Jesper Gronkjaer:
'Na een training had ik
vaak hoofdpijn'
Verantwoordelijkheid
V 1
ij 1
'Ik vind
het niet
leuk
om
bekend
te zijn'
e spreken in de week van het ontslag van Jan
Wouters, dus de stemming is begrijpelijkerwijs
wat ingetogen. Gronkjaer weigert zich uit te
laten over de trainerskwaliteiten van Wouters, en ook
na de algemene vraag wat in zijn ogen een goede
trainer is, is hij niet erg spraakzaam. „Dan weet je
namelijk meteen mijn mening over de trainers Olsen,
Wouters en Westerhof", zegt hij, „en die geef ik liever
niet". Toch wil hij wel bevestigen dat de relatie met zijn
landgenoot Morten Olsen, de trainer die hem naar
Amsterdam haalde, niet bijzonder was. Integendeel,
Gronkjaer is nog niet vergeten hoe Olsen hem in zijn
eerste seizoen bij AZ liet invallen, om hem even later
weer uit de ploeg te halen. Pijnlijk, want als er één
speler leergierig is, is het wel Gronkjaer. Weken was hij
kapot over deze actie van zijn trainer. Inmiddels zijn
Olsen én zijn opvolger Wouters ontslagen.
Hoe denk je over het ontslag van Wouters?
„De resultaten waren niet goed. En de trainer, Jan
Wouters in dit geval, heeft de verantwoordelijkheid.
Maar begrijp me niet verkeerd: ik voel me ook verant
woordelijk voor zijn ontslag. Het is niet eerlijk, maar
logisch in de voetbalwereld. En als Ajax weer goede
resultaten gaat halen, kun je misschien zeggen dat
Wouters de basis daarvoor heeft gelegd. Ik heb in ieder
geval genoeg geleerd van Wouters, over mijn verant
woordelijkheid in het veld bijvoorbeeld, hoe ik meer
voor de ploeg kan betekenen."
En je spreekt al zeer goed Nederlands.
„Ik heb iedere week les, en inderdaad: het gaat aardig.
Ik versta het in ieder geval zeer goed. Ik heb op school,
een gymnasium, Engels en Duits gehad, dus dat kwam
me nu zeer goed van pas."
Vertel eens iets over je achtergrond.
„Ik ben in Groenland geboren. Mijn ouders hebben
daar vier jaar gewerkt. Later verhuisde mijn familie
naar Thisted. Ik was niet overdreven ambitieus als jong
voetballertje. Ik was meer ambitieus op school. Voetbal
deed je voor je plezier, met vriendjes. Later werd het
wel serieuzer. Op mijn zeventiende verliet ik het ouder
lijk huis om honderd kilometer verder, bij Aalborg,
te gaan spelen. Ik wilde op een hoger niveau acteren,
als professional. Maar ik moest ook nog twee jaar op
het gymnasium zitten. Ik vond het belangrijk dat ik
mijn school afmaakte, dus toen combineerde ik voetbal
en school. Het was zwaar, maar ik heb het gehaald. Mijn
ouders lieten me vrij in mijn keuzes. Ik mocht profvoet
baller worden, maar ze vonden het net zo goed als ik
iets anders ging doen. Ze steunden me, wat ik ook zou
beslissen. Dat was erg prettig. Mijn vader reed me drie