Amsterdamse jeugdopleiding heeft meegemaakt: „We hebben vanaf begin jaren negentig zeven vette jaren gehad. De Al en de BI werden zeven jaar ach ter elkaar kampioen. Dat waren prachtige momenten. Daar naast heb ik veel mooie toernooien meegemaakt. Ik ben twee keer met de Al naar Peru geweest, twee keer naar Japan, naar de Emiraten, Mexico... Ik krijg er dus ook heel veel voor terug. Ik ben nog lang niet van plan er een punt achter te zetten." Co Adriaanse imiteert tijdens de receptie Hans Bijvank, die op wedstrijddagen altijd druk doende is per telefoon de uitslagen te verzamelen.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2001 | | pagina 5