E KANTINE VAN DE TOEKOMST IS GROOT DEZE DONDERDAGMIDDAG. DE EXPLOITANT VAN HET RESTAURANT LEEGT EEN EMMERTJE MUNTGELD UIT DE SNOEPAUTOMAAT EN BEGINT MET HET TELLEN VAN STAPELS KWARTJES, RIJKSDAALDERS EN VIJFJES. VERDER LOOPT ER EEN ENKELING VERDWAALD ROND IN DEZE IMMENSE ZAAL. DE NIEUWE TRAINER VAN HET VLAGGENSCHIP VAN DE JEUGDOPLEIDING IS ER NOG NIET. „HIJ IS NOG IN GESPREK MET HANS WESTERHOF", IS DE VERKLARING. DE BLOCNOTE LIGT ALVAST KLAAR. 'JAN OLDERIEKERINK' KOMT ER ONDERSTREEPT BOVENAAN DE BLANCO PAGINA TE STAAN. De hoofdpersoon komt uit het gangetje en meldt zich bij zijn ge sprekspartner. Priemende ogen, smal gezicht en bruin, sluik haar tot in de nek. Op het oog nog geen grammetje vet aan het lichaam, schijnbaar klaar voor een ren tree in het betaalde voetbal. Er is nog geen woord gezegd. Hij pakt het kladblok. 'Jan Olde Riekerink', verbetert hij. We kennen elkaar. Zes jaar geleden voetbalde hij bij Telstar, in de marges van wat toen nog eerste divisie heette. Voor de competitie was er een trainingskamp in Silezië, de chagrijnigste streek van Polen. „Weetje nog dat ik je daar aan een L-TRAINER JAN OLD nog sreeirs Tekst: Gilberto Calcio

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1998 | | pagina 24