DE VOETBALTEM
HET AJAX-STADION
ajajiife
AMSTERDAMSE BLUF
Het wezenlijke van een
stadion is dat het het
hart en het huis is van
een club met al haar historie. In
een leeg stadion kun je dat voe
len", vindt Tijs Tummers, stadion
kenner én -liefhebber. In zijn boek
Architectuur aan de zijlijn heeft hij
zijn twee voorliefdes - voetbal en
architectuur - gecombineerd.
bune én veiligheid, behandelt Tummers in
zijn prettig leesbare en rijk geïllustreerde
boek vijftien afzonderlijke stadions. Vier
daarvan stonden, staan of komen te staan
in Amsterdam: Het Stadion (opening: 24
mei 1914), het Olympisch Stadion (I mei
1928), het Ajax-stadion (9 december
1934) en Stadion Amsterdam (1996).
op de bouwplaats van Stadion Amsterdam
nieuwsgierigheid bereikten we het hoogste
punt van de tribunes en kregen we te zien
wat we verwachtten: het altijd groene veld, de
middencirkel, het strafschopgebied en de al
tijd witte doelen.
In het voorwoord van zijn boek Architectuur
aan de zijlijn maakt Tijs Tummers meteen dui
delijk dat hij aan stadions zijn hart verpand
heeft. Hij beschrijft de reis die hij samen met
een vriend gemaakt heeft door Europa. Daar
bij verzuimden ze nooit om - op zon moment
waarop ieder ander kaarten naar huis gaat
schrijven - de lokale sta
dions te bezichtigen.
"Ik beschouw mezelf
niet als een fanaticus.
Maar als ik naar een
stad ga, trek ik wel ai-
tijd anderhalf uur uit
voor het bezichtigen
van een stadion. Ik
ben vooral geïnteres
seerd in de cultuur
van het voetbal en die
komt in een stadion
goed tot uitdrukking."
Naast algemene on
derwerpen als de ont
wikkeling van voetbal
tot publiekssport, ar
chitectuur van de tri-
'De Meer' is volgens Tummers een goed
voorbeeld van het stadion als huis van een
club. Op iedere willekeurige dag van de week
leeft het stadion. Ereleden, trainers, juniortjes
en vedetten lopen door elkaar in de catacom
ben van het stadion. De wasmachines met
vuile shirtjes draaien, in het restaurant maken
aankomende talenten hun huiswerk. In de
gang voor de Ajax-kleedkamer hangen in een
lange rij de portretten van de ruim tachtig
Ajacieden die ooit in het Nederlands elftal
speelden. Het laatste lijstje van de rij is leeg.
Amsterdamse bluf.
De sfeer van een echt 'thuis', zoals die van
het begin af in het Ajax-stadion heeft ge
hangen, zal in Stadion Amsterdam niet di
rect aanwezig zijn, verwacht Tummers.
"Dat zal langzaam moeten groeien. Eerst
moet er een legendarische interland wor
den gespeeld of een cup worden uitge
reikt."
De landskampioen krijgt in het nieuwe sta
dion wel eigen ruimten, waaronder een
bestuurskamer en een eigen museum.
"Ajax heeft er dus wel van alles aan ge
daan om het stadion een clubidentiteit
De kantine op de eerste verdieping van 'De Meer' in 1934.
De glas-in-loodramen, destijds een cadeau voor architect
Roodenburgh, verhuizen mee naar Stadion Amsterdam.
Tijs Tummers neemt regelmatig een kijkje
Op weg naar een onbekende buitenwijk,
speurden we de horizon af naar de vier licht
masten die in elk land de aanwezigheid van
een voetbalveld verraden. Wanneer we een
maal die 'totempalen van het moderne slag
veld' ontdekt hadden, beving ons een aange
name spanning. Zoals je de duinen oploopt, je
uitrekkend om zo vroeg mogelijk de zee te
zien, zo beklommen wij steeds de trappen
van de tribunes. Daarachter zou het liggen.
Met dezelfde zucht naar bevestiging en