3^ O Wy r3 a n.joL- :Ld> 3-i I L vet lr* CU \,,.j'-<l< jA-f'- fuj jL jjjnJ H etfAf- Ixj ck flf «uw cL In^woL \e&- t*ee^ts~ *v»~ol I \aA*- l^i?o cle^-cJ i If V(k^ H^Ll rwjj« k^K^l rv-oiit^/ CU»*v. O I iui ^cc^uLi J)rCC z^y- ir^j YJ,| dit LjcL j clc £^U k*j Op otcr»i cjk^ jv^>»-^ Lo f>~ivclcb>r- eA jScUj' ^tO dc ^Jucluj IcloS, Zc- cJb> k^j di rw<n-~ob. nA_ <tpL>op t^<-v, cU o-J ^CjCVvO cJd^oL /)Z cL,^- cic tc,ctw^vJ^c ~utrz<kL<fl J eZ keZ Vr^ uv cLiwi oh^-w 6.clJj Ie*«-c« ve-ii-l &u\ o.cUj Vfjr bkltHBKc ve^irt. H tj ^1,3 QJlts, 1 p» FRANK RIJKAARD: „In de jeugd heb ik Bob leren kennen als een instituut waar je met veel respect tegenaan keek. Bob had maar één doel: het beste uit een speler te halen. Hij had een ijzeren karakter. Bob was altijd voor anderen bezig, maar bleef een harde professional. Maar in de loop der jaren heb ik hem buiten het voetbal leren kennen als een aardige en rustige kerel die heel sociaal kon zijn. Wanneer hij bij partijen floot, was hij eigenlijk bij nie mand echt populair. Want uitbal of niet, een zware tackle die onbestraft bleef, het was vaak alleen maar die stem van hem: 'Ga door, ik heb toch niet gefloten, dus niet zeiken'. Dit gebeurde om spelers te motiveren, om ze te laten wennnen aan de dingen die ook in de competitie gebeurden. Hij had het over 'houten sche pen en ijzeren kerels'. Of 'jongens, er moet bloed aan de paal'. Dat was wanneer er partijtjes scherp gespeeld werden. Ik hoop dat Bob zich zal vinden in zijn nieuwe aktivitei- ten voor zijn club en daar de voldoening uit kan putten. Ik kan mij wel voorstellen dat hij met zijn gigantische ervaring een waardevol aanspreekpunt kan zijn voor de coaches en de jeugd, en dan vooral op de karakter vorming en mentaliteit die zo noodzakelijk zijn voor een geslaagde loopbaan als profvoetballer. Ik waar deer hem zowel professioneel als menselijk."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2000 | | pagina 42