POSITIEVE
ACHTERÉrijLi
mm
AJAJ4IFE
WELK MOMENT HEEFT JE HET
MEEST GEROERD?
WAT IS JE IDEALE SUPPORTER?
WAAR SPEEL JE LIEVER, DE
MEER OF HET OLYMPISCH?
WAT VINDT JE VAN HET
NIEUWE STADION?
15
Op deze pagina's heeft de redac
tie zelf een aantal vragen inge
vuld, zoals die straks door sup
porters gesteld kunnen worden.
Voor dit nummer waren echter
nog geen vragen voorhanden. In
Ajax-Life nummer twee komen
de fans wel aan bod. Dan staat
Mare Overmars op de stip. Vra
gen voor de spits kunnen voor 30
januari worden opgestuurd naar
dit blad. De leukste vragen wor
den door Mare beantwoord.
paar hoekschoppen op rij. Pas dan komen
de fans los. Niet als de ploeg vast zit. Dan
kun je vaak een speld horen vallen in De
Meer. „Het zou het mooiste zijn als de
supporters zelf komen op die momenten.
Dan haakt de ploeg daar zeker op in. Dan
heb je echt de perfecte wisselwerking met
de aanhang."
Opmerkelijk is dat Danny Blind in acht jaar
Ajax niet een echt hoogtepunt in de rela
tie tussen spelers en supporters kan noe
men. Natuurlijk deed de samenzang van
fans na de eerste wedstrijd van de UEFA-
cupfinale in Turijn hem veel. Maar de
Zeeuw zoekt het meer in een aaneenscha
keling van momenten. „Het is altijd een
reeks die tot een climax leidt. Dat zag je in
1987, het jaar waarin we de Europacup 2
wonnen. Alle thuiswedstrijden waren toen
happenings. Olympiakos, Bursaspor en
Malmö" in De Meer, Zaragoza in het
Olympisch stadion."
„En het winnen van de UEFA-cup in 1992
zorgde ook voor een algehele euforie. Dat
moment bij Torino was natuurlijk prachtig.
Een heel vak van je eigen mensen die, ge
sterkt door die 2-2, je zelfs een uur na de
wedstrijd nog toezingen. Na het douchen
zijn we het veld weer op gegaan en dan
loop je toch met kippevel. Een goed ge
voel. Ja, dat had ik op het Leidseplein
weer. Maar ik zie dat soort dingen als een
geheel. Dat zijn mijn hoogtepunten."
Blinds ideaalbeeld van een supporter is de
Engelse fan. Trouw, fanatiek en altijd posi
tief. „Ze zingen altijd, zorgen voor een
enorme sfeer, maar hebben ook oog voor
de tegenstander. Dat een mooie actie van
de andere ploeg wordt gewaardeerd, is
daar heel normaal. Fouten van spelers
worden ook makkelijk geaccepteerd. Dat
gebeurt hier ook als je één fout maakt. Bij
de tweede beginnen ze te morren en na
de derde gaan ze fluiten. Dat is wel eens
jammer."
Wat de sfeer in Amsterdam betreft, gaat
Danny's voorkeur toch verrassend uit naar
De Meer. „Altijd een aantrekkelijke ambi
ance", vindt hij. Blind beseft dat er wel na
delen kleven aan een wedstrijd aan de
Middenweg. „Natuurlijk. Financieel is een
vol Olympisch stadion voor de club veel
interessanter. En voor de supporters zijn
er dan meer kaarten beschikbaar. Nu wor
den er toch altijd veel mensen teleurge
steld. Als je nagaat dat er voor de wed
strijden na de winterstop al bijna geen
kaarten meer te krijgen zijn, is dat voor
veel fans jammer."
Het nieuwe stadion moet voor alles een
oplossing bieden. Meer ruimte, meer
plaatsen. De vraag is of er dan op het veld
nog plaats is voor Danny Blind. Hij hoopt
het wel, maar wordt in zijn optimisme ge
remd door enig realiteitsbesef. „Tegen die
tijd ben ik 36 jaar. Ik zou het echt mooi
vinden om nog een jaar in het nieuwe sta
dion te kunnen spelen, prachtig zelfs. Maar
op die leeftijd zou dat echt uitzonderlijk
zijn. Johan Cruyff en Leo van Veen deden
dat, maar dan hebben we het over een an
der kaliber speler. Laten we het er op
houden dat ik het hoop mee te maken als
Ajacied. In welke vorm dan ook."
Een knipoog naar de toekomst. Blind be
seft dat ook voor hem de jaren beginnen
te tellen. En er is nog een leven na het
voetballen. En hij zou het mooi vinden ook
die tijd bij Ajax te slijten. „Ik heb hier lang
mogen spelen. Ajax is toch mijn club ge
worden. Als je daar dan na je actieve carri
ère verder kunt werken, is dat prachtig."
in zijn contract staat een clausule die hem
voorziet in een positie als jeugdtrainer.
Maar Blind kijkt verder. „Ajax is een grote
organisatie met veel zijtakken. Overal lig
gen mogelijkheden. Als speler ben je in het
voordeel. De binnenkomer heb je. Binnen
blijven, dat moet je zelf afdwingen."
Claudio Canasta
Gilberto Calcio