Erol Erdogan: "De opstelling wordt pas kort voor de wedstrijd door
David Endt getypt. Omdat hij toch al beneden bij de kleedkamers is,
is het handiger als David de trainers om de juiste namen vraagt.
Vervolgens wordt de opstelling boven gekopieerd en uitgedeeld aan de
journalisten. Een uur voor de wedstrijd proberen we de opstelling
klaar te hebben, want we moeten rekening houden met de televisie."
Erol Erdogan: "Tijdens de wedstrijd sta ik meestal langs het veld.
Wij zijn er verantwoordelijk voor dat de fotografen en televisiemensen
hun werk goed kunnen doen. Dat er bijvoorbeeld bankjes staan voor
de fotografen en dat de cameramensen een goede plek krijgen.
In de gracht is een aparte fotografenruimte. Wij moeten ervoor zorgen
dat de benodigde voorzieningen aanwezig zijn, zoals telefoonaan
sluitingen. De catering in de perskamer, ook bij speciale persconferen
ties, valt trouwens ook onder onze verantwoordelijkheid."
Erik van Leeuwen: "Tijdens de persconferentie na afloop van de wed
strijd zit ik tussen de twee trainers in. Ik kondig aan dat ze hun analyse
van de wedstrijd geven. Als beide trainers hun zegje hebben gedaan,
bied ik de gelegenheid om vragen te stellen. Meestal zijn dat er hooguit
een of twee. Journalisten willen het liefst achteraf hun eigen vragen
stellen, zodat ze een exclusief verhaal kunnen schrijven. Daarom blijven
de trainers én de spelers na afloop beschikbaar voor interviews."
Erik van Leeuwen: "Bij uitwedstrijden voor de Europacup onderhoudt
David Endt meestal de contacten met de buitenlandse pers.
Naar Real Mallorca en Hapoel Haifa ben ik wel meegegaan, omdat er
heel veel belangstelling was van de pers."
Erik van Leeuwen: "Op de perstribune is plaats voor tweehonderd
journalisten. Voor de meeste wedstrijden is dat genoeg, maar bij
Europacupwedstrijden is de belangstelling zo groot dat we amper
genoeg plaatsen hebben. Christa en ik zitten zelf ook op de perstribune,
als aanspreekpunt voor de journalisten. Er zijn niet echt vaste
plaatsen. Alleen de grote televisiestations, zoals Canal+ en de NOS,
hebben een eigen plek."
Erik van Leeuwen: "Per week komen ongeveer veertig aanvragen voor
interviews binnen. Meestal vinden de interviews plaats in de perskamer.
Wij adviseren de spelers om de interviews altijd voor publicatie te
lezen, zodat ze zich bewust worden van het effect van hun woorden op
papier. Wij zeggen altijd dat ze bij een interview niet alleen met de
journalist praten, maar vooral met hun fans. Daarom is het goed dat ze
soms ook in een publiekstijdschift of in een schoolkrant staan."