I
In de benefietwedstrijd voor Turkije
van 1 september jongstleden speelde
John O'Brien voor het eerst als
Ajacied in de Amsterdam Arena.
Een paar weken later maakte hij zijn
echte debuut tegen Dukla Banska.
De Amerikaan is hersteld van de bij
FC Utrecht opgelopen teenblessure,
die hem maar liefst acht maanden
aan de kant hield. Een monoloog van
een sympathieke sportman.
Verzorgd voetbal
DAT IK IN
VAN
UIT
TEKST: JEROEN KLEIJNE
FOTO'S: RON RICHEL
„Ik kom uit Playa del Rey, een buitenwijk van Los
Angeles. De wijk ligt aan de westkant van de stad, vlak
bij het strand. Er zijn veel veldjes, waar ik op jonge leef
tijd al aan het voetballen was. Mijn moeder is zelf heel
sportief en heeft ons gestimuleerd om aan sport te
doen. Mijn oudere broer en zus speelden eveneens
voetbal, dus daarom ben ik met die sport begonnen.
Het is niet zo dat ik altijd wel ergens een partijtje kon
spelen in de buurt, maar sommige vriendjes vonden
het ook leuk om te voetballen.
Vanaf mijn twaalfde speelde ik bij een club. Eerst bij de
Manhattan Beach Hurricanes, een clubje met vier jeugd-
elftallen. Mijn geluk was dat de club een trainer had
met een Engelse achtergrond, met vrienden in
Engeland en Denemarken. Hij probeerde met ons echt
verzorgd voetbal te spelen. Dankzij hem heb ik voetbal
op een Europese manier geleerd.
Na een tijdje fuseerde mijn club met de California
Elyers. Ik kwam daar in een beter elftal te spelen, met
allemaal jongens die echt geïnteresseerd waren in
voetbal. Een Amerikaanse assistent-trainer kende
iemand bij de KNVB, omdat hij zelf heel kort in
Wageningen betaald voetbal had gespeeld. Hij regelde
dat ik op veertienjarige leeftijd drie weken stage kon
lopen in Amsterdam. Op dat moment vond de club mij
nog te jong, maar we hielden wel contact. Twee jaar
y