VAN HENK GROOT TOT C
EEN SPECIAAL GEVOEL VOOR AJAX
sJ,
AJAJ1IFE
ntspannen laat hij de nieuwe
(kantoor)ruimte zien voor zijn staf.
„Kijk, daar zit Bobby Haarms, ernaast
Gerard van der Lem. Er tegenover zit David Endt en
hier zit ik. Hier heb ik óók een bureau." Grenzend aan
dit ruime vertrek heeft Louis van Gaal zijn eigen
optrekje. „Het kleinste kamertje van de Arena"
noemde hij het na afloop van Ajax-NAC in zijn
klaagzang over de 'logistieke' moeilijkheden die Ajax
gedurende zijn eerste weken in het nieuwe huis
ondervond. Vlak daarna waren de
meeste problemen achter de rug. Wat
restte waren vooral de sportieve
problemen van Ajax, niet zomaar een
club voor Ajax' technisch directeur.
„Het mag duidelijk zijn dat ik een speciaal
gevoel voor deze club heb."
Tekst: Marcel van Hoof
FOTO'S: RON RICHEL
Overigens wil Louis van Gaal nog iets
rechtzetten wat betreft zijn opmerking
over dat kleinste kamertje. „Natuurlijk, dat
was ook cynisch bedoeld. Het is vreemd
dat de directeur betaald voetbal van de
hoofdbespeler van het stadion de kleinste
ruimte krijgt. Maar eerlijk gezegd heb ik
niet meer nodig. Ik heb mijn bureau, kast,
telefoon en fax. Dat is genoeg."
Waarom liep het in het begin zo moeizaam
tussen Ajax en de Amsterdam Arena
Van Gaal: „Er was afgesproken dat financieel
directeur Maarten Oldenhof het aanspreek
punt en de coördinator zou zijn tussen Ajax
en de Arena.Via hem is kenbaar gemaakt
dat het veld en de trainingsaccomodatie
voor Ajax héél belangrijk zijn. Daarin is het
ook niet misgelopen. Ik had bijvoorbeeld
aangegeven dat de trainingsvelden de afme
tingen van een echt veld moesten hebben.
Om dat te bewerkstelligen zijn er dammen
gebouwd, die miljoenen hebben gekost. Het
is later misgegaan in de communicatie en de
logistiek, waardoor er heel veel irritatiemo
menten zijn geweest voor spelers en staf. En
dat was niet iets voor Louis van Gaal om op
te lossen, maar iets voor Maarten Oldenhof
en de Arena."
De dug-outs zou je drie keer afgekeurd
hebben.
Van Gaal staat op en legt zijn hoofd net
boven het raamkozijn. „Dat klopt. In de