'Soms moeten mensen erom lachen als ik het zeg,
maar ik ga heel vaak een dutje doen'
Normale proporties
Uitwassen
Sociale sector
Je werd bestempeld als opvolger van Danny Blind.
Dat Is nogal wat.
„Inderdaad, dat is nogal wat. Ik was daarom in het
begin veel te gretig. Ik wilde me bewijzen, maar ging
over mijn grenzen heen. Wilde sprintjes en duurlopen
op trainingen winnen, terwijl dat helemaal niet belang
rijk is. Het gaat erom dat je conditie opbouwt. Ik ben
een type dat soms afgeremd moet worden. Ik wilde te
graag en overal waar te voor staat, is niet goed. Ik denk
dat dat ook de reden is waarom ik in het begin niet uit
de verf kwam. Het was wat dat betreft ook wel goed
dat ik geblesseerd raakte. Op de tribune kon ik alles
rustig bekijken, de situatie tot normale proporties
terugbrengen. Ik kon aan de mensen wennen, me thuis
gaan voelen. Ik ben een echt clubmens, ben niet
iemand die zijn schoenen aantrekt, voetbalt en dan
weiger om te geloven dat er te weinig kwaliteit is.
Spelers gaan tegenwoordig veel sneller weg, waardoor
het moeilijker is om een ploeg op te bouwen, of zoals
hier, het typische Ajax-spel te handhaven."
En dat typische Ajax-spel moet worden gespeeld op een
belabberde grasmat.
„Dat is helaas zo. In vergelijking met FC Twente is alles
hier twee keer zo groot en goed, maar het veld is twee
keer zo slecht. De invloed van de commercie en het
bedrijfsleven is soms gevaarlijk voor het vak van de
voetballer, hoewel we aan de andere kant wel veel
meer zijn gaan verdienen. Maar men moet oppassen
dat de uitwassen de voetballerij niet serieus gaan
bedreigen. Tegen PSV lag er een nieuw veld, maar dat
was óók een drama. Binnen vier dagen kan een veld
weer meteen naar huis gaat. Pas in november, na mijn
rentree tegen FC Utrecht, heb ik een beetje mijn draai
gevonden. Ik heb het wel nodig om me op te fokken
voor een wedstrijd. En na een nederlaag ben ik dood
ziek. Sowieso slaap ik altijd slecht na een wedstrijd, of
we nu gewonnen of verloren hebben."
En Ajax heeft nogal wat verloren in de eerste seizoenhelft.
Had je niet verwacht dat je in een gespreider bedje terecht
zou komen?
„Ik wist dat het niet zo gemakkelijk zou worden. Tegen
PSV stond er bij ons geen één speler in de basis die
vorig seizoen ook met Ajax tegen PSV had gespeeld.
Maar dat het zo lang zou duren, is wel een tegenslag. Ik
zich niet goed hechten. Maar we moeten er mee zien
te leven. En ik denk dat voetbal altijd blijft trekken, of
het veld nou slecht is of dat er strepen op het Ajax-
shirt komen. Voetbal blijft zoveel emoties oproepen.
Dat heeft me wel verbaasd. Het lijkt wel of de populari
teit van het voetbal alleen nog maar groter wordt. Het
is een uitlaatklep voor het leven dat alleen maar druk
ker en sneller wordt."
Je bent een fanatieke sportman. Kun je je voorstellen datje
geen voetballer geworden was?
„Nee. Ik heb wel diverse studies gedaan, heb mijn athe
neum afgemaakt, fysiotherapie gedaan, maar was
altijd gefocust op dat voetballen. Op de basisschool
heb ik nog les gehad van Jack Spijkerman.
Hij was heel streng voor mij, maar ik was ook een ver
velend mannetje. Ik wilde altijd voetballen, en als er
meisjes touwtje wilden springen of jongens wilden
knikkeren, dan schopte ik ze weg. Jack heeft me heel
wat keren weggestuurd. Toen kon ik hem wel schieten,
maar hij had gelijk natuurlijk."
„Voetballen is mijn leven. Na mijn loopbaan zal ik ook
zeker in de voetballerij werkzaam blijven, bijvoorbeeld
als jeugdtrainer of iets in de relatie tussen voetbal en
het bedrijfsleven. Bij FC Twente heb ik al iets voor een
sponsor, een uitzendketen, gedaan, ook met het oog
op de toekomst. Ik moet er niet aan denken dat ik iets
heel anders zou moeten gaan doen. Iets in de sociale
sector of zo, een verzorgend beroep, hoewel het hele
mooie en dankbare beroepen zijn, die, helemaal in
vergelijking met de voetballerij, zwaar onderbetaald
worden. De verhouding is totaal zoek."
Wat doe je nu naast het voetbal?
„Mijn gezin is natuurlijk het belangrijkste voor mij. Ik