JOHAN CRUIJFF, STEFAN PETTERSSON, m ill w C«gL\ilVli Es3 Price VKtterhouae wr BEROEMDSTE GODENZOON ALLER TIJDEN: DE NIEUWE MISTER AJAX: 'HALLO, HALLO' gjgttuuH «sauinnni ieHin&Sé „Natuurlijk heb ik er moeite mee dat De Meer tegen de vlakte gaat. Want ik ben Ajacied gebleven tot op de dag van vandaag. Maar van de andere kant is het stadion financieel te klein voor Ajax. Dit soort beslissingen moet je eens in de zo veel jaar nemen en dat maakt natuurlijk emoties los. Dat heb je ook gehad toen ze naar De Meer gingen Het stadion is vooral mijn jeugd. Uit school vandaan ging ik naar De Meer. Ome Henk helpen.Vlaggen ophalen, netten ophangen, zand- strooien. Het stadion was zo gewoon voor me, dat ik het dus minder heilig vond dan mijn klasgenootjes. Het was er altijd heerlijk om te voetballen. Daar heeft die directe binding met het publiek zeker mee te maken.Vol is het een supergezellig stadion. Ik hoop dat in de ArenA het contact met het publiek kan blijven. Dat het publieksvriendelijk blijft." éfögïj» „Toen ik De Meer voor het eerst zag, dat was nog als toe schouwer begin jaren tachtig, schrok ik me rot. Ik kon niet geloven dat dit het stadion was van het grote Ajax. Zo klein en oud.Toch ben ik in de loop der jaren ontzettend van De Meer gaan houden. Ik mis nu de gang met de portretten van al die internationals, het hoekje van Sjakie, het spelershome met Tante Sien. Dat soort dingen. De Meer mag er dan mis schien niet mooi uitzien, als je daar aan gehecht raakt, kijk je er dwars doorheen. Mijn allermooiste Meer-moment is mijn afscheid. Zoiets groots had ik nooit verwacht." Op 18 oktober 1981 vond de opening van de gezinstribune plaats, voorafgaande aan de wedstrijd Ajax-NAC. Staande op het veld voor de tribune lieten de jongste Ajax-leden ballonnen op, die de symboli sche kleur blauw (de kleur van de stoel tjes) hadden. De gezinstribune werd een groot succes. Niet alleen de hoeksteen van de samenleving bezocht deze plek van het Ajax-stadion, ook jeugdvoetbalelftallen kwamen en masse naar 'De Meer'. Dit le verde een ludiek, overenthousiast, hoog klinkend aanmoedigingsgezang op tijdens Ajax' thuisbeurten. Willem Steenbergen vertolkte vanaf de ja ren zestig de rol van omroeper in het Ajax-stadion. Hij was ook eigenaar van drukkerij Grafica op de Elandsgracht, die ook de club- en programmabladen ver zorgde van DWS, Blauw Wit, DeVole- wijckers en Ajax. Steenbergen was een so bere omroeper met een zeer duidelijke stem. Hij had een vaste openingstekst, met als begin: „Hallo, hallo". Die kreet had hij uit het buitenland overgenomen, waar veel speakers bij wielrenwedstrijden met 'hallo, hallo' begonnen. Steenbergens „Hallo, hal lo" werd bij Ajax zo populair dat hij zelfs zijn huis die naam gaf. Een ander kenmerk van Steenbergen was zijn uitspraak van de naam Johan Cruijff, waarbij hij de klemtoon verkeerd legde: Johan Cruijff. Ook had hij wel eens een onbedoeld komische uitspraak. Op 5 sep tember 1971 deed Johan Cruijff niet mee in de competitiewedstrijd tegen Excelsior. Willem Steenbergen legde de 18000 ge amuseerde toeschouwers uit waarom: „Johan Cruijff is ongesteld en kan niet meespelen." Na Willem Steenbergen fungeerde Fred Hartingh jarenlang als stadionomroeper. Hartingh was net als Steenbergen oor spronkelijk - vanaf 1969 - omroeper van het Olympisch Stadion. Begin jaren tachtig werd Hartingh gevraagd door de toenmali ge penningmeester Lou Bartels om ook bij Ajax te gaan omroepen. Hartingh deed reeds Ajax' Europacupwedstrijden in het Olympisch Stadion.Voor Hartingh in 'De Meer' begon,Ajax had evenTinus Midden-

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1996 | | pagina 16