IK BEGREEP NOOIT WAAROM TEGENSTAND DE VERKEERDE KANT UITVIELEN' In Kramers Handwoordenboek Nederlands heeft pingelen drie betekenissen: i. afdingen, krente rig op eigen voordeel uit zijn; 2. auto: trillen van de motor door te langzaam rijden bij een bepaalde versnelling; 3. voetbal: dribbelen. Betekenis 3 is hier uiteraard het meest van toepassing, maar ook de twee andere definities snijden hout. Een pingelaar in het voetbal is namelijk óók op eigen voordeel uit (betekenis 1) en kan dat soms te langzaam in één bepaald tempo doen (betekenis 2). Een pingelaar is anders dan iemand die goed kan soleren. Piet Keizer, Johan Cruijff, Frank Arnesen, föhn van 't Schip, Dennis Bergkamp, Sjaak Swart, Marco van Basten, Mare Over- mars, ze hadden (hebben) alle maal niet alleen prachtige pas seerbewegingen, maar meestal ook oog voor de medespeler of de situatie (een doelkans). Ze pingel den meestal effectief, terwijl een rasechte pingelaar vaak met zich zelf bezig is. Een pingelaar staat de bal niet graag af en waant zich in een eigen wereld van kappen, draaien, 'poorten' en buitenom gaan. Een pingelaar speelt twéé wedstrijden tegelijk: die van zijn elftal en die van zichzelf. WITTE PANTALON Neem nou Jan de Natris, één van de eerste pure pingelaars uit de historie van Ajax. Jan (spreek uit: Jén). De vleugelaanvaller speelde tussen 1917 en 1929 in Ajax-i, ove rigens niet ononderbroken, want de humeurige en eigenwijze De Natris verkaste een paar keer naar een andere club. De dribbels van De Natris werden altijd uitgevoerd in een broek met een perfecte snit, bijeengehouden door een riem! 'Luimig als een prima donna, doch een natuurtalent en een spe ler met een zeldzaam fraaie stijl'. Voetbal werd bij hem tot een kunst', zo omschrijft Dolf Desmit De Natris in het Ajax-jubileum- boek uit 1950. We lezen nog even verder: 'De Natris was een artiest in zijn spel. Zijn dribbels en ren nen, met de bal als het ware aan zijn tenen klevend, waren van deze razendsnelle (hij was één van de drie snelste honderd meter-lopers uit die dagen!) speler, met een lachje om de mond, uiterst gevaar lijk. Typisch was dat hij nooit een tegenstander aanraakte en als hij eens wat onzacht genomen werd, dan was de boot aan. Voor modder voelde hij ook niets. Als 't L9 AJAftlFE te meter' wordt hij genoemd, maar luidt de, voor een pingelaar type rende, toevoeging, 'men zou hem iets meer temperament wensen, zijn spel zou ook nog efficiënter kunnen zijn, wanneer hij als regel de bal sneller afgaf, een fout die de meeste bijzondere balkunstenaars eigen is'. veld doorweekt was en alle spelers als 't ware onder de Meerse mod der zaten, had Jan bij het verlaten van het terrein geen spatje op z'n witte pantalon'. In hetzelfde boek is ook een plaatsje ingeruimd voor een ande re wispelturige pingelaar, Guus Drager, Ajacied tussen 1941 en 1951. 'Een matador op de vierkan Na zijn vijfhonderdste kapbeweging kreeg Tscheu-la Ling (midden) een bloemetje aangeboden.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1998 | | pagina 19