AFSCHEID VAN DE MEER «IMJFE MOOI HUIS MET GROTE TUIN VOOR DRIE TON REYNOLDS-TRIBUNE De Meer is straks niet meer. Als Ajax eenmaal verhuisd is naar de Amsterdam Are na wordt het knusse stadion aan de Middenweg afgebroken. Nog één jaar kunnen de supporters er ge nieten van de sleepbewegingen van Nwanko Kanu, de gedrevenheid van Danny Blind en de reddingen van Edwin van der Sar. Gedurende dit seizoen zal Ajax Life De Meer in het zonnetje zetten met een serie ver halen. Deze keer aandacht voor de bouw en de opening van het sta dion. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Tot de jaren zestig houdt het stadion zijn oorspronkelijke gedaante. In 1965 wordt de lange overzijde overdekt en 'Reynolds- tribune' genoemd: een eerbetoon aan de legendarische Engelse trainer Jack Rey nolds. In dat jaar verschijnt ook de naam Ajax in verlichte letters op de voorgevel van de hoofdtribune. Daan Roodenburgh is zeifin 1968 betrokken bij de uitbreiding van het Ajax-restaurant en in 1971 wordt de al in 1934 verlangde lichtinstallatie aan gelegd. In het volgende decennium volgen de uitbreidingen elkaar snel op. In 1984 krijgt het bakstenen stadion een vleugje high tech als de twee staantribunes over dekt worden met een witte kunststof kap. De kap aan de stadszijde wordt iets opge tild voor de installatie van een groot elek tronisch scorebord. Als eerste club in Ne derland introduceert Ajax in 1985 de zo genaamde businessloges. In Amsterdam worden ze 'skyboxen' genoemd, omdat ze - bij gebrek aan ruimte - onder de kap van Vanaf 1907 speelt Ajax in een klein stadion aan de Middenweg, ter hoogte van waar nu het Christiaan Huygensplein ligt. In de loop van de jaren twintig wordt echter langzamerhand duidelijk dat de capaciteit - veertienduizend toeschouwers - van dat stadion niet toereikend is. Na de landsti tels van 1931 en 1932 krijgt Ajax van de gemeente Amsterdam toestemming om een geheel nieuw onderkomen te bouwen op het erf van de oude Hoeve Voorland. Over de keuze van een ontwerper hoeft Ajax niet lang na te denken. Jordanus Roodenburgh 1886-1972) is een gewaar deerde vertegenwoordiger van de archi tectuurstroming 'Amsterdamse School'. Bovendien is de architect van jongs af lid van Ajax en in 1921 zelfs oprichter van de honkbalafdeling van Ajax. Ajax zat in het begin van de jaren dertig een beetje krap bij kas, maar had wel een nieuw onder komen nodig. Het nieuwe stadion mocht echter niet meer kosten dan driehon derdduizend gulden. Deson danks slaagde architect Daan Rooden burgh erin om van 'De Meer' een sfeervol huis te maken. Een huis mét een tuin. Veel geld heeft Ajax Daan Roodenburgh in die crisisjaren niet te bieden; in de clubkas zit ongeveer tweehonderdvijftigduizend gulden. Met moeite schraapt Ajax drie ton bij elkaar voor de bouw van het nieuwe stadion, maar zelfs de spelers moeten 'lij den' onder de financiële consequenties van dit besluit. Zij reizen voortaan derde klas naar uitwedstrijden en krijgen na af loop van de wedstrijd geen diner meer. Het kleine budget dwingt de architect om te kiezen voor een bescheiden onderko men. De overdekte hoofdtribune biedt plaats aan viereneenhalf duizend toeschou wers, net als de onoverdekte zittribune aan de overzijde; de open staantribunes achter de doelen hebben een capaciteit van elke zeseneenhalf duizend toeschou- wers.Voor meer dan deze tweeëntwintig duizend plaatsen is eenvoudigweg geen geld beschikbaar. Het Ajax-stadion moet volgens Roodenburgh een mooi huis in een grote tuin worden. Hij laat de bomen op het voormalige boerenerf zo veel mo gelijk staan en creëert een fraaie groene oprijlaan.Twee plantsoenen met rodon- dendrons en bloemen verschijnen vóór de hoofdtribune.Voor het stadion zelf bestelt Roodenburgh achthonderdvijftigduizend bakstenen. De gevel van het gebouw krijgt een echte voordeur, huise lijke ramen en springt - als een woningblok - in het midden naar voren.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1995 | | pagina 56