De veelbelovende opleiding bij het National
Georgian Dance gezelschap werd op 16-jarige leeftijd
abrupt afgebroken.
Vader Robizon Kinkladze kreeg zijn zin: zoonlief
koos voor het voetbal. „Ik droomde er eigenlijk altijd
Als hij je hem ziet rondlopen in het spelershome tus
sen zijn ploeggenoten, valt hij niet eens op. Klein,
voorzichtig lopend, een verlegen oogopslag, zoekend
naar een plaatsje. Als je hem interviewt, gaat hij ver
van de microfoon zitten, alsof hij niets te zeggen
heeft. De blik vriendelijk, in zichzelf gekeerd, ietwat
ironisch kijkt hij je aan. Ietwat uitdagend misschien
ook. Giorgi Kinkladze is lang niet zo verlegen als hij
zich voordoet. Net als op het veld. Hij kan een tegen
stander in slaap sussen, om vervolgens keihard toe te
slaan. Via een dribbel, uiteraard.
De bijna 25-jarige Georgiër heeft één sleutelwoord:
'dribble'. Spreek met hem (in het Engels) over voet
bal en het woord dribbelen valt om de paar zinnen.
Voetballen is dribbelen in de ogen van Kinkladze,
maar, zo weet hij, de realiteit van het profvoetbal is
anders. Dus zegt hij ook: „Het gaat erom dat het
team wint, niet dat ik uitblink. Winnen doe je met z'n
elven." Je ziet dat hij een verhaaltje opdreunt. Wat
moet hij ook anders?
DRIBBELEN
Giorgi Kinkladze leerde dribbelen, eh, voetballen, in
Tblisi, de hoofdstad van de voormalige Sovjetstaat
Georgië. „Ik was de hele dag bezig met een bal. Op
straat natuurlijk. Voetbal is erg populair in mijn land.
Alle jongetjes willen laten zien hoe technisch ze wel
niet zijn. Techniek wordt het belangrijkste gevonden,
niet het winnen. Uren was ik aan het oefenen om
trucjes onder de knie te krijgen, om te dribbelen.
Diego Maradona was mijn grote voorbeeld. Die
dribbel tegen Engeland op het WK van 1986 is mijn
favoriete dribbel aller tijden. "Moeder Khatuna
Kinkladze zag haar zoontje echter liever anders
dribbelen: op het podium. Balletdanser moest kleine
Giorgi worden, zo vond zij. Giorgi: „Mijn moeder
hield ervan als ik de klassieke, Georgische dansen
deed. Zij stimuleerde mij erin. Maar mijn vader vond
dat ik moest voetballen. Een tijdje heb ik beide
dingen gedaan. En dat werkte goed, want de bewe
gingen en technieken van het dansen hielpen mij bij
mijn stijl van voetballen. Ik werd leniger."
Tekst: Marcelle van Hoof