Argwanend r. Ik had een beetje het idee: die Van Halst blijft eeuwig bij FC Twente spelen. Had je dat zelf ook? „Ja, dat had ik zelf ook wel. Ik had nog een lang durig contract, hoewel ik wel altijd een stille hoop op een topclub heb blijven houden. Dat Ajax nu kwam, was natuurlijk prachtig, maar het had net zo goed drie jaar eerder kunnen gebeuren. Zoals ik nu speel, doe ik al zo'n vijf, zes jaar. Ik ben alleen wat rijper geworden." Om eerlijk te zeggen: vroeger stond je bij mij bekend als een ordinaire schopper. „In het begin van mijn loopbaan was dat ook heel extreem. Ik schatte situaties verkeerd in, waardoor ik te laat kwam met mijn tackle. Ik zag het spelletje nog niet zo snel als dat ik het nu zie. Dat herstelde ik destijds met schoppen. Als liefhebber keek ik ook zelden naar mooie linksbuitens of zo. Dat vond ik wel aardig, maar ik had meer oog voor spelers die nuttig zijn voor het elftal. Zoals Jan Wouters, ja." „Ik was als klein kind wel fan van Ajax. Zo rond mijn twaalfde sloeg dat om naar FC Utrecht. Ik woonde in Zeist, tegen Utrecht aan, vlak bij de Galgenwaard. Als er een doelpunt viel en het stadion was uitverkocht, dan hoorde ik dat in mijn slaapkamertje." Je hebt heel wat keren tégen Ajax gespeeld. „Dat vond ik altijd wel leuk. Men had die uitstraling van 'we winnen wel eventjes'. Dat stimuleerde me extra. Duels tegen Jari Litmanen, heerlijk. Het was een uit daging om tegen zo'n wereldspeler te voetballen. Soms ging het me goed af, soms niet. Dan maake hij twee wereldgoals en moest ik hem feliciteren." Vorig jaar raakte je Litmanen nog met je elleboog. „Dat was een botsing, er was geen opzet in het spel." Toch stonden veel Ajax-supporters niet te juichen toen je naar Ajax kwam. Je bent geen typische Ajax-speler waarvoor het publiek naar het stadion trekt. „Ik werd bij Ajax in het begin ook wel argwanend beke ken. Van 'is hij net zo'n mannetje als toen hij tegen ons speelde?' Maar types als ik hebben dat meestal. Bij FC Twente was dat ook al zo. Tegen zo'n beeldvorming moet je altijd knokken. Ik ben het nu gewend, het stimuleert me. Vroeger irriteerde het me wel. Dan wilde ik óók per se een doelpunt en daar kwam dan helemaal niets van terecht." „Maar voor mij gold precies hetzelfde: vooraf zeiden mensen tegen mij: Ajax is een koude club. Maar dat bleek niet waar te zijn. Er is echte warmte, met nog veel vrijwilligers en echte clubmensen. Die onoverwinne lijke houding van Ajax stoorde me vroeger wel eens. Die blik van 'wij zijn de beste'. Zo'n Richard Witschge straalt dat heel erg uit. Die wilde ik altijd heel erg aanpakken. Ik was heel erg benieuwd hoe hij zou zijn. En wat bleek: Richard Witschge is een hele leuke gozer. Alleen aan het grote stadion moest ik wennen. Ik heb een slechte oriëntatie en raakte in het begin wel eens de weg kwijt."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 2000 | | pagina 9