Technisch directeur Leo Beenhakker:
O
Amsterdam - Sinds 1 september van dit jaar is Leo Beenhakker
werkzaam bij Ajax als technisch directeur. In twee eerdere perio
des waarin Beenhakker aan de club verbonden was, voerde hij
Ajax als trainer naar de titel. Nu is hij aangesteld voor voetbal-
technische zaken op lange termijn en gaat hij niet meer weg: 'Ik ga
niet nog een keer de kojfers pakken.'
PASSANTEN
KAPITALEN
KRACHTVAN AJAX
Ajax-life nummer 6*9 november 2000
foto: Louis van deVuurst
foto: Louis van de Vuurst
'We moeten
AJAX in hoofd
letters schrijven
Leo Beenhakkeren zijn assistente Christa Overtoom.
Door Michel Sleutelberg
Beenhakkers functie is nieuw bij
Ajax. Naast algemeen directeur
Arie van Eijden en financieel
directeur Jeroen Slop opereert
hij als technisch directeur. De
vraag waarom deze functie
noodzakelijk is, laat zich een
voudig beantwoorden. Been
hakker: 'Het voetbal bij Ajax
behelst het betaald voetbal, de
jeugdopleiding, de scouting, de
deelnemingen in Zuid-Afrika,
Ghana en België en de samen
werkingsverbanden in Mexico
en Peru. Al deze onderdelen
hangen nauw met elkaar
samen. Uiteindelijk is dat hele
pakket mijn verantwoordelijk
heid, waarbij de nadruk ligt op
de lange termijn. Voor de lange
termijn is het noodzakelijk dat
in al deze zaken een zodanige
structuur wordt aangebracht
dat het voor het reilen en zeilen
van Ajax in wezen niet meer van
belang is wie er aan het hoofd
van zo'n afdeling staat. Niet de
persoon, maar de werkwijze is
van belang. Het moet altijd de
Ajax-scouting zijn, de Ajax-
opleiding en niet de scouting of
de opleiding van de persoon die
er op dat moment de leiding
heeft.'
Ook het antwoord op de vraag
hoe zijn taakomschrijving zich
verhoudt tot die van directeur
betaald voetbal Co Adriaanse,
is gelegen in de lange termijn.
Beenhakker spreekt uit eigen
ervaring als hij zegt: 'Trainers
zijn passanten. De een blijft
een jaar, de ander drie maan
den, een enkeling vijfjaar, maar
er komt een moment dat een
trainer weer gaat. Het staat bui
ten kijf dat alles wat direct te
maken heeft met het eerste elf
tal uitsluitend de verantwoor
delijkheid is van Co. De trai
ning, de begeleiding, de voor
bereiding, de elftalsamenstel
ling, de coaching, allemaal voor
Co. Het raakvlak is het aan- en
verkoopbeleid. Daarvoor moet
uiteindelijk één man verant
woordelijk zijn, die ook over de
periode van de huidige trainer
heen moet kijken.
Het is belangrijk om
bij het aantrekken
van spelers de ter
mijn in de gaten te
houden waarbinnen
je ze nodig hebt. Is
een speler een ver
sterking op directe
termijn of op langere
termijn? Een jongere
speler kan best op
termijn pas een ver
sterking zijn, als hij
maar past in het
Ajax-concept, in de
manier van spelen
en in de bestaande
groep. Co en ik heb
ben wat het spelers-
beleid betreft duide
lijke afspraken
gemaakt. Ik kan
nooit een speler
halen en zeggen: Co,
dit is jouw speler.
Dat gaat niet, dat
moetje samen doen.
Als een gearriveerde
speler aangetrokken
Leo Beenhakker over
legt met Bob Haarms
over de toestand van de
grasmat.
moet worden, een Machlas,
een Galasek, dan moeten we
het er allebei mee eens zijn.
Anders ligt het ten aanzien van
jongere spelers, spelers die
voor de middelkorte termijn
worden aangetrokken. Of je die
aantrekt is minder afhankelijk
van de huidige trainer. Ook al
gebruikt hij die speler van 18
niet direct, zo'n jongen kan zich
wel doorontwikkelen in de
Ajax-cultuur, zodat een nieuwe
trainer aan hem een typische
Ajax-speler heeft en niet een
typische speler van zijn voor
ganger. Zo voorkom je het
enorme kapitaalverlies dat ont
staat als nieuwe trainers het in
vier, vijf van de bestaande spe
lers niet zien zitten.'
Het aanstellen van een tech
nisch directeur was één van de
aanbevelingen die gedaan zijn
door de Commissie 2000. Deze
heeft ook geconcludeerd dat
Ajax een te kil imago heeft
opgebouwd en weer meer een
club moet worden. Beenhakker
kent de club uit twee periodes
in het verleden en kan meepra
ten over hoe het was. 'In mijn
laatste periode bij Ajax, van
1989 tot 1991, was Ajax nog een
hechte familie. Er was binding,
er was enorm veel sfeer en
warmte binnen de club. Ik kan
niet oordelen over de laatste
jaren, maar je merkt wel dat dat
een beetje weg is. Of dat alleen
een kwestie is van de afstand
tussen de profafdeling en de
jeugdafdeling, is nog maar de
vraag. Het huidige voetbal is al
lang geen spelletje meer. We
hebben het over miljoenen. De
Arena en de beursgang waren
grote overgangen. Logisch dat
het in eerste instantie allemaal
wat klinisch lijkt. De Arena
kwam te staan naast Ajax, dan is
er tijd nodig om de Arena met
Ajax te laten functioneren. Je
wordt een NV, je gaat naar de
beurs. Dat is een verzakelijking,
een noodgedwongen verzake
lijking, die automatisch door
slaat op het clubleven. Het kost
even tijd tot je het evenwicht
gevonden hebt tussen de NV en
de AFC. Het is op dit moment
officieel "AFC Ajax NV", met in
kapitalen AFC ervoor en NV
erachter. Maar ertussenin staat
Ajax, dat is dus het bindmiddel.
Dat moet je met hoofdletters
schrijven, wat ervoor en erach
ter staat met kleine.'
Ajax en dus ook Leo Beenhak
ker hebben daarmee een duide
lijke opdracht voor de komende
tijd. De AFC is een beetje over
vleugeld door de NV; het ver
stoorde evenwicht moet her
steld worden. Een heel belang
rijke stimulans daarin is als spe
lers van de Toekomst de kans
krijgen de stap naar de Arena te
zetten, zoals de afgelopen tijd
weer wat vaker gebeurd is.
Beenhakker: 'Dat is uiteindelijk
waar het om gaat. We moeten
terug naar een situatie die altijd
de grote kracht van Ajax is
geweest. Punt één: we moeten
er, ondanks alle financiële
belangen, weer een club van
maken. En twee: we moeten
weer heel nadrukkelijk oog
hebben voor de jeugd. Co heeft
dat, maakt ook ruimte in zijn
beleid voor de jeugd. Automa
tisch maak je die afstand tot De
Toekomst dan weer kleiner. De
mensen daar weten dat er op ze
gelet wordt en dat er met ze
meegedacht wordt. Zien het
resultaat van hun werk meer
richting Arena komen, dan heb
ben ze weer meer voldoening
van hun werk en gaan de vol
gende dag nog een stapje har
der lopen. Het werkt door op je
jeugdspelers zelf, want die zien
ook dat het weer kan, dat er op
ze gelet wordt en dat er een trai
ner is die ze een keer een kans
geeft als ze het goed doen. Dat
geeft ook alweer een verkorting
van de afstand die er mogelij
kerwijs ontstaan was.'