AjAJilFE er echt doorheen bijten. Ik merk het ook aan mezelf: ik ben nu minder rumoerig. Als alles goed gaat, ben ik veel meer be zig" Dat blijkt al snel als Silooy zich probeert te herinneren tegen wie hij de week voor afgaande aan dit gesprek gespeeld heeft. "We moesten tegen PSV en daarna Te gen wie hebben we nou pas gespeeld?" Het blijft lang stil. Ik ben behulpzaam. "Heerenveen, inderdaad. Ik heb zelfs twee keer tegen Heerenveen gespeeld, met het eerste en het tweede. En dat is moeiljk, want je moet je toch iedere keer op een wedstrijd voorbereiden. Hoe ik dat doe? Gewoon, je bent met de wedstrijd bezig. Je bent wat rustiger." Er komt bij Silooy geen onvertogen woord over de lippen. Die strakke discipline bij Ajax noemt Silooy een verdienste van Louis van Gaal. "Hij komt uit het onder wijs, dus dan pak je de zaken al anders aan. Nee, we moesten in de groep niet la chen om termen als teambuilding. We spraken er serieus over. Dat is een goed teken, want als je het verzwijgt is het niet leuk, ben je er niet mee bezig. En het ging er hem vooral om dat we met elkaar praatten." Hoe is de verhouding tussen discipline en intuïtie in het Ajax-spel? Silooy: "Ten eer ste moet je je taak uitvoeren en dan kun je weinig fout meer doen. En als je met 3-0 voorstaat, kun je een showtje uitvoeren. Dat klinkt simpel, maar je moet er wel de spelers voor hebben. En die heeft Ajax. le dereen weet wat hij moet doen als hij op een bepaalde plek speelt. Dat is een gevolg van de beroemde jeugdopleiding van Ajax, waar ik ook van heb mogen genieten." En genieten zal dit seizoen moeilijk ge noeg worden voor de Zaankanten Sinds 1988 kampte Silooy met drie zware bles sures. In Frankrijk raakte hij geblesseerd aan zijn oogkas, waardoor hij het EK van 1988 miste. In 1990 liep hij een zware knieblessure op, waardoor hij anderhalf jaar amper aan spelen toekwam. Vervol gens stond hij een tijdje in de basis totdat vóór dit seizoen het noodlot toesloeg. "Ik moest aan mijn meniscus geopereerd worden. Het is me echter iedere keer weer gelukt om terug te komen, hoewel het steeds zwaarder wordt. Ik heb echter het gevoel dat ik nog jaren mee kan op het hoogste ni veau." "Voor mij was het heel be langrijk dat ik tijdens mijn revalidaties contact met de spelers hield. Ik wilde me niet verstoppen. Je bent al vrijwel iedere dag van negen uur 's och tends tot vier uur 's middags in je eentje bezig met zwemmen, fietsen, krachttrai ning enzovoort. Ik heb in zo'n periode aandacht nodig, dus dan laat je je gezicht geregeld zien in de kleedkamer. Ik ging naar alle thuiswedstrijden kijken en ook naar uitduels die in de buurt gespeeld worden." "Het is natuurlijk wel zo dat spelers die geblesseerd zijn er niet bij horen, maar dat ligt óók aan jezelf. Je moet je gezicht laten zien. En ik ben ie mand die altijd met alle spelers en trai ners kan opschieten, zodat die aandacht er ook wederzijds is. Geblesseerde spe lers die zich verstoppen raken steeds meer in een isolement en horen er dan op een gegeven moment écht niet meer

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1994 | | pagina 12