'Tim heeft een
fantastische
profmentaliteit'
O
"3
Heini Otto:
METAMORFOSE
THUIS
Ajax Life»nummer 11 15februari 2001
iuis uit:
ing inderdaad niet goed'
Arena tegen Willem II. De Clers
sterren stonden gunstig, zo leek
het. Totdat enkele dagen later de
hemel ineens verduisterde. Tij
dens de kampioenswedstrijd
van het tweede elftal, tegen de
reserves van AZ, werd De Cler
vol op de binnenkant van zijn
scheenbeen getrapt. Met als
gevolg een breuk. Ajax-2
behaalde de titel, maar De Cler
feestte niet mee: „De prognose
was dat ik drie maanden zou
zijn uitgeschakeld. Ik dacht -
to: Ron Richel
en hoopte - snel terug te zijn.
Maar uiteindelijk moest ik
negen maanden wachten."
Het was een tegenvaller die hard
aan kwam in huize De Cler.
Eerst absolute rust, vervolgens
enige lichte training en tenslotte
de onvermijdelijke trainingen
van Bobby Haarms. Tim begint
nog spontaan te lachen als hij
aan de hersteltrainingen van
Bobby Haarms terug denkt:
„Pittig was dat. Maar wèl ont
zettend leuk. Bob kon je afmat
ten, maar uiteindelijk verliet je
met een goed gevoel het trai
ningsveld."
Toch was De Cler na zijn gene
zing nog niet direct over de
gevolgen van zijn zware
blessure heen; hij had
1 flink wat moeite
l om in zijn
oude ritme te
komen: „Ik
speelde veel wis
selvalliger dan ik
gewend was. Het ging
eigenlijk steeds minder,
met als triest dieptepunt
eind vorig jaar, toen ik zelfs
niet meer tot de selectie
behoorde."
De komst van Co Adriaanse
zorgde uiteindelijk voor een
ommekeer. De trainer van Ajax
kende De Cler natuurlijk goed
uit zijn eerdere periode in
Amsterdam en dat gaf de Leidse
verdediger vertrouwen: „Niet
dat ik dacht er direct voordeel
bij te hebben. Maar ik was wèl
op de hoogte van de werkwijze
van Adriaanse en wist precies
wat ik van hem kon verwachten.
Bovendien telt ook mee dat zijn
aanpak mij goed ligt. Adriaanse
is streng maar recht door zee.
Dat is tegenwoordig nodig, al
ben ik zelf voldoende gediscipli
neerd om me niet gek te laten
maken." Toch ging het - ook
onder Adriaanse - aanvankelijk
niet de goede kant op met De
Cler. Na overleg met de trainer
werd eind oktober 2000 zelfs
besloten dit seizoen maar af te
maken bij Germinal Beerschot
in Antwerpen. Het bleek precies
de juiste prikkel voor De Cler:
„Het leek alsof er in mij 'een
knop werd omgedraaid'; ik
wilde alles doen om te voorko
men dat ik weg moest, wilde
perse bij Ajax de top halen. Die
nieuwe aanpak heeft gewerkt.
Het gaat nu ineens goed."
De metamorfose is op het veld
goed te zien, zeker op de
momenten waarop De Cler zelf
verzekerd de bal opeist. Vorig
seizoen zou hij prompt iedere
bal zo snel mogelijk bij een
ploeggenoot hebben ingele
verd. Nu niet: „De druk van de
mogelijke transfer naar GBA
heeft geholpen. Ik kreeg een
gevoel over me van "ze hebben
gelijk, het gaat inderdaad niet
goed". Ik doe nu weer wat ik in
de jeugd ook al kon. Met flair
over het veld stormen. Mijn
aanvallende capaciteiten zijn
daarbij in feite m'n sterkste
wapen. Wel moet ik mijn verde
digende acties nog verbeteren.
Ik kan - en moet - nog feller de
duels in gaan, ook doe ik dat nu
al beter dan voorheen. Ik win er
meer en meer! Als ik me zo blijf
H ontwikkelen als het laatste
half jaar het geval is, dan
móet het wel goed met me
komen."
Gekscherend wordt de
link met Oranje gelegd,
il Want goede verdedi
gers zijn in
Nederland
jj9k immers dun
gezaaid.
ijW^Pkpy' De Cler
weerlegt
de opmerking
met een glimlach: „Nee, ik denk
niet aan Oranje, daar ben ik nog
niet klaar voor. Ik denk wèl dat ik
het uiteindelijk in me heb. Als ik
mezelf blijf ontwikkelen op de
manier waarop het nu gaat, dan
een debuut over een aantal
jaren mogelijk."
De contrasten in het voetbal zijn
soms groot. De beste vriend van
Tim de Cler bij Ajax was John
Nieuwenburg. Uitgerekend hij,
die het - voorlopig - niet redde
in Amsterdam en werd uitge
leend aan zijn voormalige club
Sparta. Het maakt De Cler weer
eens duidelijk hoe relatief voet
balsucces eigenlijk is: „Als Ferdi
Vierklau niet geblesseerd was
geraakt, zou ik nu waarschijnlijk
in Antwerpen hebben gevoet
bald. Ik weet hoe John zich
voelt, want ik heb precies het
zelfde moeten ondergaan. Bij
Ajax is de eenheid groot, de sfeer
in de groep eveneens. Toen het
niet goed met me ging, legde
Aron Winter nog wel eens een
arm om mijn schouders. Hij ver
telde me dan, wat er wèl en wat
er niét goed ging. En gaf vervol
gens ook aan hoe het beter kon.
Daar heb ik veel van geleerd,
voor Aron heb ik veel respect.
Hij praat veel met de jongeren."
Tim de Cler voelt zich thuis bij
Ajax. Het doet hem denken aan
vroeger, aan gezellige familiebij
eenkomsten: „Weet je, Sinter
klaasavond maakte altijd veel
indruk op me. Ik ben een gezel
ligheidsmens en genoot er van
als iedereen er was. Mijn ooms,
tantes, opa en oma. Allemaal bij
elkaar en dan kachel aan en
spelletjes doen. Dan kreeg ik
zulke (De Cler doet zijn handen
Heini Otto, tegenwoordig trainer van HFC Haarlem, heeft
Tim de Cler onder zijn hoede gehad toen hij trainer was van
de B-jeugd bij Ajax. De Cler begon het betreffende seizoen
als linkerspits, maar door een tactische vondst van Otto ein
digde hij als linksback, de positie die De Cler nu nog steeds
bekleedt. Otto: „Ik had destijds de keuze tussen vier spelers
voor de linkerkant. Omdat Tim alle eigenschappen had om
uit te groeien tot een goede verdediger, was de keus voor mij
snel gemaakt. Met zijn kwaliteiten is hij uitstekend geschikt
om achterin te spelen. Hij is rustig aan de bal, doet geen
gekke dingen, bewaart het overzicht en in tactisch opzicht
zal hij met de jaren alleen maar sterker worden. Of hij beter
tot zijn recht komt als linkerverdediger of centraal, dat weet
ik niet. Op beide posities heeft hij dit seizoen prima wed
strijden gespeeld."
„Tim heeft een fantastische profmentaliteit. Het is heel
knap hoe hij zich heeft teruggevochten toen Ajax hem wilde
verhuren aan GBA. Natuurlijk zou ik hem graag bij Haarlem
hebben gehad, maar dat is nooit een optie geweest. Boven
dien moet je in eerste instantie altijd kijken naar de carrière
van de speler."
Otto voorspelt de 22-jarige vleugelverdediger een mooie
toekomst. „Het aantal linksbenige verdedigers in Nederland
is dun gezaaid. Als Tim zich blijft ontwikkelen zoals hij nu
doet, dan ligt er voor hem zeker een mooie loopbaan in het
verschiet."
een meter uit elkaar, red.)
cadeaus en voelde de hechte
band. Dat was voor mij geluk".
„Nu, bij dit Ajax, heb ik dat weer.
De club straalt warmte uit. Ik
ben er van overtuigd dat we met
de huidige groep heel ver kun
nen komen. Ik wil meehelpen
Ajax terug te brengen naar de
Europese top. Dat zou met deze
jonge groep heel mooi zijn, al
besef ik dat het tegenwoordig
heel moeilijk is om een team
verschillende jaren bij elkaar te
houden. Maar als iedereen zo
positief denkt als ik, kan het luk
ken. Persoonlijk vind ik het
alleen jammer dat mijn oma dit
niet meer kan meemaken. Ze
overleed een jaar nadat ik naar
Ajax ging. Haar had ik graag
laten genieten van wat ik tot nu
toe heb bereikt."
Op de bank met zijn vader,
moeder en broer Henk, die eens
werd gezien als het grootste
voetbaltalent van de familie.