E KANTINE VAN DE TOEKOMST IS GROOT DEZE DONDERDAGMIDDAG.
DE EXPLOITANT VAN HET RESTAURANT LEEGT EEN EMMERTJE
MUNTGELD UIT DE SNOEPAUTOMAAT EN BEGINT MET HET TELLEN VAN
STAPELS KWARTJES, RIJKSDAALDERS EN VIJFJES. VERDER LOOPT ER EEN
ENKELING VERDWAALD ROND IN DEZE IMMENSE ZAAL. DE NIEUWE TRAINER VAN
HET VLAGGENSCHIP VAN DE JEUGDOPLEIDING IS ER NOG NIET. „HIJ IS NOG IN
GESPREK MET HANS WESTERHOF", IS DE VERKLARING. DE BLOCNOTE LIGT
ALVAST KLAAR. 'JAN OLDERIEKERINK' KOMT ER ONDERSTREEPT BOVENAAN DE
BLANCO PAGINA TE STAAN.
De hoofdpersoon komt uit het
gangetje en meldt zich bij zijn ge
sprekspartner. Priemende ogen,
smal gezicht en bruin, sluik haar
tot in de nek. Op het oog nog geen
grammetje vet aan het lichaam,
schijnbaar klaar voor een ren
tree in het betaalde voetbal.
Er is nog geen woord gezegd.
Hij pakt het kladblok. 'Jan
Olde Riekerink', verbetert
hij. We kennen elkaar. Zes
jaar geleden voetbalde hij
bij Telstar, in de marges van
wat toen nog eerste divisie
heette. Voor de competitie was er
een trainingskamp in Silezië, de
chagrijnigste streek van Polen.
„Weetje nog dat ik je daar aan een
L-TRAINER JAN OLD
nog sreeirs
Tekst: Gilberto Calcio