AJAjqjFE TERUG IN NEDERLAND 9 december J 950: Racing Ciub de Paris - Ajax, aanvoerder Stoffelen wint de toss. speeltuin, tegenover de begraafplaats." Ik wist het. Als de dag van gisteren voel ik opa's handen in mijn rug. De schommel ging hoger en steeds hoger. Maar van trai ningsvelden, wist ik niets. „Ik had een paar keer mee getraind en kreeg toen een af schrijving van Ajax: er was geen plaats voor mij. Een paar dagen later riep Jack Reynolds tegen Piet Keizer, dat was het broertje van ouwe Gerrit Keizer, de keep er, 'were is jouw vrind'. Die mocht niet meer komen, hij had een brief gekregen dat er geen plaats voor hem is, zei Piet. Toen zei Jack Reynolds, 'well gotverdom- me, laat hem hier kome'. Piet bracht deze woorden over, maar mijn antwoord was, 'nee ik ga niet meer, ze kunne doodvallen. Of ik astjeblieft bij Ajax mag spelen, zijn ze nou belazerd.' Piet haalde me over, 'ga nou maar mee, het is een vergissing'. Zo ben ik in Ajax gekomen. Het eerste jaar bij de as piranten één, daarna naar de junioren en zo in het eerste team. Ik was zeventien of Cor v.d. Hurt, joop Stoffelen en Carie v.d. Hoeven de aanvalslinie van Ajax, maar ook van het Nederlands team. achttien en heb er twaalf jaar gespeeld. Op mijn dertigste speelden we in Parijs tegen Racing Club de Paris, ik speelde als een duivel, even een visite kaartje afgeven dacht ik. Alles ging goed, ik had elke bal op het middenveld, gaf schitterende pases en ook nog een goal gemaakt geloof ik. Het ging zo goed, dat de directeur Sportief na afloop met me wilde praten, of ik er wat voor voelde om naar Parijs te komen.Toen zei ik, 'nou, weet je wat, ik doe het'. Mijn vrouw bleef thuis, want ik had ook nog een sigarenzaak ergens, in de Ouwe Doe lenstraat op de hoek van de Oudezijds Achterburgwal. Ik heb een jaar in Parijs ge speeld en twee jaar in Toulouse. Mijn vrouw is wel mee naar Toulouse gegaan. Daar hebben we twee jaar lekker vakantie gehad. Ik heb mij die drie jaar in Frankrijk erg geamuseerd." „Ik kwam terug en werd als, ja.... landver rader wil ik niet zeggen, maar het was hier amateurisme wat de klok sloeg. Ik moest een wachttijd in acht nemen van drie jaar, daarna mocht ik weer bij de amateurs mee spelen. Ik was besmet. Dat was toender- tijd.Vooral Karei Lotsy (toemalige voorzit ter van de KNVB, red.) was dat. Een vol bloed amateur, dat zei hij tenminste, maar hij verdiende wel met zijn verzekeringen afsluiten. Hij verdiende dik zijn geld, als wij een reis maakte, dan werd de verzekering bij zijn bedrijf afgesloten. Dat kon dan wel allemaal, het was niet netjes. Ik heb het nooit zo gezien, ik heb mijn tijd in Frank rijk altijd als een goed betaalde vakantie gezien." „De wachttijd heb ik ingevuld met trainen bij DCG en de Spartaan. Drie jaar heb ik DCG getraind. Enorm gelachen, ik was niet katholiek en scholt ze allemaal uit. Dat vonden de jongens prachtig. Er was een pastoor, voor de geestelijke begeleiding, die was al jaren bij DCG en ik pas net. De eerste competitiewedstrijd komt hij bin nen in de kleedkamer. Ik kijk hem aan en zei 'wat krijgen we hier'. Ik heb 11 spelers, 3 reserves, één verzorger en mijn per soontje en meer plaats is er niet. Het spijt me U moet eruit. De jongens vonden het prachtig. Het was een sterke club. Ik was altijd druk met het voetbal bezig, met oud- Amsterdam, als voorzitter. Daarna de club voor oud-Internationals, die was opgericht door jan de Boer en Dokter Tetser. Dat heb ik min of meer in mijn eentje zo'n 25 jaar voortgezet. Héél héél veel plezier heb ik daar gehad. Ze hebben nog nooit een 12 november 1949 Volewijcksrs - Ajax 0 - I.Aanval op het Ajax-doel, maar de gelijk maker bleef uit. enkele klacht gehad.Veel brieven gehad van de andere partijen met 'bedankt het was schitterend', maar ook van de oud-In ternationals met 'Joop wat hebben we toch gelachen en nog bedankt'. Echt, van grote spelers. Schitterend. Als je zei je moet komen, van Amsterdam naar Den Bosch, ik noem maar wat, was er geen één bij die vroeg 'hoeveel krijg ik'. Ze kwamen en het was gezellig. Als ik dan honderd gul den kon geven, gaf ik honderd gulden. Had den we een keer een massie dan kreeg je driehonderd gulden. Het is nu anders. Ze krijgen nu een vast bedrag van tweehon derdenvijftig gulden. Maar ik kon ze vroe ger wel eens oproepen voor een liefdadig heidswedstrijd en dan vroegen we niets, maar deden iets voor die club, dat doel of die jongen. Dan kwamen ze voor niets. Een prachtige tijd.We zijn uitgenodigd door Turkije,Argentinië, Brazilië en Israël.Je kreeg bekendheid, je kwam met je team wel eens hier en daar, het werd gemerkt en er werd over je geschreven. Dus publi citeit zat. Echte ambassadeurs waren we.

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1995 | | pagina 49