EVERT VERMEER EN ZIJN VERNIEUWDE
ALLE GEGEVENS VAN EEN
ajajufe
Ajax schrijft al zesennegentig
jaar historie, maar heeft
dat eigenlijk nooit zelf ge
daan. Mondjesmaat verschenen er
de afgelopen eeuw boeken waarin
de historie van de club werd be
licht. Er was vooral het gouden ju
bileumboek van 1950 en de Top-
club-Ajax serie begin jaren zeven
tig. Maar over het algemeen was
het droevig gesteld met Ajax' ge
schiedschrijving. Totdat in 1990 '90
Jaren Ajax' van Evert Vermeer ver
scheen. Het boek zorgde voor een
doorbraak. Veel meer mensen raak
ten geïnteresseerd in het roem
ruchte verleden van de club.
Binnenkort verschijnt een nieuwe
versie van Vermeers bestseller:
'95 jaren Ajax'. Een gesprek over
alle 'ins' en 'outs' van een unieke
„Men reageerde begin jaren tachtig bij
Ajax schouderophalend toen ik met een
idee van een historisch boek over de club
kwam", zegt Vermeer. „Niemand is geïnte
resseerd in oude uitslagen", werd me ver
zekerd. Zo'n reactie verbaasde me niet,
want er is binnen het voetbal nooit veel
gedaan met de geschiedenis. Bij Ajax staat,
letterlijk, een kast met wat oude spullen.
Niet echt een archief, meer dingen die
men vergeten heeft weg te gooien. Ik ge
loof dat men alleen de clubbladen catego
risch heeft bijgehouden. Gelukkig wordt er
nu wat meer bewaard, maar echt een sys
tematisch archief is het nog steeds niet."
Vermeer zette echter door en vond bij het
commerciële bureau Inter Football ge
hoor. „Ajax wilde er geen cent instoppen;
dat had men toen waarschijnlijk ook niet."
Het boek kwam toch uit. Per seizoen wer
den in ieder geval alle officiële wedstrij
den, aangevuld met voor dat jaar typeren
de achtergrondverhalen en anekdotes, ver
meld. Het werd, ondanks Ajax' scepsis, een
bestseller.Twintigduizend exemplaren wer
den er van verkocht. Er was tóch een
markt voor '90 Jaren Ajax'.Vermeer: „Toen
kwam men er bij Ajax achter dat de ge
schiedenis ook een deel uitmaakt van het
'produkt'Ajax, als ik deze lelijke term mag
gebruiken.Vanaf het begin van deze eeuw
is de voetbalgeschiedenis in bladen en tijd
schriften behoorlijk vastgelegd, maar niet
door Ajax. Het was bijvoorbeeld een
enorm karwei om de opstellingen te vin
den van alle competitiewedstrijden. In
krantenverslagen stonden vroeger meestal
geen opstellingen, dus dan moest ik diver
se verslagen gaan vergelijken en zo tot een
opstelling zien te komen. Nee, dat verveel
de me nooit. Ik heb dat altijd leuk gevon
den, het is een bepaald soort jachtinstinct.
Of noem het een enorme legpuzzel van
duizenden stukjes, die in elkaar gepast
moet worden."
Er gaat geen dag voorbij ofVermeer is wel
even met Ajax bezig. „Ik heb altijd lijstjes
op zak van dingen die ik nog mis in mijn
verzameling. Als je een of andere rommel-
tent binnengaat, kun je de mooiste dingen
tegenkomen. Maar dan moet je wel weten
wat je wel of niet hebt."
Vermeers Ajax-archief beslaat inmiddels
een aardig deel van zijn tweekamerflat in
Amsterdam. Zo heeft hij alle clubbladen
vanaf 1916, talloze boeken, alle program
maboekjes van de Europacupduels, duizen
den tijdschriften, opstellingen en allerlei
gegevens van spelers.Vermeers huis is vrij
wel dagelijks een vraagbaak voor collega
journalisten en andere geïnteresseerden.
En Ajax? „Ik heb een paar keer aangebo
den om met mijn collectie een museum bij
Ajax te beginnen, maar daar is nooit op
gereageerd. Dus dan maar niet; eigenlijk
vind ik het ook wel prettig om het thuis te
hebben, zodat er niemand aan kan komen."
„Ja, ik heb gehoord dat er een museum
komt in het nieuwe stadion, maar daar ben
ik nooit echt voor benaderd. Bovendien is
er de laatste keer dat ik er zelf over be
gon, wat kwetsend op gereageerd. Spijtig
dus. Het jammere hiervan is dat nu veel
particulieren hetzelfde zitten te doen. le
dereen is zijn eigen verzameling aan het
opbouwen. Als je toch een paar goede
mensen bij elkaar haalt en die laat samen
werken, krijg je iets prachtigs."
Van de feiten in '90 Jaren Ajax' wordt door
collega-journalisten gretig gebruikt ge
maakt. Echte problemen heeft Vermeer
daar niet mee. „Daar is het voor, en bo
vendien betekent zoiets toch een zekere
erkenning voor je werk. Wat me wel eens
stoort is dat er niet altijd met een bron
vermelding wordt gewerkt. Statistieken
zijn natuurlijk openbare feiten, maar er
door MARCEL VAN HOOF