-tr 'W j"VAV.v*''' f finnan AJAJUFE STRAFSCHOP AJAX-2 s yv w* elftal voor Ajax gekozen omdat de club me aan trok. Ook destijds speelde Ajax mooi voetbal." Mensen die er bij waren in De Meer be grijpen bijna - twintig later - nog steeds een aantal van Jensens solo's niet. Uit on mogelijke hoeken wist Jensen vaak nog gracieus te voorschijn te komen.Van het meer opportunistische publiek kwam er kritiek op Jensen. Hij was te lui, te noncha lant. In tegenstelling tot bij Arnesen en Lerby droop er bij Jensen inder daad niet de ijver vanaf. Maar voor de liefhebbers hoefde dat niet. Met lede ogen zagen zij Jensen in 1981 bij Ajax vertrekken. Hij hoefde niet weg, maar Jensen wilde in zijn ge boorteland een maatschappelijke carrière opbouwen. Er werd echter niet lang gerouwd. Met de volgende Scandinaviër zet te Ajax zijn beste Deentje voor. Jesper Olsen was de naam. De dartele linksbuiten van Naestved zou binnen korte tijd uitgroeien tot één van de populairste Ajacieden ooit. Met het shirt ge woon uit de broek (zo hoort het bij creatieve spelers) dartelde Olsen door de verdediging van de tegenstanders. Wie herinnert zich niet de 8-2 tegen Feyenoord, de solo in de Kuip tegen datzelfde Feyenoord en de strafschop in tweeën met Johan Cruijff? En, ja hoor: ook Olsen werd aanvoerder bij Ajax. Olsen was technisch, wend baar, snel, slim en scoorde. Hij zag zijn kleine postuur niet als een nadeel: „Vaak wisten verdedigers niet hoe ze me moesten aanpakken. Veel kleine spelers hebben succes, kijk maar naar Simon Tahamata. Bovendien: kleine spelers zijn altijd populair bij de toe schouwers, daar hebben de mensen een zwak voor. En als je weet dat je gewaar deerd wordt, groeit je zelfvertrouwen." Anno 1997 werkt Olsen voor een sport marketingbureau. Daartoe begeleidt hij onder andere VIPS tijdens thuiswedstrijden van Manchester United, de club die hem in 1984 aantrok. Geconfronteerd met de be langstelling uit Amsterdam is Olsen nog al tijd één en al lof over Ajax. „Het was een schitterende tijd. Die strafschop met Johan Cruijff zal ik nooit vergeten. Ik word er nog bijna iedere dag aan herinnerd." Jan Mölby is een andere Deense ex-Aja- cied die momenteel in Engeland werkzaam is, als manager van Swansea City. In zijn Ajax-periode (1982-1984) brak Mölby niet echt door. In zijn tweede Ajax-seizoen kreeg hij zelfs problemen met trainer Aad de Mos. Later, bij Liverpool groeide Mölby uit tot een geniale, ietwat luie, spelverde ler. Uit zijn Ajax-tijd herinnert Mölby zich vooral het feit dat hij daar zijn jeugdheld Johan Cruijff ontmoette: „In één Jan Sörensen was in de nadagen van zijn loopbaan toen hij in 1987 op voorspraak van Johan Cruijff naar De Meer werd ge haald. De technisch briljante, maar uiterst trage Sörensen redde het niet in het snelle circulatievoetbal van Cruijff. Toch vierde Aanvoerder Sören Lerby tegen Feyenoord. ARCHIEF HENNIE SCHUURMAN Henning Jensen schiet in 1979 op het Haarlem-doel. Links Ruud Gulllit. ARCHIEF HENNIE SCHUURMAN samenspe len met Cruijff, dat was nogal wat. Ik zag in het begin erg tegen hem op, durfde hem op de training nauwelijks aan te pakken. Later ging dat beter. Ondanks De Mos heb ik een mooie tijd gehad in Amsterdam. We speelden prachtig voetbal."

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1997 | | pagina 46