TUSSEN HEMEL EN HOK
BOBBY HAARMS EN ZIJN AJAX
aja*ife
Op maandag 2 oktober
werd in het nieuwe sta
dion het boek Tussen he
mel en hok gepresenteerd: het ver
haal van Bobby Haarms en zijn
Ajax, zoals de ondertitel van het
260 pagina's tellende boek luidt.
Dat verhaal werd door de journa
listen Raymond Bouwman en Mi
chel Sleutelberg opgetekend tijdens
talloze gesprekken die zij voerden
met de in de voetbalwereld zo
unieke assistent-trainer van Ajax.
BOBBY HAARMS
ZIJN AJAX
Diens levensgeschiedenis-in-boekvorm zag
het licht in een omgeving waar de bouw
werkzaamheden nog in volle gang zijn. Het
was het eerste officiële evenement in de
Amsterdam Arena, en dat had een symbo
lische betekenis. Bobby Haarms werd op 8
maart 1934 geboren op de Middenweg, pal
tegenover de plek waar anderhalve maand
later de eerste paal voor stadion De Meer
geslagen zou worden. Bobby Haarms
groeide op met het uitzicht op dat bakste
nen stadion, dat dit seizoen voor het laatst
dienst doet als het thuis van Ajax en dat
zo'n grote rol in zijn leven gespeeld heeft.
Zijn geschiedenis is tegelijk een geschiede
nis van Ajax én een geschiedenis van een
liefde.
Geen Ajacied heeft gedurende zo lange tijd
zo dicht bij de successen van de club ge
staan. 'Mogen staan,' zegt hij zelf. Zijn werk
bij Ajax heeft hij altijd beschouwd als een
feest waarvoor hij dan toch maar is uitge
nodigd.
In de Amsterdam Arena was het nu de
beurt aan Bobby Haarms om zijn eigen
feest te hebben en waren selectie-spelers,
technische staf, bestuur en een keur aan
oud-spelers de genodigden.Was de druk
bezochte presentatie van Tussen hemel en
hok een hommage aan de trainer, het boek
zelf is vooral een getuigenis van iemand
die als geen ander weet dat Ajax niet al
leen feest is. Ajax heeft meer hoogte- dan
dieptepunten gekend, dat is waar, maar wat
niet vergeten mag worden is dat het suc
ces Ajax niet komt aanwaaien. Dat is de
rode draad die alle verhalen en anecdotes
in Bobby Haarms' boek verbindt, of die nu
gaan over 'De ontdekking van Simon Mel-
kianus Tahamata', de trainingskampen, de
mentaliteit, de revalidatietrainingen of - in
het hoofdstuk 'De liturgie van het leren
monster' - het bijgeloof. Ook bij Ajax is
voetbal maar gewoon mensenwerk.
De volmaakte voetbalmachine bestaat
niet, want ieder radertje is van vlees en
bloed en emotie en daardoor uiteindelijk
onvoorspelbaar. De godenzonen van Ajax
tegen de gewone mensenkinderen? Dat
zou wat al te gemakkelijk zijn.Vandaar ook
de intrigerende titel van Bobby Haarms'
boek.Ajax kan de sterren van de hemel
spelen, maar deAjacieden moeten daar
wel voor werken. Bijvoorbeeld als ze on
der Bobby Haarms' leiding individueel te
rugvechten na een blessure of als het 'tus
sen de oren' niet goed zit. De groep moet
het hok in en te verstaan krijgt wat eraan
schort.
In zijn boek neemt Bobby Haarms de lezer
mee terug naar de jaren vijftig, toen hij zelf
- met Rinus Michels - in het eerste speel
de. Hij vertelt over de invoering van be
taald voetbal en over de jaren zestig, toen
hij als assistent-trainer van diezelfde Mi
chels de opbouw van het grote Ajax van
begin jaren zeventig meemaakte. Hij blikt
terug op de periode-Kovacs, toen Ajax de
wereldbeker veroverde, analyseert het
Ajax dat onder Johan Cruijff in de jaren
tachtig de Europa Cup II won, viert het
succes mee van de jaren negentig, waarin
onder Louis van Gaal de UEFA Cup en ten
slotte de zo vurig begeerde vierde Europa
Cup I gewonnen werd. Het is het succes
verhaal van Ajax, bezien door een Ajacied
in hart en nieren die evenveel oog heeft
voor de glans van de prijzenkast als voor
het zweet en de dolletjes die, al zo lang hij
zich kan herinneren,Ajax kenmerken.
Nico Smith