keuken van
der (een gepensioneerde agent). Wolfs, loodgieter van beroep, was in
eerste instantie parttime werkzaam bij Ajax. Een paar jaar geleden
kwam hij in vaste dienst. De successen van Ajax in de jaren zeventig,
behaald met Amsterdammers als Keizer, Cruijff, Suurbier en Hulshoff,
zijn hem nog steeds het meest dierbaar.
„Hierin zitten mijn
belangrijkste attributen
wanneer ik het veld op stap.
Reserve-veters, allerlei
soorten noppen, puntjes
en bolletjes, de aanvoerders
band en wat tangetjes en een
schroefsleutel. Vertel me niet
dat ik onvoorbereid de
wedstrijd in ga."
„De moonboots doen me altijd weer denken aan
Kanu. Ooit speelden we een wedstrijd in zo'n
verraderlijke oostenwind. Die jongen was in de
dug-out letterlijk grijs geworden van de kou. Hij was
uitgedost met muts, sjaal, dikke handschoenen en
moonboots. Het enige dat we naast ons hoorden was
'brrr, brrr'. Van Gaal en ik hebben hem in de rust
met kleren en al onder een hete douche gestopt."
„Kijk, dit is nou een puntje.
Dat gebruiken de meesten
voor het Arena-gras, omdat
je daar wat verder in
wegzakt. Op een bolletje blijf
je wat meer staan."
Sjaak Wolfs
„Dit zijn oude ballen, goed gezien zeg! Daarom gebruiken we
ze voor in de zaal. Zestig ballen gebruiken we op de training.
Naar een uitwedstrijd neem ik er 5 of 6 mee, allemaal Derby
Star. Grim warmt zich op met de ballen van de tegenstander,
Hun wedstrijdbal kan lichter zijn. Hij dwarrelt dan meer."
„Een of andere lolbroek heeft zijn schoen in het kastje van
Jan gedaan. Of er nog voetbalhumor bestaat? Jazeker. Soms
doen de jongens en ik de waggelende loop van Tom Sier na.
Vierklau noem ik wel eens Vijfklau. Gewoon Amsterdamse
humor. Het is wel wat minder geworden."
„Zo, ik hoop dat alles
een beetje duidelijk is
geworden voor de
mensen. Ik heb een
prachtvak waar ik trots
op ben. Nou, tot ziens
dan maar."