De supporter achter de seizoenkaart Maurice Ensink (32) is al Ajax-supporter sinds hij zich kan herinneren. Een kritische supporter, dat wel. De Amsterdammer kan nog steeds niet wennen aan de sfeerloze Arena. „Vroeger was je een schoffie als je een seizoenkaart voor Ajax had, nu is het een statussymbool geworden." Oliver Bierhoff Qoen Maurice Ensink acht jaar was - in 1974 - ging hij voor het eerst naar een wedstrijd van zijn favoriete club. In het Olympisch Stadion verloor Ajax met 1-0 van FC Amsterdam, maar Maurice had de middag van zijn leven. „Ik vond het heel indruk wekkend. Het stadion was redelijk vol en het was voor het eerst dat ik zoveel mensen bij elkaar zag. Mijn vader baalde van het verlies van Ajax, dus ik ook." In die periode had de Amsterdammer nog geen sei zoenkaart voor Ajax. Hij en zijn vader bezochten wel de meeste thuiswedstrijden, ook Europacupwedstrijden. Maurice Ensink bewaart goede herinneringen aan die tijd. „Vooral de Europacupwedstrijden in het Olympisch Stadion waren schitterend, 's Avonds als klein jongetje lekker laat opblijven. Ik herinner me ook een Ajax- Feyenoord in het Olympisch Stadion: 6-0, met vijf doel punten van Ruud Geels. Europees liet Ajax niet echt veel zien in die tijd, maar er liepen wel spelers rond als Tscheu-la Ling, Tahamata, Arnesen en Lerby. Spelers die indruk maakten." Van het begin af was het voor hem duidelijk dat Ajax zijn club was. ,ln de eerste plaats ben ik natuurlijk erfe lijk belast. Maar Ajax had ook een mooi shirt, speelde goed voetbal en kwam uit Amsterdam. Dat vind ik nu zo frappant: het hele stadion zit vol met mensen uit de provincie. Mensen die van heinde en verre naar Ajax komen. In de Arena valt me dat nog veel meer op. Ik begrijp echt niet waarom iemand die in Almelo woont niet gewoon voor Heracles is. Ik vind het wel indruk wekkend dat die mensen zo'n eind rijden, maar het is nogal makkelijk om te kiezen voor een succesvolle club. Bovendien gaan ze vaak voor het laatste fluit signaal weg, omdat ze op tijd thuis willen zijn." Sinds een jaar of vijftien heeft Maurice Ensink een sei- 9 Arena' zoenkaart voor Ajax. In De Meer stond hij in vak G tot daar het hek werd verhoogd na het staafincident bij de wedstrijd Ajax-Austria Wien. Voortaan ging hij bij zijn vader op de Reynoldstribune zitten. In de Amsterdam Arena heeft hij met zijn vader en twee vrienden vier vaste plaatsen in vak 420, op de vijftiende rij. Te hoog, vindt hij zelf. „We hadden liever wat lager gezeten, maar dat is helaas niet helemaal goed gegaan." Maurice Ensink is niet zo blij met de Amsterdam Arena. „Je zit ver van het veld af en er is geen sfeer. Om me heen zitten veel mensen met bedrijfskaarten. Die lenen hun seizoenkaarten uit of nodigen 'relaties' uit. Je ziet te weinig vaste supporters, mensen die als één man achter hun club gaan staan. Het lijkt wel of ieder een zich een beetje schaamt om te gaan zingen of schreeuwen. Vroeger was je een schoffie als je een seizoenkaart voor Ajax had, nu is het een status symbool geworden. Ik begrijp dat Ajax moet groeien om de strijd aan te gaan met andere Europese top clubs, maar het is er niet leuker op geworden." Hij vindt het ook jammer dat zijn favoriete club dit jaar zo matig speelt. „Het is normaal als ze een keer wat minder presteren, maar ze spelen ook niet zo mooi dit seizoen. Dat ligt vooral aan de kwaliteit van de spelers. We hadden natuurlijk een hele goede groep spelers, waarbij het onderling duidelijk klikte. Je ziet aan som mige spelers van nu dat ze veel tijd nodig hebben om een bal onder controle te krijgen, terwijl Ajax het juist moet hebben van snel rond spelen." Over een oplossing voor de problemen waar Ajax mee kampt, hoeft Maurice niet lang na te denken. „Ajax heeft zo'n groot stadion laten bouwen om te kunnen concurreren met andere Europese topclubs en om top- spelers te houden en binnen te halen. Laten ze dan ook een paar van die hele goede spelers kopen. We moeten gewoon een wereldspits halen van een grote club, iemand als Oliver Bierhoff. Dan verdient zo'n jongen maar een topsalaris. Het verbaast me dat dat niet gebeurt, terwijl daar toch onder andere zo'n stadion voor is neergezet. En Ajax heeft toch genoeg verdiend aan het verkopen van spelers? Ik denk dat Ajax met een mix van eigen jeugd en een paar toppers wel weer terug kan komen aan de Europese top."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1999 | | pagina 39