werlMl
ons te steunen. Ons feest is ook
hun feest." Clarence Seedorf en
Edgar Davids, die met de beker
terugkeerden uit de tunnel om
die vervolgens in de armen van
een gehandicapte jongen te du
wen. Niets was te gek, alles kon,
alles mocht. Zelfs voor Louis
van Gaal. Bij eerdere gelegenhe
den had Ajax' trainer zich al
een aardig feestvarken
en gangmaker getoond.
In Wenen was dat niet
anders. Terwijl zijn
naam oorverdovend hard door
het Ernst Happel-stadion galm
de, stak Van Gaal met grote
sprongen en de handen Brazili
aans klappend boven het hoofd
het veld in de breedte over.
Zoals gezegd, het was een
prachtig gezicht. Een schouw
spel dat niet alleen spelers tot
tranen roerde, maar zeker ook
supporters. De supporters die
flink hadden geïnvesteerd in
kaarten en reizen, die dertig
uur in de bus hadden gezeten
of lange vertragingen op het
vliegveld voor lief hadden ge
nomen. Supporters die maar
één doel voor ogen hadden:
hoe dan ook in Wenen komen
om hun Ajax te steunen. Ook
bij hen kwam de ontlading na
afloop. De eerste explosie na
de treffer van Kluivert, de
tweede nadat Danny Blind de
cup in ontvangst had genomen.
En ze vonden elkaar in hun ge
voelens op het moment dat de
eerste tonen van 'We Are The
Maar zoveel ander moois ging
voor televisiekijkend Nederland
verloren. Jari Litmanen, die met
geheven armen genoot van de
spreekkoren aan zijn adres. Ed
win van der Sar, die haast hoger
sprong dan ooit om de fans op
de onderste rij van 'high-fives' te
voorzien. „Natuurlijk moet
je de supporters daarin
betrekken", vond 'Sar'
later. „Die mensen
hebben honderden ki
lometers gereisd om