Kampiejoene 'Wanneer er zoiets bestaat als de Amsterdamse volksaard en wanneer het Ajax-publiek daar representatief voor is, is er nog nooit een Amsterdammer doodgegaan aan bescheidenheid. Toen bij de start van dit seizoen het elftal de grasmat betrad, galmde het spreekkoor in de Arena: 'Kampiejoene, Kampiejoene, Kampiejoene'. Er was nog geen bal getrapt. Enkele weken later - na twee gewonnen wedstrijden - werd luidkeels gezongen: 'Met Kerst zijn we kampioen'. Je bent optimist of je bent het niet. Na dik anderhalfjaar als toeschouwer aan de rand van de F-side zie ik voetbal steeds minder als een spel, maar vooral als een cultureel fenomeen. Het is een strijdcultuur met zeer uiteenlopende gezichten; vaak positief, vrolijk en stimulerend. Maar soms ook bizar, rauw, niets en niemand ontziend. Voetbal heeft spelregels in het veld. Maar daarbuiten gelden voor de supporters geheel eigen zeden en normen en uiteraard een bijbehorend jargon. Het gaat al lang niet meer om het spel, maar puur om het overwinnen. Daarbij zijn 'wij' in de figuur van de eigen club boven alles verheven. Zo noemen we bij Ajax onze spelers ook wel 'godenzonen'. Supporter: Mario de Paauw. Vak: 126 'Ik heb sinds 1996 een seizoenkaart voor Ajax omdat ik van mooi voetbal houd, GENIET VAN DE SFEER IN HET STADION ÉN OMDAT IK HET LEUK VIND OM DAT ALLEBEI TE DELEN MET MIJN ZOON.' Voetbalgeweld is voor een belangrijk deel verbaal geweld. De voetbaltaal is in rap tempo behoorlijk verhard. Zo'n tien jaar geleden was het woord 'hondenlul' behoorlijk schokkend, zowel voor de betrokkene als voor de omstanders. De speler die dit dierenonderdeel populariseerde, kreeg destijds een boete van 350 gulden. Hij beweert overigens tot op de dag van heden dat de scheidsrechter hem verkeerd verstond. Hij had 'onbenul' geroepen. Nu hoort de gewraakte term tot het standaardre pertoire bij de evaluatie van praktisch elke arbitrale beslissing die de eigen club treft. Niemand wordt er koud of warm van. Wanneer het F-side koor zijn helden bezingt als 'joude, joude' weet ik dat het om een geuzennaam gaat. Toch kan ik er niet tegen. En ik wil er ook niet aan wennen. Maar ik kan mijn zoon en Ajax-fanaat Pieter (n) er niet van overtuigen om niet mee te zingen. Enige maanden geleden schorste in Utrecht een scheidsrechter de wedstrijd voor enige tijd omdat hij zich geschoffeerd voelde door het publiek dat massaal en langdurig 'hoerenjong' scandeerde. Eind vorig seizoen hoorde ik deze tekst voor het eerst bij Ajax. Eerst dacht ik dat spontaan de jeugd van de spelers werd bezongen: 'hoeoehoeoe jong'. Nee dus. 'Voetbal is oorlog'. Rinus Michels krijgt steeds meer gelijk. Maar wanneer ik voor aanvang van Ajax-PSV een aluminium pizzabodem in handen gedrukt krijg als teken van het aanstaande kampioenschap ga ik staan en zing 'Met kerst zijn we kampioen!' Mario de Paauw ajaxlife De rubriek Vaktaal staat open voor meningen van supporters. Heb je iets op je lever? Schrijf een column van maximaal 425 woorden en stuur die, onder vermelding van naam, adres en telefoonnummer, naar: Ajax-Life, Postbus 22944, 1100 DK Amsterdam o.v.v. Vaktaal. 47

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1998 | | pagina 47