'Ik moet echt grote
dieptepunten zien
te voorkomen'
DEENS DYNAMIET
LACHEN
Amsterdam - Het gejuich daverde vanaf de tribunes van de ArenA, zo vlak voor de aanvang van het thuisduel
tegen FC Groningen. Uit de reactie die de door de stadionspeaker omgeroepen 'elfde naam' bij het publiek
opriep, bleek dat de Ajax-supporters bijzonder blij waren met zijn rentree in de basis. Voor het eerst sinds
weken startte Jesper Gronkjcer weer vanaf de aftrap in de basis. Dat de echte vorm nog moet komen, weet de
Deen als geen ander: „Weer in vorm komen is moeilijk. Dat lukt niet binnen één week."
Ajax-life nummer 2 15 september 2000
foto: Louis van de Vuurst
Voor de tweede achtereenvol
gende keer raakte lesper, kort
voor het begin van de competi
tie, geblesseerd. Vorig jaar viel
Jesper uit tegen Feyenoord, en
dit jaar moest hij onvrijwillig het
veld verlaten tegen Arsenal. „De
vorige keer brak ik mijn mid
denvoetsbeentje, nu mijn teen.
Het gebeurde gewoon onder het
lopen, zonder dat er ook maar
een duel of een bal aan te pas
kwam. Opvallend was dat het
beide keren op precies dezelfde
plek op het veld in de ArenA
was, net iets over de midden
lijn." Aan het begin van een
nieuw voetbaljaar verplicht
geblesseerd raken, net op een
moment dat in alle Ajax-harten
weer hoop wordt gekoesterd op
mooie triomfen, is vervelend.
Na een gedwongen rust van vijf
weken begint Jesper al weer aardig op stoom te raken, de beloning
van noeste arbeid. Gronkjaer: „Weer in vorm komen is het moeilijkst
wat er is. Dat gebeurt niet in één week. Soms duurt het een dag of
veertien, maar het kan ook zomaar vijf weken in beslag nemen. Het
is heel moeilijk te zeggen waar ik op dit moment sta. Tegen FC Gro
ningen was ik niet tevreden over mijn eigen prestatie, maar de vol
gende wedstrijd kan ik zomaar terug zijn. Ik heb veel wedstrijdritme
nodig om weer echt scherp te worden."
De aanpak van Co Adriaanse werkt voor veel spelers als een frisse
wind in een bedompte kamer. Vooral de klare taal van de
trainer/coach wordt daarbij menigmaal
genoemd. Jesper beaamt dat: „De duide
lijkheid die Adriaanse schept, is goed voor
alle spelers. Ik weet nu precies waar ik aan
moet werken op de training. Zo train ik
heel gericht op alles wat komt kijken bij het
geven van een goede voorzet vanaf de lin
kerkant. Waar ik het accent op moet leg
gen. Adriaanse is heel eerlijk tegen ons. Als
je slecht speelt, vertelt hij dat ronduit.
Maar ook als het goed is. Tot nu toe heb ik een heel positieve indruk
van hem, maar veel meer kan ik nog niet zeggen. Hij is pas zeven
weken onze trainer; te vroeg dus om een definitief oordeel te geven."
Vol verlangen werd de afgelopen weken op de tribunes uitgekeken
naar de explosieve acties van Gronkjaer die in het verleden de ArenA
regelmatig op zijn grondvesten deden schudden. Het 'Deense dyna
miet' liet verdedigers versuft achter, met het gejuich van de aanhang
als nagalm. Jesper weet dat de lont langer is dan menige supporter
verwacht of hoopt. „Ik ben pas twee weken geleden opnieuw
begonnen met trainen. Niet alleen mijn sprintsnelheid is nog niet
helemaal honderd procent, er is meer dat ontbreekt: een goede por
tie zelfvertrouwen en ook de nodige automatismen. Ik wil natuurlijk
nu al spelen, zoals een tijdje terug. Maar dat zit er op dit moment
nog niet in."
Door de afwezigheid van Gronkjaer kregen in de afgelopen weken
een aantal jonge talenten uit de Ajax-school een kans in de hoofd
macht. Zo rammeien bijvoorbeeld Kevin Bobson en Andy van der
Meyde geducht aan de poort. Het geluid maakt Jesper niet ongerust:
„Ik ben niet bang dat ik - door een blessure - mijn basisplaats kwijt
raak. Ik heb op mijn positie goede wedstrijden gespeeld. Tegelijker
tijd weet ik natuurlijk ook dat, in het topvoetbal, het verleden niet
meetelt. Dat ik nu concurrentie heb van Kevin Bobson is goed voor
mij. Het idee dat er iemand op de bank zit, die op mijn favoriete plek
wil spelen, maakt mij alleen maar scherper. Maar ook als ik geen
echte concurrent zou hebben, moet ik toch het maximale rende
ment uit mijn spel halen. Die verantwoordelijkheid hebben wij, als
spelers, tegenover het publiek."
Het koesteren van hoge verwachtingen hoort bij een club als Ajax.
En soms lijkt het alsof dat nog nèt iets meer geldt voor vleugelaan
vallers. Het zijn spelers waar het
publiek voor naar het stadion
komt. Mannen van de onver
wachte acties, in de lijn van Piet
Keizer en Tscheu-la Ling. Gril
ligheid hoort daar bij en wordt
door het publiek ook morrend
geaccepteerd. Gronkjaer: „Ik
weet dat supporters veel van mij
verwachten. Eerlijk gezegd doet
die extra druk mij niet zo veel.
Voor de wedstrijd voel ik een
gezonde spanning in mijn
lichaam. Maar ik ben niet
iemand die zich voor een duel
zorgen maakt. Het enige dat ik
kan doen is mijn 'stinkende'
best. En als het dan in de wed
strijd niet lukt, dan is dat jam
mer. Meer niet!
Het heeft ook te maken met de
wisselvallige manier waarop
ik voetbal. Soms is het
slecht, soms is het
goed. Maar nooit gemiddeld; dat past gewoon niet bij
mij. Toen ik jonger was, kwam het veel vaker voor dat
ik slecht voetbalde. In de loop van de tijd komen daar
steeds meer goede wedstrijden bij, maar mijn niveau
kan in zijn totaliteit nog veel verder omhoog. Ik moet
echt grote dieptepunten zien te voorkomen. Dat bete
kent dat ik vaker in het teambelang moet denken en niet
meer 'uit de organisatie' moet gaan lopen. Het moet zo worden dat,
als ik een slechte dag heb (en niet elke bal panklaar voor het doel
leg), ik toch mijn werk goed doe. Want daar gaat het om. Nu ik ouder
word, kan ik dat ook in de praktijk brengen."
of ze nu wel-of-niet
Deen worden uitgelachen. Sar
ren, schelden en lachen. Jesper
doet het allemaal als hij zich
meester voelt over de situatie:
„Dat heeft vooral te maken met
zelfvertrouwen. En met de ver
dediger tegenover mij. De laat
ste wedstrijden had ik niet een
tegenstander die daartoe uitno
digde. Als ik echt fit ben, is mijn
niveau nèt iets hoger dan dat
van mijn opponent. Als hij
onder ligt, kan ik op verschil
lende manieren mijn tegenstan
der uit zijn spel halen. Maar
alleen als het voetballen vanzelf
gaat. Overigens is het zo dat het
ruziën, discussieren en lachen in
het veld, niet iets is waar ik
bewust mee bezig ben."
Grilligheid en die typische hou
ding in het veld, het zijn ken
merken die Jesper Gronkjaer zo
bijzonder maken in het huidige
voetbal. „Ik ben misschien niet
het prototype van een voetbal
ler. En ik ben ook niet bang om
daar ronduit voor uit te komen.
Mijn voetbalcarrière heeft zich
de laatste jaren stapje voor
stapje ontwikkeld. Toen ik jon-
Een ander aspect - of liever het ontbreken
ervan - van Jespers voetbalkarakter toont
aan, dat hij nog steeds niet helemaal de
oude is. Als de Deense international het op
zijn heupen heeft, is hij een ware plaag
geest voor zijn directe tegenstander. En
dan niet alleen door zijn voetballende
acties, ook vragen verdedigers zich soms af
door de
ger was richtte ik me - naast het voetballen - ook op school. Ik
slaagde voor mijn gymnasium-diploma en wilde ook gaan studeren.
Met het voetbal ging het langzamerhand steeds beter, ik kwam in
het nationale jeugdelftal. Toch was het vroeger nooit mijn droom
om een beroemde voetballer te worden. Maar nu ik op hoog niveau
speel, probeer ik uiteraard wel om het maximale eruit te halen. Ik ga
er echt voor. Maar voetbal is niet het enige wat er op de wereld is. Je
hebt veel voordelen als je voetballer bent, maar er kleven ook nade
len aan. Ik houd er niet van een 'bekend persoon' te zijn. Ik wil rus
tig op straat kunnen lopen en dat is niet altijd mogelijk. Ik zal daar
nooit aan wennen, al hoort het er blijkbaar bij."
In Nederland valt de gekte nog mee, zeker in vergelijking met Spanje
of Italië. Sluit dat dus een vertrek naar het warme zuiden uit? „Ach,
je weet maar nooit. Het zijn heerlijke vakantielanden."
foto: Louis van de Vuurst
Jesper Crpnkjxr
Deens dynamiet op
weg naar vorm
Door: Erol Erdogan