ajajufe e Meer is straks niet meer. UEen ramp, noemt Jan van derVegt (70) dat. Van het begin af beschouwt de Betondor per de thuishaven van zijn geliefd Ajax als 'zijn' stadion. [reiJbur^OEVE^ vinden. „Mijn dochter en mijn schoonzoon willen altijd dat ik mee ga maar ik word te emotioneel. Ik speel mee op de tribune. Ik probeer dat altijd en eeuwig in te dam men, maar ik doe het zelfs bij voetbalwed strijden op de televisie. Dan zegt mijn vrouw af en toe: ik zet hem af, hoor." „Tegenwoordig houd ik er wel rekening mee. Ik heb hier bijvoorbeeld nog de band liggen van de Supercup, Feyenoord-Ajax. Als ik nou een dagje weinig te doen heb, dan ga ik die wedstrijd op mijn dooie ge mak zitten te bekijken. Ik weet de stand al, dus daar hoef ik me dan niet druk over te maken." De Betondorper regelt op wedstrijddagen altijd de parkeerkaarten voor zijn buurt. Voor zichzelf en voor Betondorp vindt hij het een'ramp datAjax uit De Meer weg gaat. „Betondorp wordt weer een bezadigd bejaar dendorp, waar van niemand meer weet dat het nog bestaat. Natuurlijk:Ajax krijgt er een schitterend sta dion voor terug en ik moet eerlijk toegeven dat ze in de huidige accommodatie niet konden blijven. Maar persoonlijk had ik toch liever gezien dat ze De Meer uitgebouwd hadden." „Ik heb eigenlijk de bouw van het stadion van het begin tot het einde meegemaakt. Ik was daar echt kind aan huis. Mijn vader moest namelijk voor het Ajax-stadion de telefoonkabels aanleggen en aansluiten. Dus ik ging iedere dag naar dat tentje van de telefoon toe.Tussen de middag ging mijn vader naar huis om te eten, maar ik bleef in dat tentje zitten. Soms wandelde ik met mijn vriendjes door het hele stadion. Ik liep dan natuurlijk als 'the big man' rond. Het was toen dat ik het idee kreeg: het stadion is van mij." Zijn vader was niet zo'n voetbalfan, vertelt Van derVegt. „Eigenlijk heeft onze buur- morgens vroeg tot 's avonds bij Ajax.Toen ome Manus, de vader van Johan Cruyff, kwam te over lijden, werd ome Barend zijn voogd. Als baby stond Johan dan ook de nodige keren in zijn kinderwagen bij mijn moeder in de tuin." Van ome Barend kreeg Jan van derVegt al tijd kaartjes voor de wedstrijden van zijn favoriete club. „Voor Europacup-wedstrij den had hij meestal zo'n 25, 30 kaarten. Alle soorten. Ome Barend had echter geen zin om dat allemaal te regelen. Hij gaf mij dan die hele envelop van hem en dan zei hij: Jan, de centen krijg ik nog wel, doe er je plezier mee. Dus mijn collega's van Het Parool en mijn familiele den gingen allemaal mee. Ik zocht altijd wel de echte Ajacieden uit, hoor." Om gezondheidsredenen is Van derVegt de laatste tijd niet meer in De Meer te man, ome Barend Tak, mij Ajax-gek gemaakt. Hij was niet al leen jeugdtrai ner bij Ajax, maar ook scheidsrech ter en consul en zat van 's

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1995 | | pagina 27