DE REALISTISCHE KIJK VAN PETER VAN VOSSEN 'JE DOET NOOIT IETS VOOR NIETS' AJAHIFE Het is de dinsdag na Parma - Ajax. En de dinsdag na Ajax - NEC. De dinsdag dus na een rampweek voor de Amster damse club. De stemming in het spelershome is een beetje bedrukt, maar de ergste teleurstelling lijkt verwerkt. Toch schudt Peter van Vossen nog eens mismoedig het hoofd. „Niet te geloven", mompelt hij, „twee van de drie prijzen ver speeld in vijf dagen." Hij wil er bij stilstaan, maar niet te lang. „Zon dag wacht Feijenoord weer." Het is de nuchterheid van een Zeeuw, de nuchterheid van Peter van Vossen. THUIS IS EEN HEEL BELANGRIJK ONDERDEEL Peter van Vossen was ooit het wonderkind van VCV, later omgedoopt in Vlissingen en VCV Zeeland. De club verkreeg nationale bekendheid door het heel ver te schoppen in het toernooi om de KNVB-beker. En hij, Van Vossen, zou het eveneens ver schop pen. Dat stond vast. De kenners kregen gelijk. Met Beveren als opstapje naar het grote Anderlecht maakte de Zeeuw ra zendsnel carrière. Hij genoot in België. Van het voetbal, van het leven. Hoewel de overgang vanuit het jachtige Holland groot was. „De Belgen", vertelt hij, „doen het rustig aan. Nemen de tijd om te leven, de tijd om te eten. Al les op hun dooie akkertje. Dat zit ook in de persoonlijkheid van de Belgen. Aanvan kelijk had ik het daar best moeilijk mee. Maar uiteindelijk voelde ik me heel lekker in Brussel. Vooral privé." Maar daarvoor, laat hij meteen weten, was hij niet naar België gekomen. „Als je je lek ker voelt, is dat meegenomen, maar voet bal blijft toch de hoofdzaak." Een half jaar ging het Van Vossen voor de wind. „Het ging als een trein. Alles lukte." Maar daarna werd het minder. Hij wil er eigenlijk niet veel over zeggen, maar laat toch weten dat hij ook zelf schuld had aan de mindere periode. „Ik heb doorgespeeld, ter wijl ik eigenlijk ge blesseerd was. Dat heeft me uiteinde lijk m'n plaats ge kost. En dan ben je uit beeld." Van Vossen zwijgt even. Kijkt om zich heen, zoekt de juis te woorden. „Maar ze kunnen achteraf niets over me zeggen. Ik heb altijd goed m'n werk gedaan. Ook al baalde ik. Van die bank, van die tien minu ten die je nog mag invallen als de ploeg al met 5-0 voor staat." Invallen voor niets Van Vossen veert even op. „Nee. Je doet nooit iets voor niets. Het gaat altijd om iéts. Die zesde goal is voor mij net zo be langrijk als de eerste voor een ander." Het Nederlands elftal bood in die periode uitkomst. Bij Anderlecht mocht hij dan bankzitter zijn, Dick Advocaat beschouw de de Zeeuw als een vaste waarde. „Een rare situatie", beseft Van Vossen. „Nor maal gesproken moet je bij je club een plaats in het Nederlands elfal verdienen. Bij mij was het precies andersom. Ik pro beerde in interlands weer een basisplaats bij Anderlecht af te dwingen." Hij werd in die periode verscheurd door twee gedach ten, zegt-ie zelf. „Die selecties voor Oran je waren fantastisch. Een opsteker. Maar de basis was weg. Je bent toch voor je zelf bezig. En dan is spelen bij je club het be langrijkste." Van Vossen wilde weg bij Anderlecht, wil de weer wekelijks voetballen. En hij was bereid daarvoor desnoods sportief een stapje terug te doen. Het werd Ajax. „Fan tastisch. Geen stap terug, maar een stap omhoog." Van Vossen was echt verrast. Natuurlijk had hij de geruchten gehoord, die zo vanaf maart de ronde deden. Maar hij hechtte er geen waarde aan. „Ik had ook tegen Peter Gerards van de VVCS (Vereniging Voor Contractspelers) gezegd dat ik niets wilde weten. Kijk, als zich twee, drie clubs melden, ben je daar toch mee bezig. Hoe zou dit zijn, hoe zou dat zijn Daar had ik geen zin in. Pas als de belangstelling van een club concreet is, is het voor mij interessant." Het typeert Van Vossen. Voetbal is de hoofdzaak. Aan het circus rond de sport lijkt hij niet veel behoefte te hebben. Hij zegt de zaken ook prima te kunnen schei den. „Thuis hoef ik niet per se over voet bal te praten. Als het ter sprake komt, ben ik geïnteresseerd, natuurlijk. Maar ik ga net zo lief met mijn zoontje van vier naar de kinderboerderij, of een computerspel letje spelen met 'm." En dan, met een bre de grijns: „Daar is-ie vroeg bij, ja. Maar dat heeft-ie niet van mij." Zijn gezin is belangrijk voor de Zeeuw. Een rustpunt in een hectische wereld. Maar aan de andere kant maken ook zijn vrouw en zoontje deel uit van zijn loop baan. „Als het daar niet goed is, als je er niet de nodige rust kunt vinden, is het heel moeilijk om te presteren. Mijn vrouw be seft dat heel goed. Ze creëert die rust, zorgt er voor dat alles goed verzorgd is. Ik kan me thuis echt ontspannen, hoef nooit ergens achteraan. Gelukkig, want ik heb daar eerlijk gezegd ook niet veel zin in." Er was een tijd dat Van Vossen zich niet zo kon afsluiten. Dat hij zich spanningen, pro- lees verder op pag. 31

AJAX ARCHIEF

Ajax Life (vanaf 1994) | 1994 | | pagina 26