De beste stuurlui over Met voetballers in de nadagen van hun carrière voer je geen lange termijn 'Oudere spelers stellen me op mijn gemak' Dit seizoen is er een beduidend ander Ajax te zien dan vorig jaar. De namen zijn bekend: naast toppers als Machlas en Laudrup keerden een aantal Ajacieden terug op het oude nest. Behalve instemming was er ook scepsis over de 'thuiskomst' van de dertigers Winter, Menzo en Verlaat. Zouden de oudjes het conditioneel nog kunnen opbrengen en staan zij de doorstroming van de jeugd niet in de weg? We peilden de mening van een aantal meer of minder betrokkenen. Het nieuwe Ajax' TEKST: PETER WEMELINK FOTO'S: RON RICHEL inus Michels kan er nog weinig van zeggen. „Het seizoen is nog te pril om te voorspellen of de routine de doorslag zal geven. Het blijft specule ren, niet waar? Ajax heeft spelers gehaald die het pres tatieniveau moeten opvijzelen. Namen als die van Laudrup en Machlas klinken goed in het gehoor. Dit zijn dragende spelers die de Nederlandse c.q. noord- Europese voetbal cultuur een beetje kennen. En daar om van meerwaarde kunnen zijn." Seizoenkaarthouder Rob Kint uit Diemen kan zich gedeeltelijk vinden in het gevoerde aankoopbeleid. „Het presenteren van geroutineerde spelers als Winter, Verlaat, Laudrup is natuurlijk fantastisch, niettemin zou ik optimistischer te werk gegaan zijn door meer jeugd te laten doorvloeien naar het eerste. Dat werd vorig seizoen ook te weinig gedaan. Met voetballers in de nadagen van hun carrière voer je geen lange termijnbeleid. Het is slechts een tijdelijke oplossing. Maar, ja, jongere voetballers kunnen ook zo weer vertrokken zijn, zoals Oliseh. Je weet het tegenwoor dig niet meer in het voetbal." Hans Hagelstein, die bij Feyenoord belast is met de portefeuille voetbalzaken juicht het toe dat spelers die hun sporen al lang verdiend hebben weer zijn te bewonderen bij Ajax. "Het zijn allemaal spelers die bij jullie passen. Ook een Brian Laudrup is een zéér professionele speler, die nog vele jaren meekan. Van volgevreten vedetten is absoluut géén sprake." Ook Richard Knopper meent dat de inbreng van het leger dertigers in het elftal zéér positief werkt voor de jonkies. „Het is niet zo dat Aron of Frank Verlaat me aan het handje vasthouden, maar in wedstrijdsituaties geven ze net even de juiste aanwijzingen. Een mooi voorbeeld is dat Aron me in de wedstrijd tegen Lazio Roma plotseling toeriep dat ik vlugger moest handelen in de zestien, zodat mijn vaste man zich moeilijker kon instellen en daardoor minder tijd kreeg. Het zijn alle maal kleine dingetjes, maar je leert er zoveel meer van." „De oudere spelers stellen me ook op mijn gemak, wanneer er in een spelmoment iets fout gaat. Kan gebeuren, zeggen ze dan. Niet alles lukt, wat je vooraf in je hoofd hebt." Knopper gelooft niet dat een gearriveerde speler een sta-in-de-weg hoeft te zijn voor de ontwikkeling van een jongere speler. „Natuurlijk is Brian een concurrent van me, omdat we alle twee op de posities 6 en 10 kunnen spelen, rechts op het middenveld en als schaduwspits". En een andere concurrent, Aron Winter, kan ook op de nummer vier-positie, als spel verdeler uit de voeten. Ik hoef me niet weg te cijferen. De trainer heeft zat mogelijkheden. Het is aan mij om Wouters elke keer te overtuigen, ook op de trainingen."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1999 | | pagina 34