MICHAEL VAN PRAAG:
MEER INVLOED VOOR SUPI
AjAJllFE
NAMAAK-SUPPORTERS
In januari 1998 is Michael van
Praag negen jaar voorzitter
van Ajax. Hij stapte binnen in
een jaar dat Ajax geen geld had
voor nieuwjaarskaarten, zwaar
getroffen werd door het
staafincident en te kampen kreeg
met een zwart geld-affaire.
Sindsdien is Ajax vier keer
landskampioen geworden, won
twee Europacups en één KNVB-
beker en verhuisde het van De
Meer naar de Arena. De begroting
bedraagt inmiddels 80 miljoen
gulden. Tevreden is de preses
echter nog niet, met name waar
het gaat om supporterszaken:
„De supporters moeten bij de
KNVB officieel een stem in het
kapittel krijgen."
"Jaar van bezinning was nodig."
Trots op wéér een nieuwe speler,
ditmaal Jesper Gronkjaer.
komst stroomt het rood-witte bloed niet
door de aderen. Nee, hier giert het!
„Trots? Inderdaad. Dit is het bekende Ajax-
gevoel. Helaas hebben veel mensen die ty
pische verenigingssfeer van Ajax altijd ge
koppeld aan De Meer. Maar hier kan het
dus ook. Aan De Meer zaten veel te veel
nadelen. Die kantine op Voorland was echt
heel slecht. Dat had op den duur funest
kunnen zijn voor de clubsfeer. Ajax was
toe aan een nieuw huis. En als iedereen
zich thuis voelt in dat nieuwe huis, zoals nu
te zien is, dan ben ik trots. Of beter ge
zegd: blij."
Een nieuw huis voor Ajax. In de vorm van
een stadion dat aan de eisen van de tijd en
van het internationale topvoetbal voldoet.
Het was één van de hoofddoelen die het
bestuur-Van Praag zich bij het aantreden in
1989 stelde. Het nieuwe stadion, de Am
sterdam Arena, kwam er. De aanvankelijke
euforie over de moderne voetbaltempel,
sloeg na de opening in augustus 1996 om
in een negatieve, haast vijandige stemming.
Er ging veel mis in de Arena. Wat erger
was, Ajax kon maar moeilijk wennen en de
aanhang voelde zich er niet thuis. 'Geen
sfeer.Teveel witte boorden', was nog de
malste kritiek.
Er zouden sinds de opening van de Arena
keuvelt met enkele mede-Ajacieden na
over wéér een gewonnen wedstrijd, ou
ders van trainende jeugdspelers doen even
een 'bakkie' en de kaarters die de pen-
sioengrens al een tijdje gepasseerd zijn, la
ten nadrukkelijk van zich horen. Michael
van Praag kan het niet laten om heel even
achter de vleugel te gaan zitten. Het door
hem gespeelde deuntje lijkt op een jazzy
versie van het clublied 'de Ajax-marsch'.
Met een „Wie kent hem nog uit het
hoofd?", daagt de voorzitter de verstokte
Ajacieden aan de kaarttafel uit. „Ik in ieder
geval wel", zegt hij beslist.
Ook dit is Ajax. De andere kant van de
club die onder andere zes Europacups en
twee wereldbekers in een eigen museum
in Europa's modernste stadion tentoonge
steld heeft. Het is die echte verenigings-
annex huiskamersfeer waarop Ajax zo
trots is. Hier in de kantine van DeToe-
De sfeer is gemoedelijk die vrijdagmiddag
in de kantine van het Ajax-complex De
Toekomst.Vaste bezoeker Sjaak Swart