Hersteltraining
I»-
Stuiterballen, wreeftrappen en
doelgebied, de dribbels, pionnen en de 20 meter van Haarms. In de hersteltraining
is Haarms de baas, de meester van de terugkerende speler. Hij is de trainer die kijkt
en ziet hoever hij kan gaan. Alles gebeurt op ervaring en intuïtie. Is zo'n speler
vijf dagen verder en doorstaat hij de laatste test, dan is hij gelukkig, héél gelukkig.
Verlengde warming-up
Zes ballen
Schietbord
Zweedse bank
Doelgebied
De verlengde warming-up, zoals Bobby deze noemt,
is vaak het eerste balcontact dat de speler in dagen
heeft gehad. „Hij is blij en hongerig naar de bal." Op
een afstand van drie meter gooit Bob de bal steeds aan
en de speler speelt de bal op verschillende manieren in
de handen van de trainer. Bobby: "Dat gebeurt vrij
intensief, maar ook heel voorzichtig".
Geen pijn, dan verder. „Dan roep ik altijd 'goed plaat
sen', want als ze de ene bal 100 meter links en volgen
de 100 meter naar rechts plaatsen, dan loop je je eigen
het lamlazerus."
Zes ballen rand 16 meter gebied. De speler plaatst in hoog
tempo de ballen richting middenlijn, sprint 25 meter en plaatst
de ballen richting rand 16 meter gebied overzijde.
Deze oefening wordt tweemaal gedaan.
„Dit is een oefening uit 1950, toen ik zelf voetbalde.
Ze is overgenomen van Engelse trainers als Jack
Reynolds: tachtig keer met de binnenkant, links/
rechts, één meter van het bord. Ik tel dan hard mee, om
hem te stimuleren. Als je je mond houdt dan is het een
dooie boel. En als je het niet meetelt, dan pikken ze.
'Beppie'
Wat zij niet weten, is dat ik altijd pik: altijd twee erbij."
Na de binnenkant is de wreef tachtig keer aan de
beurt. Elke dag komen er twintig bij: 80,100,120,140
en 160. Pettersson heeft het absolute record van 340."
Een Ikea-bank, naar ik meen? „Vier oefeningen, twee
makkelijke voetbal oefeningen en twee zware oefe
ningen. De eerste dag begin ik zachtjes. Veertig
makkelijke, dertig moeilijke en elke dag uitbreiden tot
65. Een hele zware oefening met tussen elke oefening
een goeie rust. Want een speler die flink aan de tand is
gevoeld, moet niet over de kop gaan. Dat is routine.
Niet te lang, niet te kort. Hoe korter de rust, hoe beter
de conditie."
Rand strafschopgebied met tien stuiterballen. „Ik
stuiter de bal en zij trappen tienmaal links en tienmaal
rechts. Elke keer met een snelheid weer terug, daar
komt het 'ta, ta, ta, ta' vandaan. De volgende stuiterbal
Lange zijde bank:
wisselsprong op plaats;
Bank tussen de benen:
tweebenig op en af;
Bank tussen de benen:
een voet op de bank en
een voet op de grond,
wisselsprongen en lichaam
over de bank;
Lange zijde bank:
twee benen zijwaarts over
de bank heen en weer.
Eerste dag 20 keer, daarna
elke dag met vijf omhoog
tot 45 keer.