k
rai|%
MEEKLAPPENDE
TEGENSTANDERS
Op 24 oktober 1976 debuteerde een
andere balkunstenaar in het rood
wit. Net als Drager kon Simon Ta-
hamata zowel op de linker- als
rechtervleugel uit de voeten. Tegen
FC Utrecht (7-0) liet het oogappel
tje van Bobby Haarms zijn avon
tuurlijk gepingel voor het eerst aan
een groot publiek zien. Tahamata
was buitengewoon populair bij het
Ajax-publiek, ja soms zelfs bij te
genstanders. Op 28 september
1977 gooide Tahamata de getructe
pingeldoos helemaal open in de
Europacupwedstrijd tegen SK Lil-
leström. Vlak voor tijd, bij een 4-0
stand, kreeg Tahamata een pu-
bliekswissel van trainer Tomaslav
Ivic, waarbij enkele tegenstanders
meeklapten!
Ruim twee jaar later, op n novem
ber 1979, speelde Tahamata zijn be
roemdste Ajax-wedstrijd. Tegen
PSV (4-1) dolde Tahamata zijn di
recte tegenstander Willy Schepers
negentig minuten lang. Door de
benen, buitenom, tussendoor, bin
nendoor, en vaak op de vierkante
centimeter. Tahamata scoorde twee
keer, waarvan één maal middels
een magnifieke lob. In Voetbal In
ternational kreeg Tahamata een
tien voor zijn galavoorstelling.
De kenners waren over Tscheu-la
Ling minder eensgezind. Te
egoïstisch, te wispelturig, vooral.
Maar bij supporters van Ajax kende
de adoratie bijna geen grenzen. De
langgerekt uitgesproken kreet
'Tscheuuu Laaaa Ling' was een
enorme stadionhit. De grootste
liefhebbers van Lings technisch
verfijnd en soms ongegeneerd on
doelmatig voetbal verzamelden
zich in De Meer op de houten ban
ken van vak M (vanwege de gerook
te soft-drugs ook wel de 'hennep
zijde' genoemd). Ling kon dezelfde
tegenstander vier keer achter elkaar
passeren om de bal daarna knullig
te verliezen. Het was niet in hem
opgekomen om de bal in het doel te
schieten. Ling: ,,In mijn Ajax-tijd
vond ik alleen mezelf geweldig. Ik
begreep nooit waarom tegenstan
ders de verkeerde kant uitvielen. Ik
voetbalde volledig vanuit mijn in
stinct. Natuurlijk had ik periodes
dat ik voor mijn gevoel er alles aan
deed, vooral aan het begin van het
seizoen. De eerste tien, twaalf wed
strijden speelde ik als een trein: het
zonnetje erbij, mooi gras, perfect.
Maar dan kwam de winterstop en
dan had ik er geen zin meer in. Dan
ging er toch onbewust een rem op.
Aan het eind van het seizoen, de
laatste tien wedstrijden, kwam het
weer. De trainers werden soms gek
van hem. Ling: ,,Aad de Mos zei al
tijd: 'Vandaag wil ik de naam Ling
niet horen'."
In 1982 verliet Ling Ajax, na een sei
zoen, waarin hij regelmatig gebotst
had met trainer Kurt Linder en de
teruggekeerde Johan Cruijff. Maar
ook na zijn vertrek bleef Lings geest
rondhangen in het stadion. Tijdens
periodes in de wedstrijd dat het
minder ging, of dat er niet tech
nisch genoeg gespeeld werd, golf
de de yell over de tribunes:
'Tscheuuu Laaaa Ling, Tscheuuu
Laaaa Ling'.
Op 29 juli 1991 demonstreerde Ling
nog éénmaal zijn kapbewegingen
in het Ajax-stadion. In de afsluiten
de wedstrijd van Ajax' Open Dag
deed hij even mee. Alle vakken in
het stadion waren razend enthou
siast.
GEEN LEIDER
De Deen Jesper Olsen was tussen
1981 en 1984 een andere lieveling
van het publiek van Ajax. De klei
ne pingelaar schopte het er zelfs
tot aanvoerder, een zeldzaam ver
schijnsel in het leven van pinge
laars. Een pingelaar is namelijk
per definitie géén leider. Dat Ol
sen toch in dit verhaal voorkomt is
vooral te danken aan zijn onwaar
schijnlijke solo tegen Feyenoord
-i.-- mm
Simon Tahamata
ziet de bal net
naast gaan tegen
MVV.
Jesper Olsen
(links) en Gerald
Vanenburg
(rechts) pingelen
er lekker op los.
20
AjAXLIFE