r STEEDS
N EEN STOOTJE'
mm
AJAHIFE
DE BIJENKORF
ROTTERDAM
OLYMPISCHE SPELEN
19
HULDIGING
waar veel Nederlanders in geïnteresseerd
zijn. Ajax speelt in het clubvoetbal regel
matig grote wedstrijden en is daarin suc
cesvol. Dat betekent dat de Ajax-hype lan
ge tijd in stand wordt gehouden, zeker
omdat die hype commercieel ook nog
eens goed geëxploiteerd wordt."
Omdat het bestuur van Ajax én de sup
portersvereniging goed inspelen op de be
staande Ajax-hype, dragen ze bij aan het in
stand houden ervan, meent de socioloog.
„Voor zo'n hype is bijvoorbeeld de be
heersing van het voetbalvandalisme van
groot belang. Ajax heeft bijtijds ingezien
dat het belangrijk is om supporters te or-
Piseren en te betrekken bij de club. Sup-
ters worden niet langer weggestopt in
een smerig hok in de Meer, maar kunnen
Als experiment opende het bedrijf Fan
Promotions in de maanden maart en
april zes weken lang een Ajax Shop op
de vijfde verdieping van De Bijenkorf in
Amsterdam. Niet minder dan 32.000
mensen kochten daar in die korte pe
riode een shirt, lollie, handdoek of an
der Ajax-artikel. Vanwege dit ongekende
succes is Fan Promotions tot en met au
gustus opnieuw aanwezig in het Amster
damse Warenhuis aan de Dam, dit keer
met een iets kleinere winkel op de
tweede verdieping.
lid worden van een nieuwe vereniging met
allerlei voordelen en met toegangsmoge
lijkheden tot Ajax. En zo'n supportersver
eniging heeft op het gebied van vandalisme
een belangrijke controlerende functie."
In het internationale voetbal neemtAjax
volgens Ruud Stokvis de plaats in van het
Nederlandse elftal. „Juist daarom is Ajax zo
populair in andere streken van Nederland.
Maar als Feyenoord kampioen zou worden
en internationaal succes zou behalen, zou
die nationale belangstelling zich net zo hard
op Feyenoord kunnen richten. Daarbij geldt
overigens wel dat Ajax een grotere lokale
basis heeft. In Amsterdam is de belangstel
ling meer geconcentreerd dan in Rotter
dam, waar meerdere clubs actief zijn."
Typisch Ajax is wel het verenigingskarakter
van de club. „Vooral onder leiding van Van
Praag is dat sterk naar voren gekomen.
Ajax wordt niet gezien als een commercië
le organisatie - wat het voor een deel wel
is -, maar nog steeds als die Amsterdamse
club uit de Meer. Alsof Ajax het eerste bes
te amateurclubje is. Bij Ajax zie je geen
scheiding tussen het eerste elftal en de
jeugdteams. Ajax probeert die clubstruc
tuur te handhaven en tegelijkertijd heel
professioneel te zijn. Zakelijk wringt dat
soms wel, maar naar buiten toe is dat club
gevoel heel belangrijk. Je hebt bij Ajax het
idee dat het een heel normale club is, een
club waar je zo lid van kunt worden en
waar je je dus makkelijk mee kunt identifi
ceren."
Ook Johan Cruyff prees onlangs nog de
clubsfeer van De Meer. In hetVPRO-televi-
sieprogramma 'Onder de rook van Ajax'
vertelde hij hoe bijzonder het was dat
jeugdspelers van Ajax bij het stadion ge
woon Piet Keizer of Marco van Basten te
gen het lijf konden lopen. Cruyff: „Dat is
juist altijd de charme geweest van Ajax: het
is een professioneel ingestelde club, maar
het is ook een duppie gebleven. Dat zal na
tuurlijk het grootste vraagteken worden in
het nieuwe stadion: kun je dat behouden?"
De socioloog is gelukkig niet bang dat de
verhuizing naar de Amsterdam Arena een
negatief effect zal hebben op de belang
stelling voor Ajax.
"De Ajax-hype kan wel tegen een stootje.
Als de supporters nauw betrokken wor
den bij de overgang naar het nieuwe sta
dion, zal het hype-karakter alleen maar
versterkt worden. Dat heb je ook gezien
bij de Olympische Spelen. De spelen heb
ben zich ontwikkeld van een idealistisch en
amateuristisch naar een heel erg gecom
mercialiseerd evenement, maar hebben
toch hun aantrekkelijkheid behouden. On
danks de schaalvergroting is het enorme
succes gebleven."
Ruud Stokvis (1943) doceert sociologie
aan de Universiteit van Amsterdam. Naast
beschouwingen over sport heeft hij publi-
katies op zijn naam staan over dorpsge
schiedenis en industrie. Zijn belangrijkste
werken zijn Strijd over sport (1978, disser
tatie), In de polder en bij de stad. De ge
schiedenis van Badhoevedorp (1982), On
dernemers en industriële verhoudingen
(1989). en De sportwereld. Een sociologi
sche inleiding (1989).
Wat gebeurt er eigenlijk met de toeschou
wers als in het stadion een belangrijk doel
punt gemaakt wordt of als een populaire
speler de beker op het bordes toont?
Ruud Stokvis: „Professioneel voetbal ken
merkt zich door een spannende strijd, die
gevolgd wordt door mensen die spanning
zoeken. Een niet bedreigende spanning.
Hoe belangrijker en hoe grootser het eve
nement, hoe groter die spanning en die
ontlaadt zich dan bij een doelpunt of als
het kampioenschap is behaald, ledereen is
dan gewoon heel blij. Het gekke is dan dat
mensen na het behalen van zo'n kam
pioenschap vervolgens een heel eind moe
ten lopen naar de huldiging op het Leidse-
plein. Eigenlijk is dat een anti-climax. Maar
kennelijk houden ze toch nog iets van die
blijdschap vast, want als de spelers op het
bordes verschijnen volgt opnieuw een
enorme uitbarsting van vreugde".
Op zondag 28 april werd Ajax voor de
zesentwintigste keer landskampioen.
Langs de route van de spelersbus en op
het Leidseplein waren tachtig- tot hon
derdduizend mensen op de been om
hun helden te huldigen.Vierhonderd po
litiemensen leidden de feestelijkheden
in goede banen.