IK SCHATTE M,.
ÜTENTIE Hübff
TRAINER
AN ALS VOET WA
ajahIFE
9
Ik kan me nog een interview herinneren uit je
AZ-tijd waarin je zei dat de pers bepaalde of
je ergens wel of niet aan de bak zou komen.
Weet je dat nog?
Van Gaal: „Ja, dat herinner ik me. Dat gege
ven is nog altijd zo. Ik ben de enige die dat
doorbroken heeft."
Wat is dat toch precies met je aanvallen op
de pers? Toegegeven, het aantal domme en
onnozele vragen tijdens persconferenties na
een wedstrijd is groot. Maar wat verwacht je
precies van die mensen, die dagbladjournalis
ten?
Van Gaal: „Ik verwacht dat ze zich verdie
pen in het spel, in het omgaan met het
spel, in de wijze waarop een voetbalclub
geleid wordt. Dat wordt helemaal niet ge
daan. Journalisten van het AD, De Telegraaf,
Het Parool, die 'op Ajax' zitten, zouden bij
wijze van spreken hier vierentwintig uur
per dag moeten rondlopen. Kijken, obser
veren. Een training duurt maar anderhalf
uur. Ze kunnen minimaal een half uur vóór
tot een half uur na de training bij Ajax zijn.
Dat is in totaal tweeëneenhalf uur. Dat is
toch niet zo veel hè, als je Ajax als vast on
derwerp hebt."
Aan de andere kant zeg je dat journalisten
niet alles mogen weten en maak je hun het
werk moeilijker door het spelershome ontoe
gankelijker te maken, zoals je in De Meer
hebt gedaan.
Van Gaal: „Dat vind je belachelijk? Ik
loop bij jou toch ook niet zo bin
nen? Dit is toch een bedrijf, of
niet?"
Maar wei een heel speciaal bedrijf. Er komen
niet 50.000 mensen kijken naar een timmer
man. Een voetbalclub leeft bij publiciteit.
Van Gaal: „Maar daar moet je regels voor
opstellen, anders wordt het een chaos. Dit
bedrijf moet wel functioneren, spelers
moeten normaal met elkaar kunnen om
gaan. Als daar altijd een journalist bij zit,
kan dat niet. Ik heb de boel alleen geregu
leerd. Nadien zijn veel meer clubs dat gaan
doen, in de wielrennerij gebeurt het, ieder
een neemt het over, dus zo stom was het
niet. Maar alleen al het feit dat een trainer
die pas kwam kijken al die regels ging stel
len, kon niet. Achteraf blijkt dat ik gelijk
heb gehad. Ik wist dat al van tevoren en
dat is de kunst."
En dat sommigen je dan arrogant vinden
overkomen, neem je op de koop toe.
Van Gaal: „Zolang mensen zich niet verdie
pen in de materie, suggestieve vragen stel
len, op de persoon spelen, met vragen ko
men die nergens op slaan, zal ik op mijn
manier met ze omgaan. Om ze te prikke
len, om verandering aan te brengen. Colle
ga's zeggen tegen me: 'jongen, dat lukt je
toch niet', maar me op deze manier op
stellen is de enige manier om te overleven.
En ik moet zeggen dat er al een beetje
verandering in de media is ontstaan. Het
ÈÈÊM
ligt niet aan mijn presentatie. Als een jour
nalist weet waar ie over praat, krijgt hij
van mij zinnige antwoorden, dan heb ik
respect voor de vragensteller. Ook als een
antwoord mij in de problemen zou bren
gen, zal ik dan altijd antwoord geven. Ik
speel niks, als ik me irriteer laat ik dat
merken."
Is Ajax voor jou de perfecte club om te wer
ken?
Van Gaal: „Dat weet ik niet, ik heb pas bij
twee clubs gewerkt. Bij AZ was het een
puinhoop en bij Ajax dus niet. Hier was al
een structuur, een cultuur, een kader enzo
voort. Daarnaast heb ik de tijd gehad om
het kader en het bestuur te leren kennen
in de tijd dat ik jeugd en assistenttrainer
was. Daarna heb ik veranderingen aange
bracht in de structuur door het creëren
van een directeur betaald voetbal, een di
recteur opleidingen, het invullen van men
sen op bepaalde posities. De continuïteit
zou zo gewaarborgd moeten zijn. De scou
ting is met name helemaal veranderd. Die
was er niet bij Ajax. Oud-spelers deden te
pas en te onpas scoutingswerk. Dat is toch
geen vast beleid? Nu is er beleid, een
hoofd scouting, onder hem zijn scouts en
tipgevers. Hoe reageren we op tips, welke
reizen plannen we? Ik denk dat dit het be
langrijkste is wat ik aan Ajax heb gegeven:
er is een onderbouwd beleid met overleg
procedures. Dat de Europacup werd ge
wonnen is een gevolg van dat feit. Het be
langrijkste zijn de organisatiestructuur,
omgangsvormen en de disciplines daarin.
Daardoor waren we in staat extra-klasse
spelers te halen als Litmanen, George en
Kanu."
Speelt bij al je werk voor Ajax ook het, mis
schien afgesleten, begrip clubliefde mee?
Van Gaal: „Ik ben Amsterdammer, geboren
in de Watergraafsmeer. Ik ging als klein
jochie al naar Ajax, Henk Groot is mijn
idool, dus ik denk dat ik je vraag al vol
doende beantwoord heb. Dat ik al acht
jaar als trainer werk bij Ajax, zegt ook iets.
Kijk, op het moment dat je een Europacup
wint, kun je beter weggaan. Je kan het
nooit meer beter doen. Ik ben gebleven.
Ook andere redenen lagen aan die beslis
sing ten grondslag. Mijn dochters zijn heel
belangrijk voor me. Die zijn misschien de
belangrijkste reden waarom ik bij Ajax ben
gebleven. Maar zo'n beslissing is gemakke
lijk te maken, omdat Ajax mijn duppie is."